Wij maken gebruik van cookiesHiermee wordt onze website persoonlijker en gebruiksvriendelijker voor u. Als u onze website wilt gebruiken, is het nodig dat u onze cookies accepteert. Indien u zelf uw voorkeuren wilt bepalen kunt u klikken op 'zelf instellen'.
Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn nodig om de functionaliteit van de website mogelijk te maken en worden automatisch ingeschakeld wanneer u de website bezoekt. Het gaat hier om cookies die helpen bij het uitzoeken van een woning, en die helpen bij beveiligingsproblemen en het voldoen aan de regelgeving.
Prestatiecookies
Deze cookies verzamelen informatie over hoe u de website gebruikt, bijvoorbeeld welke pagina's u het meest bezoekt of als u een foutmelding krijgt. De informatie die door deze cookies wordt verzameld, is geaggregeerd en daarom anoniem. We gebruiken deze informatie om de werking van de website te verbeteren.
Functionele cookies
Met deze cookies kan de website de keuzes die u maakt onthouden en geoptimaliseerde functies aanbieden. De informatie die deze cookies verzamelen, is geanonimiseerd en houdt uw browseractiviteit op andere websites niet bij.
Advertentiecookies
Met deze cookies kan de website de keuzes die u maakt onthouden en geoptimaliseerde functies aanbieden. De informatie die deze cookies verzamelen, is geanonimiseerd en houdt uw browseractiviteit op andere websites niet bij.
Groothuijse de Boer architecten winnaar next step award 2024!
Wij feliciteren Tjerk de Boer en Benjamin Groothuijse met het winnen van de Next Step Award 2024!
In het onlangs geopende restaurant De Hondekop in Wisselspoor Utrecht, vond de uitreiking van alweer de vijfde editie van de Next Step Award plaats.
De vakjury onder leiding van Oana Bogdan (&Bogdan), licht toe: ‘De jury waardeert de heldere toekomstvisie van Groothuijse de Boer architecten en hun brede invulling van de rol als ontwerpers en procesbegeleiders. Hun combinatie van ontwerpkracht, onderwijs en maatschappelijke betrokkenheid leidt tot hoogwaardige architectuur en een waardevolle bijdrage aan het debat. Dit maakt hen klaar voor de volgende stap in de ontwikkeling van hun bureau, en de jury is ervan overtuigd dat ze een inspirerende bijdrage blijven leveren aan het architectuurlandschap.
Andere kanshebbers voor de award waren Studio BLAD, wiens vergroening van de fysieke omgeving en denkwijze van anderen sterk werd gewaardeerd door de jury, en Studio Spacious, dat een sterke visie heeft op de rol van de architect in verdichting en woningtypologieën.
Juryteam editie 5
De jury bestond uit Anne Geenen (winnaar NSP 4, Site Practice), Oana Bogdan (&bogdan, jury-voorzitter), Steven Delva (DELVA Landscape Architecture Urbanism), Saartje van der Made (Benthem Crouwel Architects) en Uri Gilad (Office Winhov). Ook BNA-directeur Anne Schroën en Synchroon-directeur Tobias Verhoeven zijn als initiatiefnemers betrokken, al hebben zij geen stemrecht.
Juryvoorzitter Oana Bogdan (&bogdan): ‘De jury waardeert de inzet van Synchroon en BNA om, via het Next Step Program, samen te bouwen aan een kwalitatieve bouwcultuur in Nederland door jonge ontwerpers te ondersteunen en het debat te stimuleren over de toekomst van Nederland in de context van de klimaatcrisis, het verlies aan biodiversiteit en de uitputting van hulpbronnen. Reflectie op deze thema’s was sterk aanwezig in het werk en de presentatie van de drie finalisten, die verschillende aspecten van het vakgebied vertegenwoordigen.’
Synchroon & BNA starten vijfde editie The Next Step Program
Ondernemend ontwerptalent gezocht
Voor de vijfde keer organiseren de architectenbranchevereniging BNA en gebiedsontwikkelaar Synchroon The Next Step Program. Het programma, dat tot november duurt en creatief ondernemerschap centraal stelt, helpt jonge architectenbureaus bij de volgende stap in hun carrière. Zij kunnen zich vanaf nu aanmelden.
The Next Step Program (sinds 2017) is een programma voor opkomend ontwerptalent in de architectuurbranche. Met het programma willen de BNA en Synchroon jonge architectenbureaus die excelleren in zowel creatief ondernemerschap als architectuur de mogelijkheid bieden zich versnelt verder te ontwikkelen.
Aan de slag met jouw ontwikkeling
De deelnemers kunnen meedoen aan masterclasses over ondernemerschap en opdrachtnemer- en geverschap, gaan aan de slag met een ontwikkelvraagstuk en finalisten krijgen een meester-gezel-traject aangeboden. De organisatie roept geïnteresseerde bureaus op hun beste project – creatief en zakelijk gezien – in te zenden vóór 27 maart 2024. Deelname is mogelijk voor jonge architecten (tot en met 40 jaar) met een eigen bureau die al een project hebben gerealiseerd (niet ouder dan 2 jaar).
Centrale rol voor “creatief ondernemerschap”
Het programma kent drie rondes. Een vakjury kiest gedurende het programma 10 genomineerden – The Next Step Ahead Group – die verder kunnen met het exclusieve programmadeel. Na onder meer masterclasses en een uitgewerkte casus kiest de jury drie finalisten. Die worden in contact gebracht met ervaren BNA-architecten in een unieke meester-gezelconstructie en maken kans op The Next Step Award. Centraal in het programma staat het ontwikkelen van het “creatief ondernemerschap” dat op vernieuwende wijze in zowel ontwerp als werkwijze maatschappelijke meerwaarde in de omgeving biedt.
Next Step Award: 10K en een opdracht
De winnaar wordt bekend gemaakt tijdens de BNA Architectendag op 7 november 2024. The Next Step Award bestaat uit 10.000 euro en mogelijk een opdracht van Synchroon. Winnaars van de vier voorgaande edities waren Space Encounters, Civic Architects, Atelier van Berlo en Site Practice.
De vakjury
De kundige vakjury van de vijfde editie bestaat uit: juryvoorzitter Oana Bogdan (&Bogdan), Anne Geenen (Site Practice, winnaar editie 4), Uri Gilad (Office Winhov), Steven Delva (DELVA Landscape Architecture Urbanism) en Saartje van der Made (Benthem Crouwel Architects). Samen met directeuren van Synchroon en BNA, Tobias Verhoeven en Anne Schroën (geen stemrecht) gaat de jury vanaf april aan de slag.
