Villa HJ

De opdrachtgevers van villa HJ besloten vier jaar geleden om met hun kinderen buiten de stad te gaan wonen. Tegen de enorme toestroom naar de stad in vonden ze een plek met een bestaand huis waar ze hun droomhuis wilden verwezenlijken. De plek bood de uniek kans om met een kleiner budget veel meer woonkwaliteit voor elkaar te krijgen dan in de binnenstad mogelijk was. Tegelijkertijd ontlastten ze de stad waar ze jarenlang woonachtig waren geweest door definitief
te vertrekken.

Het karakteristieke polderlandschap nabij de Noord-Hollandse duinen vormt de locatie van villa HJ. Het gebied kenmerkt zich door de oorspronkelijke verkavelingsvormen, wegen en vaarten, molens en monumentale boerderijen waaronder de Noord-Hollandse stolp. In het landelijk gebied komen opvallend weinig villa’s voor. De oude historische verkaveling, waterlopen en wegen zijn nog heel gaaf. Het oorspronkelijke lege polderlandschap bestaat hier nog steeds. Het is om deze reden essentieel om een villa te ontwerpen die in z’n verschijningsvorm en materialisering synchroon
loopt met die context maar tegelijkertijd ook de potentie heeft om op een authentieke manier de context te kunnen ontstijgen. De kavel wordt om deze reden op een vloeiende wijze opgehoogd, langs een opnieuw aan te sluiten sloot aan de Noordzijde. De ophoging van de grond zorgt ervoor dat het grootste gedeelte van het huis zich onder het maaiveld bevindt, en de visuele invloed van de villa op de landschappelijke omgeving wordt ingeperkt. Het gedeelte dat zich boven de vloeiende grondlijn bevindt kent een expressieve verschijningsvorm, een zwevend rechthoekig volume met een sheddak: een resultante van enerzijds de gewenste oriëntatie op het zon- en daglicht en anderzijds de geldende welstandsnota en bestemmingsplan.

De villa heeft over twee bouwlagen een centraal gelegen patio. De leefruimten onder de grond, waaronder de kinderslaapkamers en de loungeruimte, kunnen op deze wijze van voldoende daglicht worden voorzien. De ouderslaapkamer, de badkamers en de yogaruimte, eveneens onder de grond gelegen maar net anders gesitueerd, krijgen middels alternatieve voorzieningen daglicht. Het woonvolume op de begane grond is gematerialiseerd in glas en zwarte verticale houtdelen tus-
sen twee stalen banden. Aan de westzijde zijn grote puien gesitueerd voor het adembenemende uitzicht, op het zuiden is een overdekt terras gemaakt. Het meest zuidelijke dakdeel heeft een flauwe helling waar zonnepanelen op zijn aangebracht, waardoor voor een groot deel in de eigen energievoorziening kan worden voldaan. Het huis heeft een eigen waterbron en de verwarming en koeling worden gerealiseerd met een lage temperatuur water systeem.