The Next Step Program

W Hotel Amsterdam

Deelnemers / Deelnemers Editie II
Europe Hotels | Private Collection
Amsterdam
Office Winhov
02/01/2016

De opgave van het voormalige Rijkskantoorgebouw voor Geld- en Telefoonbedrijf en de Kas Bank was een unieke kans om te onderzoeken welke rol een architect kan spelen bij de transformatie van monumentale gebouwen in een historisch centrum. Alhoewel de beide monumenten slechts twintig jaar na elkaar werden gebouwd, representeren ze elk verschillen de architectonische kwaliteiten en stijlen die belangrijke veranderingen in de Europese en Nederlandse architectuur markeren. Daarom is bij de benadering van zowel de architectuur als de transformatie uitgegaan van twee individuele gebouwen met specifieke eigenschappen. De architectonische uitdaging bij beide projecten was om het formele karakter van het oorspronkelijke ontwerp te respecteren én om de transformatie naar publieke gebouwen zo vorm te geven dat de architectonische zeggingskracht in stand zou blijven.

Het voormalige Rijkskantoorgebouw voor Geld- en Telefoonbedrijf uit 1927 (gemeentelijk monument) werd ontworpen door Joseph Crouwel. Het gebouw wordt gekenmerkt door een robuuste betonnen constructie en een monumentale bakstenen façade en is duidelijk beïnvloed door de modernistische architectuur uit het begin van de twintigste eeuw. In het bijzonder door het Larkin gebouw van Frank Lloyd Wright. Na jaren van wisselend en tijdelijk gebruik is het gebouw, dat naast het Paleis op de Dam ligt, getransformeerd tot een vijfsterren hotel met 172 kamers en een publieke dakverdieping. De gevel is teruggebracht in oorspronkelijke staat. De noodzakelijke uitbreiding van het gebouw is gerealiseerd door een verdichting van beide binnenhoven. De nieuwe gevel van de binnenhoven van glas en goudkleurig aluminium mondt uit in de nieuwe dakopbouw en samen vormen zij een contrasterende en duidelijk afleesbare uitbreiding van het bestaande gebouw. De publieke functies zoals de receptie, de lobby, de bar, het restaurant en de terrassen zijn in de nieuwe opbouw samen gebracht; zij vormen de ‘kroon’ van het gebouw. De nieuwe opbouw biedt een spectaculair panoramisch uitzicht ov er de historische binnenstad en de naastgelegen gebouwen zoals het paleis. Gasten en bezoekers worden, na binnenkomst aan de zijde van de Spuistraat, direct naar deze nieuwe verdieping gebracht. Het hotel heeft daarmee een op vallende, omgekeerde organisatiestructuur.

Het gebouw van de voormalige Kas Bank (rijksmonument) aan de overkant van de Spuistraat heeft een heel ander voorkomen. F.W.M. Poggenbeek bekleedde in 1908 in zijn ontwerp voor dit bankgebouw de monumentale gevel met zandsteen en plaatste deze op een plint van robuuste blokken natuursteen. In 1932 werd het gebouw nog eens uitgebreid. Het ontwerp volgde de typologische opzet van bankgebouwen uit deze periode; met kluizen in de kelders en op de begane grond een monumentale ontvangsthal onder een glas-in-lood kap op de eerste verdieping en kantoren op de bovenste verdiepingen. Het originele ontwerp werd als uitgangspunt genomen in het nieuwe ontwerp. De monumentale onderdelen van het pand, zoals de natuursteen gevel, de hoofdentree, de ontvangsthal, de trappenhuizen en het lichthof zijn gerestaureerd en voor het eerst sinds jaren weer blootgelegd. De voornaamste toevoegingen aan het gebouw zijn gericht op het optimaliseren van de ontsluiting in en rond het gebouw. In het lichthof is een glazen brug ingevoegd. De ontsluiting van deze verdieping is hiermee verbeterd en het geeft de gasten een uniek zicht op de kap met glas-in-lood ramen. De toegevoegde onderdelen onderscheiden zich door een eigentijds materiaalgebruik en terughoudende detaillering waardoor zij afleesbaar zijn, maar ook harmoniëren met het bestaande gebouw. Op de bovenste verdiepingen van het gebouw zijn 66 suites voor het W Hotel verwezenlijkt. In de plint zijn een publiek toegankelijke spa, een bar en restaurants gerealiseerd. Langs de Spuistraat werd de XBANK gevestigd; een ‘creative incubator’ waar Nederlands talent op het gebied van mode, kunst en design zich presenteert.

Ondanks het feit dat bij beide gebouwen sprake is van dezelfde opdrachtgever, is er gedurende het project niet actief gestuurd op het koppelen van de kwaliteiten van beide gebouwen. Uitgaande van de specifieke eigenschappen van elk van de gebouwen zijn ze daarom ook los van elkaar gepresenteerd. Deze benadering van de restauratie en transformatie van de gebouwen heeft nadrukkelijk bijgedragen aan het huidige succes van het nieuwe programma waarbij hotelfuncties zijn gecombineerd met een publiek- en creatief programma. De interactie tussen historisch gebouw, nieuw ontwerp en een nieuw breed publiek programma is cruciaal. Het biedt beide gebouwen de kans op een vitaal tweede leven.