Site Practice wint Next Step Award 2022
Vandaag is tijdens de BNA Architectendag de winnaar bekendgemaakt van de vierde editie van het Next Step Program. De vakjury onder leiding van architect Albert Herder, wees Site Practice aan als winnaar van de Next Step Award 2022 voor creatief ondernemerschap. De winnaar ontvangt 10.000 euro en een mogelijke opdracht van Synchroon.
Tijdens het drie maanden durende ontwikkelprogramma van Next Step, samen met medefinalisten Loer Architecten en Baltussen van Schaik, kwam Site Practice met een onderscheidende vernieuwende visie. De kennis en kunde die Anne Geenen in India heeft opgedaan en David Schmidt in London, laten ze doorklinken in het door hen in 2018 opgerichte Site Practice. Gebruik van lokale duurzame materialen, samenwerken met ambachtslieden en het verminderen van installaties, staat voorop.
Deze waarden trekken zij door naar hun projecten in Nederland en Azië en hebben hun ondernemingsvisie beïnvloed. Het doel: met materiële, culturele en ecologische omstandigheden plekken en objecten creëren met een sterke nadruk op detail en kwaliteit in het dagelijks leven. Site Practice is gevestigd in Amsterdam en Mumbai. Ze zijn zowel in Azië als Europa actief.
Juryvoorzitter Albert Herder over het jonge bureau: “De jury
was overtuigd van hun duurzame visie op ondernemerschap en ontwerp. Door hun
vernieuwend gebruik van biobased materialen en de kennis en kunde die ze
meenemen uit India toont het bureau zich veelbelovend op de Nederlandse markt.
Ambacht en lokaal materiaalgebruik staat bij hen voorop en dat is krachtig.”
De beslissing
viel de jury niet makkelijk: de finalisten hadden elk op een unieke manier een
sterk ondernemend vermogen.
Eerdere winnaars van de Next Step Award waren Atelier van Berlo (2019), Civic Architects (2018) en Space Encounters (2017). De jury bestond naast Albert Herder (Studioninedots) uit Ellen Schindler (De Zwarte Hond), Steven Delva (DELVA Landscape), Noor Huitema-Hellemans (Copper8) en als winnaar van de derde editie, Janne van Berlo (Atelier van Berlo). Tobias Verhoeven (Synchroon) en Fred Schoorl (BNA) hadden geen stemrecht.
Over het Next Step Program
Next Step Program is een initiatief van de BNA (Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus) en ontwikkelaar Synchroon. Missie: jonge architectenbureaus die excelleren in zowel ondernemerschap als architectuur de mogelijkheid bieden zich versneld verder te ontwikkelen. De Next Step Award bestaat uit 10.000 euro en een mogelijke opdracht van ontwikkelaar Synchroon. De overige finalisten waren Loer Architecten en Baltussen van Schaik.
Drie finalisten Next Step Program 2022 bekend
Op 21 september zijn door de vakjury, onder leiding van Albert Herder, de drie architectenbureaus bekendgemaakt die doorgaan voor de Next Step Award 2022. De bureaus maken kans op 10.000 euro en een mogelijke ontwerpopdracht van ontwikkelaar Synchroon. Daarbij wordt aan de finalisten de kans geboden om met een mentor uit het architectenvak zich verder te verdiepen in hun ontwikkeling. Op 3 november tijdens de BNA Architectendag in NEXT in Delft wordt de winnaar bekendgemaakt.
De vierde editie van het programma werd op een unieke manier tot uitvoering gebracht. Van de bijna dertig aanmeldingen zijn er tien jonge bureaus geselecteerd voor de Next Step Ahead Group. Deze tien bureaus hebben de afgelopen maanden een intensief programma doorlopen gericht op ondernemerschap en doorontwikkeling van het bureau. ”De finalisten tonen focus en durven keuzes te maken. Daarnaast is het goed om te zien dat het veelal gaat over de integraliteit van het ontwerpen: het nadenken en samenwerken met alle disciplines.”- aldus de juryvoorzitter. “Tegelijkertijd zie je dat het door ontwikkelen van ondernemerschap voor jonge bureaus best ingewikkeld is. Juist die ondernemingsstrategie is voorwaarde voor succes. Hoe maak je de volgende stap?”
Baltussen
van Schaik toont focus, heeft een sterk verhaal dat met humor wordt gebracht.
Ondanks dat ze nog een heel jong bureau zijn, zijn hun principes goed. Ze
ontwerpen met een onderscheidende visie en denken verder dan alleen de
opdracht. Knap dat ze hun focus durven te leggen.
Loer
Architecten overtuigde de jury door zijn sterke pitch, het tonen van
vakmanschap, integraliteit in ontwerp en het praktisch kunnen maken van zijn
visie. Het bureau begrijpt de hele tendens van de markt en gaat goede
samenwerkingen aan met andere partijen. Denkt echt na over het verdichten,
vergroenen én verbinden.
Site
Practice verraste de jury positief ten opzichte van de presentatie in maart. Met
hun projecten, ook in het buitenland, tonen ze vakmanschap, kwaliteit en kennis
op het gebied van circulariteit en alternatief materiaalgebruik. Een volgende
stap in ondernemerschap blijkt kansrijk, gezien de opgave.
De
vakjury bestaat uit Albert Herder (Studioninedots), Janne van Berlo (Atelier
van Berlo en winnaar van de 3e editie), Steven Delva (DELVA), Ellen Schindler
(De Zwarte Hond) en Noor Huitema (Copper8). Zonder stemrecht Tobias Verhoeven
(Synchroon) en Fred Schoorl (BNA).
Next Step Program
Next Step Program is een programma van BNA en Synchroon speciaal voor opkomend ontwerptalent in de architectuur. Missie: jonge bureaus stimuleren hun ontwerptalent te ontwikkelen, gekoppeld aan ondernemerschapsvaardigheden.
Centraal staat het ontwikkelen van het creatief ondernemerschap dat op vernieuwende wijze in zowel ontwerp als werkwijze van het bureau, bijdraagt aan het sneller bereiken van de voor architectuur relevante drie Sustainable Development Goals (SDG’s).
Natuurplaats Noordsche Veld
Project
Het project betreft drie paviljoens die in het natura 2000 landschap zijn ontworpen. De paviljoens zijn een eigentijdse doorontwikkeling van de lokale schuurtypologie. Culturele waarden zijn versmolten met natuurinclusieve waarden. De nieuwe bebouwing wordt verdeeld in drie kleinere eenheden waardoor het geheel geen blokkade voor het omliggende gebied vormt. Tussen de bebouwing zijn mooie zichtlijnen naar het gebied met de raatstructuren te zien. Het nieuwe erf betreft een natuurlijk landschap dat tegen de bebouwing oploopt, waardoor de grens tussen knooppunt van grote wegen en de entree van het gebied door middel van kleinere wegen vervaagt.
Impact
Het doel was om een symbiose tussen gebouw en omgeving te realiseren. Dat de impact op het natura 2000 gebied zo minimaal mogelijk zou zijn. De gebouwen zijn opgebouwd uit biobased materialen die losmaakbaar zijn toegepast waardoor een circulaire bebouwing ontstaat. Het dak heeft een dikke substraatlaag waardoor de inheemse beplanting doorloopt over het dak. Ten behoeve van de energie is er gebruik gemaakt van natuurlijke bronnen als een bodembron en zonnepanelen. Kleine glasvlakken en een dikke massa zorgen ervoor dat het binnenklimaat goed beheersbaar blijft. Het water loop naar kleine beekdalletjes rondom de paviljoens.
Creatief Ondernemerschap
Alleen een goed plan zou gerealiseerd kunnen worden in een natura 2000 gebied. MNNR heeft daarom met name in het voortraject een belangrijke rol gespeeld om gemeente, ondernemers en staatsbosbeheer een visie op te laten stellen waar iedereen achter stond. Dit entrepreneurschap zetten wij ook door in andere projecten. Proactief zoeken wij naar kansen en verbeteringen. Met de grote thema’s als ‘welzijn’, ‘collectiviteit’ en circulariteit als dragers genereren creeren wij nieuwe mogelijkheden.
Huis in de Duinen
Project
Het vakantiehuis in de duinen is tegelijkertijd bescheiden en uitbundig. Binnen een beperkt oppervlak hebben we zoveel mogelijk ruimtelijke kwaliteit gecreëerd. Van een afstand doet het huis aan als een enkellaags gebouw met een asymetrische kap, maar bij benadering wordt ook het souterrain zichtbaar. Door gebruik te maken van de helling van het duin kon een grotere souterrain verdieping gemaakt worden waar de meeste slaapvertrekken en dienende functies gevestigd zijn. De begane grond springt terug ten opzichte van het souterrain waardoor een terras ontstaat en heeft een doorlopend panoramisch venster wat het interieur met het omliggende landschap verbindt.
Impact
We maken impact door te doen waar we goed in zijn: het ontwerpen van onderscheidende en betekenisvolle gebouwen die door gebruikers en omgeving gekoesterd en omarmd worden. Door zorgvuldig en slim te ontwerpen maken we gebouwen die mooi ouder worden en anticiperen op veranderend gebruik.
Het huis in de duinen is voornamelijk geprefabriceerd ten behoeve van een zo kort mogelijke bouwtijd waardoor de impact op de omgeving zo klein mogelijk is. Door te prefabriceren is het bouwproces efficient, stil en is een hoge kwaliteit van uitvoering gewaarborgd. Daar waar mogelijk is de constructie in kruislings verlijmd hout uitgevoerd in combinatie met houten kozijnen en een houten dakafwerking. Door de klimaatprincipes onderdeel te maken van de architectuur reduceren we energiebehoefte van het gebouw en verhogen we het comfort. Onderdelen van dit integrale ontwerp zijn een doorlopend dakoverstek, logische positionering en maatvoering van gevelopeningen, geïntegreerd ventilatiesysteem met natuurlijke toevoer en verplaatsbare zonnerakken. Een warmtepomp in combinatie met een bodemlus voorziet het gebouw van koeling en verwarming.
Creatief Ondernemerschap
We geloven in volledige toewijding aan ons vak. Ieder project is uniek en verdient een eigen benadering passend bij de opgave. Ons werk ontstaat in een continue dialoog met onze opdrachtgevers, makers en alle andere betrokken partijen. Goed luisteren en scherp redeneren zijn een voorwaarde voor een goede dialoog en kan alleen dan resulteren in een betekenisvol gebouw.
Well Living Lab
Project
In het Shunyi-district van Beijing, China is een Laboratorium voor onderzoek naar de invloed van interieurs op welbevinden en gezondheid, gerealiseerd. Superimpose heeft met het ‘Well Living Lab’ een aanpasbaar gebouw ontworpen dat met vrij indeelbare vloeren en een draaibaar lab op het dak het onderzoek optimaal ondersteunt en zelf LEED- en WELL-gecertificeerd is.
Het Lab in Beijing is gerealiseerd ten behoeve van een Chinees-Amerikaanse samenwerking tussen Delos, Mayo Clinic en Sino Ocean Group. Deze samenwerking brengt wetenschappelijk onderzoek naar gebouwen, gedrag en gezondheid bij elkaar. Het onderzoek is gericht op de invloed die kantoor- en woonomgevingen hebben op gezondheid, welzijn, comfort en prestaties van mensen, teneinde ‘gezondere interieurs’ te bereiken.
Impact
De opgave voor Superimpose was om een flexibel aanpasbare en optimale onderzoeks-omgeving te creëren. Tevens was de opdracht om low-tech oplossingen toe te passen en een gebouw te ontwerpen dat een uitmuntende WELL- en LEED-certificatie krijgt. Om voor experimenten telkens andere omgevingen en omstandigheden te kunnen nabootsen en de inval van zonlicht te optimaliseren, moesten open en telkens opnieuw indeelbare vloeren worden gerealiseerd. Daartoe heeft Superimpose de gebouwkern en beide vluchttrappen aan de noordkant van het gebouw geplaatst. De anders vaak donkere vluchttrappen zijn zo de architectonische blikvangers van het gebouw en stimuleren het gebruik van de trap ter bevordering van de gezondheid en sociale interactie van de gebruikers.
Op het dak is een draaibaar laboratorium gemaakt, dat steeds naar de gewenste lichtomstandigheden voor de verschillende testen kan worden gedraaid. De trappartijen, het roterende laboratorium op het dak en een riante luifel zijn ontworpen als zelfstandige elementen en drukken samen een ‘plug-in’-concept uit.
De gebouwkern brengt installatieruimten, schachten en wasruimten – met binnenvallend daglicht – bij elkaar. De lift heeft Superimpose verdekt gesitueerd, om het gebruik ervan te ontmoedigen.
Superimpose heeft de gevel van het gebouw ontworpen als een cassettesysteem om aanpasbaarheid te combineren met een sterk en herkenbaar architectonisch voorkomen, dat past in de industriële context van het district Shunyi. In deze gevelcassettes zijn binnen-zonwering, buitenzonwering en elektrochroom glas; dynamisch schakelbaar glas dat zonwering en glaskleur geïntegreerd.
De grote luifel bij de entree vormt een uitnodigend gebaar en sluit direct aan op de buitentrap. De luifel biedt beschutting, maar laat daglicht door voor de ruimten op de begane grond. Naast het draaibare laboratorium is op het dak ook een kweektuin gerealiseerd; deze levert producten voor de maaltijden en moet het gevoel van betrokkenheid bevorderen.
Creatief Ondernemerschap
Superimpose gelooft niet in het eigenwijs vasthouden aan een bepaalde ontwerpstijl; in plaats daarvan zoekt de studio naar innovatieve en creatieve strategieën als antwoord op de specifieke ontwerpvraagstukken om zo projecten te creëren die een indrukwekkend resultaat zijn vanuit hun functionaliteit, duurzaamheid, innovatie en hoogwaardigheid. Wij denken mee met onze cliënten om zo tot verbeterde uitgangspunten te komen.
De naam ‘Superimpose’ reflecteert het interne ontwerpproces en onze bureaufilosofie: Wij analyseren de bestaande context grondig om zodoende tot ontwerpen te komen die de kwaliteiten of het potentieel van de context respecteren, verbeteren, aanvullen, recyclen en benutten. Wij hebben als algemeen doel om projecten te creëren die bijdragen aan leefbare omgeving voor toekomstige generaties en hechten daarom waarde aan revitalisering, duurzaamheid en circulariteit. Superimpose ontwerpt met de gebruiker in gedachte; De menselijke schaal en de bruikbaarheid zijn hierbij een uitgangspunten.
Wij selecteren onze werknemers gebaseerd op diversiteit om ons zo te laten inspireren door verschillende perspectieven en invalshoeken. Voor ons is design niet het werk van één enkel individu. Wij ontwerpen door naar elkaar te luisteren en houden regelmatig ‘Idea Farms’ om kennis uit te wisselen tussen onze internationale studio’s.
Samenwerking is een vitaal deel van onze mentaliteit om zo onze ontwerpen meer ‘compleet’ te maken. Naast onze samenwerking met lokale ontwerpbureaus en de gebruikelijke consultants, hebben wij in het verleden hebben wij samengewerkt met experts op het gebied van duurzaamheid, filmproducenten, visuele artiesten, fotografen, houtbewerkers, meubelmakers, etc.
Rijtjeshuizen in de Kruidenbuurt
Project
Het project Rijtjeshuizen in de Kruidenbuurt omvat het ontwerp voor 13 tussenwoningen, verspreid over twee nieuwe blokken in de gelijknamige wijk in Eindhoven. De randvoorwaarden voor de opgave waren strikt: de steensoort was al bepaald en de ontworpen gevel zou gecombineerd worden met de welbekende standaardplattegrond (beukmaat 5,4m, gang met trap, keuken aan de voorkant). Toch is juist deze opgave door ons aangegrepen om deze standaard ter discussie te stellen. Op dit moment wordt door het hele land dezelfde standaard in razend tempo herhaald. Terwijl de aandacht van de architectuurwereld zich lijkt te concentreren op de uitzonderingen (exclusieve villa’s, torens, musea) en de buitenkant, heeft deze woonstandaard een significante impact op het leven van veel mensen. Voor de woningen in de Kruidenbuurt is daarom de meeste energie gestoken in het verbeteren van de woonkwaliteit, onder andere door het verbreden van de ruimte aan de voorgevel, waardoor hier een bruikbare verblijfsruimte kan ontstaan. Wat een kleine wijziging van enkele tientallen centimeters lijkt, is in werkelijkheid een bepalende factor in hoe mensen in de woning leven.
Impact
Juist in deze kleine wijzigingen zit namelijk het verschil voor de (mentale) gezondheid van mensen, de leefstijl en de relatie tot de natuur. Met als meest concrete voorbeeld het thuiswerken, dat in de standaard plattegrond aan de keukentafel in het gedeelte met het minste daglicht wordt gefaciliteerd. De verbreding aan de gevel in de Kruidenbuurt zorgt ervoor dat mensen tijdens hun acht uur durende werkdag voldoende in contact blijven met daglicht en de veranderingen die zich buitenshuis in de natuur afspelen. Willen we naar een werkelijk duurzame leefomgeving, dan moeten we niet alleen naar technische aspecten of materiaalgebruik kijken, maar ons afvragen wat voor leven onze ontwerpen faciliteren. Dit is precies waar we in dit project en in bredere zin naar streven. Concreet betekent dit dat we meer aandacht willen schenken aan de dagelijkse ervaringen, bewegingen en activiteiten van de mens. Ruimte construeren vanuit de fysieke ervaring van architectuur in plaats van een constructie louter vanuit vogelvluchtperspectieven, plattegronden, aanzichten of andere kunstmatige abstracties die daar weinig recht aan doen. Daarbij wordt het gebouw benaderd als een faciliterend instrument in plaats van als neutraal object.
Creatief Ondernemerschap
De snelle verspreiding van architectonische werken via digitale media zorgen ervoor dat gebouwen voornamelijk op zeer korte en kortzichtige wijze worden gezien. Mede daardoor legt het praktisch gebruik het soms af tegen esthetisch fetisjisme dat voornamelijk de buitenkant beschouwt. Zoals hierboven beschreven, willen we in ons werk juist de van binnenuit ontworpen, goed doordachte (woon)ruimte centraal stellen. Ook in andere, nog niet gerealiseerde, projecten komt deze benadering terug en zorgt voor een enthousiaste reactie bij de (eind)gebruikers. Met deze faciliterende ontwerpbenadering is er namelijk ruimte voor verschillende zienswijzen door bewoners of andere gebruikers, zowel in het ontwerpproces als in het gebruik daarna.
Bosvilla Noordwijk
Project
Tussen de essen en esdoorns in het bos bij Noordwijk is een houten villa naar ons ontwerp gerealiseerd. Door de positionering midden op het kavel wordt de mooie bosrijke omgeving maximaal benut. Het interieur kent een heldere, bijna mathematische ruimtelijke indeling, doordat die samenvalt met de duidelijk zichtbare constructie.
Rondom het woonhuis is een terras aangelegd welke samen met het overhangend dak de binnen- en buitenruimtes in elkaar laat overvloeien. Ze vormen samen een overgangszone tussen de leefruimtes en de natuur.
Impact
Ons bureau wil architectuur maken die in sync is met zijn omgeving en gebruiker. We benutten de kwaliteiten van de plek en vatten dit samen in een simpel systeem dat werkt voor de gebruiker.
#3 Goede gezondheid en welzijn Er is uitsluitend met natuurlijke materialen gewerkt, het woonhuis is helemaal van hout gebouwd en de draagconstructie is modulair. Wonen in een houten huis brengt een erg aangenaam binnenklimaat met zich mee door de geur, warme uitstraling en goede akoestiek. Door een gebalanceerd ventilatiesysteem zijn de bewoners altijd voorzien van schone lucht, en door het hergebruik van (kalkvrij) regenwater hebben we een gezond watersysteem geïntegreerd.
#11 Duurzame steden en gemeenschappen Het woonhuis is toekomstbestendig doordat de gehele begane grond drempelvrij is ontworpen inclusief de overgang naar buiten toe. De bewoners van de Bosvilla zijn een familie waarvan de kinderen bijna uit huis gaan. Daarom zijn hun slaapkamers compact ontworpen en is de ouderlijke slaapkamer op de begane grond gesitueerd.
De moderne architectuur van het woonhuis versmelt met de traditionele panden uit 1928 die op Landgoed Sancta Maria staan. Er is gekozen voor een bescheiden bouwvolume en dakvorm die bestaan uit metselstenen en zink. Deze materialen zullen na verloop van tijd verouderen en daardoor mooier worden.
#13 Klimaatactie Het overhangende dak beschermt het woonhuis tegen regen, vuil van de bomen en warmte van de zomerzon. In de wintertijd als de bomen kaal zijn en de zon laag staat, komt de zonnewarmte wel binnen.
Wanneer het regent loopt het water van het dak af zoals bij een paraplu, en wordt via de goot die in het terras is geïntegreerd opgevangen in een ondergrondse tank. Het regenwater wordt vervolgens gebruikt om de tuin te sproeien, toiletten door te spoelen en de vaatwasser en wasmachine te voorzien van heel zacht water. Hierdoor wordt 70% bespaard op het gebruik van drinkwater.
Verder is de woning energiezuinig met een warmtepomp en ventilatie met WTW. Uit berekeningen kwam naar voren dat zonnepanelen op deze locatie door de bomen een te laag rendement behalen, dus is gekozen voor externe zonnepanelen via een corporatie om toch eigen energie op te wekken.
Creatief Ondernemerschap
Voordat ik afstudeerde ben ik mijn eigen bureau gestart. Ik wilde mijn eigen ideeën ontwikkelen en ontdekken hoe ik kan bijdrage aan een betere wereld met architectuur. Gelukkig zijn er de afgelopen jaren diverse architecten bij gekomen.
Om het team meer verbondenheid te laten voelen met het bureau, gaan we onze naam binnenkort veranderen. De nieuwe naam zal niet meer gelinkt zijn aan mij persoonlijk maar aan een gedeelde waarde. Hierdoor kan het bureau zicht beter ontwikkelen vind ik.
De nieuwe naam is nog in ontwikkeling maar zal gelinkt zijn aan Kumiki. Kumiki is een oude Japanse techniek om sterke en esthetische houtverbindingen te maken. Voor ons staat dit voor vakmanschap, verbinding en samenwerking.
Ik wil een omgeving creëren waarin iedereen zijn talent kan benutten en zichzelf waardevol kan maken. Ontwerpen en bouwen is namelijk echt iets dat je samen doet. Wij hebben een open houding naar de wereld, elkaar, onze opdrachtgevers en bouwpartners. Het inzicht van een stagiair is net zo waardevol als die van een senior architect. De kunst is om binnen een project een positieve energie te ontwikkelen die door alle partijen, en vooral de opdrachtgever, als prettig wordt ervaren.
Gaandeweg hebben we ons ontwerpproces aangescherpt en zijn we onze opdrachtgevers meer gaan betrekken in de beginfase. Om hen beter te leren begrijpen, beginnen we met ontwerp workshops waarin we spelenderwijs de uitgangspunten van het project samen in kaart brengen. Het is belangrijk dat een opdrachtgever (particulier of commercieel) zicht gehoord voelt.
Daarnaast hebben we de afgelopen jaren geïnvesteerd in het verzamelen van goede vakmensen om ons heen. Dit gaan we de aankomende periode verder uitbreiden met onze onlinebibliotheek waarin we inspirerende experts interviewen.
Naast het creatieve proces wil ik als eigenaar van het bureau de zakelijke kant goed op orde hebben. Met deze voorwaarde kan het team zich namelijk focussen op de kernactiviteiten. Samen met externe adviseurs en bevriende ondernemers uit andere vakgebieden, heb ik een werkwijze ontwikkeld die past bij ons, en waarmee ik het bureau cijfermatig kan besturen.
Voor mijn gevoel is het bureau klaar om een volgende stap te maken. In dit proces past de deelname aan Next step Program erg goed vind ik. Het lijkt me super leerzaam om te ontdekken hoe letterlijk de next step eruit kan zien.
De Scheepmaker
Project
De scheepmaker is een woongebouw met 55 one of a kind woningen die aanvoelen als een maatpak. Diverse typologieen, uitgebreide ontworpen kopersopties en aanleidingen om de woningen naar je hand te zetten, maken dit mogelijk. Ons motto voor dit project was: ” niemand woont hier als iemand anders”. De uitdaging zat hem in het realiseren binnen de bouwmethodieken van de gevestigde orde.
Impact
De drie SDG’s zitten integraal verweven in onze bureauvisie:: “VO-A is an architectural firm that strives to build recognizable living environments that fit like a glove, in which the user can adapt their home over time to their changing wishes. We innovate through the smart use of existing architectural resources. Architecture is our tool to make (unexpected) connections with which the maximum achievable plan can be realized.” We geloven dat het resultaat van onze visie leidt tot woongebouwen en gebieden waar mensen om geven, geluk ervaren en gezond(er) kunnen en willen leven (SDG3, SDG11) Dit zie je al in de scheepmaker gebeuren. Echter, de (middel)grote woningbouw in nederland is zeer traditioneel, waardoor de woningbouw projecten en bouwmethodieken minder ver (kunnen) gaan dan je zou willen. Wij zien het als onze missie om ‘als een paard van troje’ de bouwindustrie van binnenuit te veranderen (SDG13) en kunnen hier hulp bij gebruiken, daarom schrijven we ons in voor het Next Step program.
Creatief Ondernemerschap
Creatief ondernemerschap gaat bij ons vooral over de manier van samenwerken. Met een team van 8 personen hebben wij de eer en verantwoordelijkheid om ruim drie duizend woningen in verschillende woongebouwen en woongebieden te mogen ontwerpen. Dit vergt een dynamiek en communicatie waarbij inclusieve en gelijkwaardige besluitvorming op een transparante wijze plaats vindt, zowel binnen het bureau als met stakeholders. Op deze wijze worden de randvoorwaarden en kansen van opgaven inzichtelijk en geborgd, waarna je dit kan vervlechten tot een gedragen ontwerp met impact.
Entreegebied Werelderfgoed Kinderdijk
Project
Het project omvat de gehele herinrichting van het entreegebied tot het Werelderfgoed Kinderdijk. Met het door ons ontworpen masterplan, bezoekerscentrum voor individuele bezoekers (ticketverkoop, informatie, cafe en souvenirshop), entreegebouw voor groepsbezoekers met kantoor voor de stichting en verschillende bruggen.
De gebouwen en bruggen vormen samen een lijnenspel in een verder groene wereld. Zorgvuldig ingebed in de waterstaatkundige morfologie van gemalen, kades en kanalen.
Het met precisie vormgegeven ensemble ontvlecht op een ogenschijnlijk eenvoudige wijze de verschillende bezoekers- en gebruikersstromen (individuele bezoekers, busgroepen, riviercruisegroepen, molenbewoners en zwaar werkverkeer van het waterschap).
De architectuur valt samen met het landschap, herstelt de lange kades van het polderlandschap en versterkt de ervaring van het gebied.
Impact
Kinderdijk wordt overlopen door toeristen. Met ons plan worden deze nu op een ordentelijke wijze door het gebied geleidt. Waardoor de overlast voor de omgeving vrijwel is opgelost. Daarnaast functioneert het bezoekerscentrum ook als plek waar de buurt even koffie komt drinken.
Kinderdijk is de Icoon van de Hollandse traditie van waterbeheer. Een verhaal dat ondergesneeuwd was door een lawine aan toeristische wildgroei. Met ons plan is het gebied volledig opgeschoond. Is de ruimtelijke verbinding tussen het polderlandschap en de achterliggende rivier herstelt. En de samenhang tussen de 18de eeuwse molens en de moderne gemalen weer leesbaar.
De hedendaagse en utilitaire vormgeving van de architectuur en bruggen herstelt de thematische verbinding tussen molenlandschap en de moderne praktijk van waterbeheer. Een verhaal dat iedere dag aan duizenden bezoekers vanuit de hele wereld wordt verteld.
Creatief Ondernemerschap
Creatief ondernemerschap betekent voor ons het inzetten van ontwerp kracht voor een betere wereld. Geen zelf-feliciterende architectuur die de omgeving overstemt, maar een architectuur die zich dienstbaar opstelt. Ontwerp dat met zijn ogenschijnlijke eenvoud precies doet wat het moet doet.
Rensenhut
Project
De Rensenhut is een eerbetoon aan Jaap en Aleid Rensen, voormalige directie Noorder Dierenpark Emmen. De dierentuin sloot in 2015 definitief haar deuren. In 2016 werd het terrein van het oude dierenpark heropend als stadspark. Het zogenaamde Rensenpark in het centrum van Emmen is vernoemd naar het echtpaar Rensen. Gedurende het jaar worden er bijzondere evenementen in de voormalige dierentuin georganiseerd. De Rensenhut is een eigentijds multifunctioneel paviljoen met een knipoog naar het roemruchte verleden van het voormalige dierenpark en biedt verschillende perspectieven voor de toekomst.
Impact
Vanaf de eerste schets zijn wij gefocust op de ervaring die toekomstige gebruikers zullen hebben. Daarbij wordt altijd gezocht naar de vraag achter de vraag. Abelen Architectuur realiseert verschillende type projecten die reiken van gebouwen voor wonen en werken tot installaties, paviljoens en werken op het grensvlak met kunst. In opdracht en op eigen initiatief. Duurzaam, innovatief, persoonlijk en volledig afgestemd op de wensen en mogelijkheden van opdrachtgevers zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. De ontwerpen vallen op door hun menselijke maat en hebben een blijvende meerwaarde voor gebruikers en hun omgeving. Ontwerpen zijn altijd omgevingsbewust en maken op passende wijze deel uit van de wereld eromheen. Abelen Architectuur adviseert vanaf de eerste schets tot en met de oplevering. Met veel aandacht en toewijding voor de kleinste details.
Creatief Ondernemerschap
Abelen Architectuur is een jong ontwerpbureau uit Leiden met een frisse blik op de wereld, opgericht door Rick Abelen.
De relatie tussen mens en architectuur vormt voor het bureau een interessant spanningsveld. Geïntrigeerd door de bebouwde wereld met al haar complexiteit maken wij samen met opdrachtgevers eigenzinnige en persoonlijke ontwerpen.
Abelen Architectuur streeft naar het beste antwoord op de essentie van een vraagstuk en probeert daarmee bij te dragen aan een betere wereld. De interesse in de bebouwde wereld en mensen geven ons enorm veel voldoening en energie.
Trees First | Slachthuisplein Urban Forest
Project
Op het Slachthuisplein is een ‘urban forest’ geplant. Het is een ‘testlocatie’ om bosaanplant te testen als een middel om een robuuste groene infrastructuur te creëren en ook een mooiere plek om te verblijven in de zomer, een weelderig en groen bos-park dat een natuurlijke speelomgeving biedt voor de kinderen van de Prins Willem Alexander basisschool. Er is hier een licht glooiend landschap ontstaan met bodembedekkend groen, verschillende struiken en meer dan 40 nieu-we bomen. De bosrand heeft verschillende toegangspaden die zijn bestraat met hergebruikte kinderkopjes die eerder in de Thijssestraat hebben gelegen. In het ontwerp zijn bomen zo geplant dat ze via het ondergrondse systeem van boomwortels met elkaar worden verbonden. Het bodemleven zal toenemen en de biodiversiteit zal boven en onder de grond gedijen. De boomsoorten zijn zorgvuldig gekozen om de stedelijke omstandigheden te weerstaan. Het beplantingspalet is geïnspireerd op de duinboshabitat waar vergelijkbare omgevingscondities te vinden zijn. Op het Slachthuisplein wordt ruimte en tijd gegeven voor natuurlijke verjonging en bosopvolging. Het zal een schuilplaats zijn voor paddenstoelen, symbiotische bacteriën, planten, korstmossen, mos en dieren die eromheen leven; een nieuwe biodiversiteit te ontdekken in het hart van de wijk Laak. Er is enkel gebruikgemaakt van inheemse planten, struiken en bomen; voornamelijk eiken, esdoorns, berken en lijsterbessen. Het idee hierachter is dat deze soorten beter samenwerken met de rest van de natuur, vooral met de vogels, vleermuizen en insecten. Vogelhuisjes, vleermuizenkasten en een insectenhotel moeten er-voor zorgen dat deze vliegers en kruipers zich thuis voelen op het Slachthuisplein en dat de leerlingen van de Willem-Alexanderschool alleen maar hoeven over te steken om over de natuur te kunnen leren. Het Slachthuisplein is aangepakt op speciaal verzoek van de omwonenden die graag meer groen en bomen wilden op het plein. Alle speeltoestellen zijn behouden in het plan. Vrijwilligers van Vadercentrum Adam hebben, speciaal voor dit project, mezenkasten, vleermuizen-verblijven en een insectenhotel gemaakt.
Impact
Belangrijkste ontwerpuitgangspunt is dat hetgeen wat wordt aangebracht in een systeem fungeert: het moet zonder menselijk ingrijpen voortbestaan en vermeerderen en uitgroeien. Dit wordt nauwgezet gemonitord i.s.m. de universiteit Leiden en Naturalis. Vochttoestand, temperatuureffecten, gebruik en natuurontwikkeling in bodem en beplanting worden nauwgezet onderzocht. Op verschillende aspecten is berekend dat de investering van het project in Den Haag zich binnen 10 jaar al terugverdient.
Het planten van bomen in de stad om klimaatverandering tegen te gaan wordt steeds meer een nieuw doel op de stedelijke agenda. Er is een interessant contrast op te merken als we naar de gemiddelde levensduur van bomen in steden kijken: 30 jaar. De reden daarvoor is dat bomen in Europese steden nog steeds vanuit een utilitair perspectief en als stadsmeubilair bekeken worden. Aangezien de verwachting is dat 70% van de bevolking tegen 2050 in een stedelijke setting zal leven is een radicale benadering van stadsnatuur noodzakelijk. Bossen zou een voorwaarde moeten worden voor gezond leven en voor stedelijke ontwikkeling. In de toekomst zullen we eerder bossen in onze steden planten dan alleen bomen. Steden zullen zich aan gaan passen aan de behoeften van bosplantgemeenschappen. Er zal ruimte gemaakt worden voor de bossuccessie en om spontane groei te bevorderen. Steden zullen grote voordelen ontvangen in ruil voor ecosysteemdiensten, en stedelijke bossen zullen bijdragen aan de volksgezondheid.
Creatief Ondernemerschap
Jean-François Gauthier, oprichter van bureau SYLVA, is afgestudeerd op Urban Forestry, een benaderingswijze waarbij stad als extreem milieu wordt benadert en een uitgekiend beplantingsplan een natuurlijk systeem in de stad kan ontstaan waarbij biodiversiteit en verkoeling naast een aangenamer leefklimaat de doelen zijn. Zijn praktijk bevindt zich op de grens tussen een fascinatie voor ecologische systemen en artistieke experimenten. Met ‘Trees First’ deed hij onderzoek naar het systeem en de mogelijkheden van het stadsbos; aandacht voor bomen als uitgangspunt voor stedelijke ontwikkeling. Het bos gezien als een circulair principe is de basis van zijn ontwerpproces. Jean Francois ontwerpt samen met natuur en circulariteit, begint met de materialen en biodiversiteit die men ter plaatse zou vinden. Hij gelooft in de genius loci van een site. Veel kwaliteiten van een bos kunnen een nieuwe wijk ten goede komen. Naast de visuele impact creëert het biovariëteit, vermindert het het hitte-eilandeffect en zorgt het voor waterberging in de zomer. Onderzoek wijst ook op een sterke relatie tussen gezondheid, welzijn en dagelijkse toegang tot de natuur. Het doel van het bureau is het realiseren van stadsbossen en nieuwe ecosystemen in heel Nederland en West-Europa. Het is belangrijk dat ontwerpers, aannemers, boomverzorgers, botanici, onderhoudspartijen en bewoners goed met elkaar samenwerken. We willen een flexibel collectief van deelnemers organiseren om voor elk project een oplossing op maat te kunnen maken. Als ontwerpbureau willen we nieuwe samenwerkingsverbanden initiëren, handelend vanuit lokaal perspectief voor een mondiaal doel.
Gibbonpaviljoen ARTIS
Project
ATELIERFRONT realiseerde op een prachtige locatie in ARTIS een binnenverblijf voor gibbons en een horeca punt aan een intiem plein. Het paviljoen past in de monumentale context van het park en bij de progressieve ideeën van ARTIS, waarin dierenwelzijn en duurzaamheid centraal staan. Het gebouw creëert een habitat voor deze mensapensoort, waar ze al hun natuurlijke gedrag vertonen.
Impact
Een ontwerp is het verhaal van de plek en de gebruikers. Plekken die voor mensen logisch en intuïtief te gebruiken zijn en daarmee comfort geven. Als een jas die zich perfect naar je lijf heeft gevormd. Met het gibbonpaviljoen hebben we een karaktervol bouwwerk willen maken. Een gebouw dat verrast en tegelijkertijd de vanzelfsprekendheid heeft van iets dat er altijd al was. Het paviljoen voldoet aan de ambitieuze doelstellingen uit het masterplan ARTIS 2030 en is in gebruik CO2 neutraal. De modulaire constructie uit FSC Siberisch lariks is afgewerkt met een ecologische beits. De groene daken dragen bij aan biodiversiteit en opslag van regenwater. Door het te openen dak wordt natuurlijk geventileerd. In het verblijf zorgen planten voor een prettige leefomgeving voor de dieren, maar ook voor vage grenzen tussen binnen en buiten. Architectuur heeft uiteraard vooral impact op het leven van de bewoner, en de directe omgeving waarin het staat. Maar het gebouw vertelt ook een groter verhaal: hoe kijken we naar de dieren. Hoe kijken we naar onszelf? Hoe gaan we om met onze planeet en al het leven.
Creatief Ondernemerschap
Voor creatief ondernemerschap staan voor ons een aantal dingen centraal: Lef, een open houding, kwaliteit leveren en een podium voor jezelf bouwen. Door echt iets toe te voegen kun je ook verwachten dat een opdrachtgever je fatsoenlijk betaalt voor je ideeën en dat is belangrijk voor de kwaliteit en continuïteit van de onderneming. Door veel samen te werken -binnen en buiten je bureau- leer je van elkaar en zorg je voor goede sfeer. Daarbij hebben architecten door hun invloed in een project een behoorlijke verantwoordelijkheid. We kunnen onze invloed aanwenden door opdrachtgevers te helpen om de dingen te kiezen die meerwaarde creëren, niet alleen voor henzelf maar ook voor ‘grotere’ verhalen zoals duurzaamheid, sociale cohesie, en (natuur) inclusiviteit.
Tuinstudio
Project
Twee creatief ondernemers hadden de wens een werkstudio met gastenverblijf in hun tuin te hebben. Deze wens werd tijdens het project extra urgent door corona en twee kleine kinderen in huis. Zo is een multifunctionele studio ontstaan met twee aparte studio ruimtes, een keuken, badkamer en een slaapzolder, waarbij optimaal gebruik is gemaakt van de beperkte ruimte. De houten materialisatie, waarbij het interieur is geïntegreerd, en de installaties gericht op een (bijna) autarkische toekomst maken het een duurzaam en holistisch geheel.
Impact
Studio Abacaxi heeft als doel omgevingen te creëren, waarin mensen kunnen verbinden en ontmoeten. Dit kan met andere mensen zijn, maar ook met de natuur of hun innerlijke zelf. De Tuinstudio is een voorbeeld van een plek waar al deze ontmoetingen plaatsvinden en draagt daardoor bij aan het welzijn en de gezondheid van de gebruikers (Good Health & Well-being). Door de kleine schaal en multi-functionaliteit is het daarnaast een voorbeeldproject voor duurzame woon-werk oplossingen (Sustainable Cities & Communities), waar Studio Abacaxi graag verder onderzoek naar doet en initiatief in neemt. En door toekomstgericht met de installaties om te gaan (voorbereidingen getroffen voor zonnepanelen en de mogelijkheid het gehele systeem hier aan te koppelen, met o.a. een watergedragen vloerverwarming) is het in het project mogelijk geworden om met een laag installatie budget toch voor te bereiden op een (bijna) autarkische toekomst (Climate Action). De urgentie hiervan is afgelopen week alleen maar duidelijker geworden en wij streven naar een zo schuldeloos mogelijk toekomstig gebruik van de aarde.
Creatief Ondernemerschap
Studio Abacaxi heeft als doel bij elk project iets nieuws te leren, waarbij verschillende onderdelen van het creatief ondernemerschap aan de orde komen. Of het nu om acquisitie, projectleiding of detaillering gaat: juist de dynamiek van het vakgebied spreekt aan. Einddoel van de projecten is altijd een trotse opdrachtgever, maar de weg daar naartoe is het interessantst. Creatief ondernemerschap heeft dan ook veel te maken met kansen zien en er vervolgens voor te gaan en soms voor te vechten, zonder risico’s uit het oog te verliezen. Ambities van Studio Abacaxi zijn dan ook: waardevolle plekken creëren voor gebruiker en omgeving, waarbij duurzaamheid een belangrijke rol speelt en een bepaalde artistieke vrijheid binnen het project zien te waarborgen. Samenwerkingen spelen hierbij een belangrijke rol en ook het financieel in stand houden van de onderneming is een belangrijk doel om ook in de toekomst nog impact te kunnen maken.
Raamwerk Sloterdijk 2 Zuid
Project
Amsterdamse werkgebieden zitten in zwaar weer. Door de druk op de woningmarkt komen steeds meer bedrijventerreinen in aanmerking voor transformatie naar woongebied. Dit leidt tot schaarste in het aanbod van bedrijfsruimte. Hoog tijd dat we de bestaande werkgebieden slimmer en intensiever gaan gebruiken. Want, een groeiende stad met meer inwoners heeft ook behoefte aan meer arbeidsplaatsen en meer ruimte om te ondernemen. Het stedenbouwkundig Raamwerk van Sloterdijk 2 Zuid speelt in op deze ontwikkeling. Het raamwerk schept nieuwe spelregels en bouwstenen om het bestaande bedrijfsprogramma (90.000 m2) ter verviervoudigen (400.000 m2), verdeelt over twee grex-periodes. Om dit voor elkaar te krijgen is een evenwichtig programma met zoete en zure onderdelen samengesteld. Het stapelen van bedrijfsruimte is een ruimtelijke uitdaging en complexe rekensom, zeker in een situatie waarin geen gebruik kan worden gemaakt van woningbouwprogramma om de businesscase rond te rekenen! Daarmee onderscheid Sloterdijk 2 Zuid zich van alle andere gebiedstransformaties. De stedenbouwkundige regels zijn flexibel zodat deze kunnen inspelen op veranderende marktcondities en tegelijkertijd genoeg ruimte bieden aan architecten en ontwikkelaars om een nieuwe generatie werkgebouwen te ontwerpen.
Impact
In ons werk proberen we impact te realiseren door richting te geven aan verandering. In de dagelijkse praktijk geven we hier handen en voeten aan door verdieping te zoeken in bestaande antwoorden of nieuwe oplossingsrichtingen aan te dragen. Dit doen we op de schaal van de regio, de stad en het bouwblok. De agenda en interesses zijn breed met oplossingen en verbeeldingen die het Europese Hoofd Energiesysteem bevragen maar ook sociale vraagstukken zoals alternatieven voor het huisvesten van vluchtelingen in de stad.
In onze optiek komt verandering alleen tot stand als we voldoende ruimte scheppen om hier flexibel op in te spelen. Het raamwerk van Sloterdijk 2 Zuid is hier een mooi voorbeeld van. In het plan zijn twee grex-periodes opgenomen. Hiermee geven we in tijd twee keer een prikkel voor transformatie. Daarnaast zit het programma niet vast in de bouwenvelop maar zweeft het boven het gebied en kan het dus worden ingezet daar waar initiatieven zich aandienen. Ook is er een programmaonderdeel dat heet strategische ruimtereservering. Met deze onbenoemde ruimte dagen we architecten en ontwikkelaars uit om na te denken over het tweede leven van een gebouw. De onbenoemde ruimte kan 10 jaar na realisatie van een gebouw worden ingezet om de bestaande constructie op te toppen of aan te dikken en daarmee extra ruimte creëren voor nieuwe bedrijvigheid.
Creatief Ondernemerschap
Bij UFO urbanism werken we omgevingsbewust en met een precieze blik aan verstedelijksopgave en transitievraagstukken. In de afgelopen jaren met een sterke focus op ontwerp en visievorming van complexe transformatie en vernieuwingsprojecten in de randstad. Voor velen zijn we nog niet zo zichtbaar. Dat vinden we ook niet erg. Op deze manier kunnen we het accent leggen op dat wat we belangrijk vinden, de inhoud om richting te geven aan verandering. Op de achtergrond werken we in de luwte aan een mooi opdrachtenportefeuille. Daarover misschien in een volgende ronde meer. De Next Step Program zien we als een kans om meer inhoud en betekenis te geven aan de koers van het bureau. In onze werkzaamheden zoeken we de verbinding tussen mensen, plekken en processen. In het ontwerpproces proberen we op een creatieve manier spelregels en bouwstenen uit te werken die ruimte laten voor dat wat onzeker is daarnaast voldoende houvast bieden aan de ambities die we nastreven. Hierbij hebben we oog voor de belangen en waarden die een project of gebied overstijgen. Op deze manier sturen we op gebiedsontwikkelingen die ook bijdragen aan het creëren van een publieke meerwaarde voor de stad. Dit doen we vanuit verschillende samenwerkingsverbanden, via een inhuurcontract als we bewust lang betrokken willen blijven of met vaste opdrachten voor concrete planproducten.
Podium Cromvlietpark
Project
In het hart van het nieuwe Haagse stadspark, Cromvlietpark, nestelt het podium zich tussen de beeldbepalende bomen van het park. Het ontwerp vormt een samensmelting van een klassieke muziekkiosk, vindbaar op veel dorpspleinen en in stadsparken, en een beklimbaar uitzichtplatform. Spiraalsgewijs draait het podium om een boom heen en eindigt de route in de boomtoppen van het Cromvlietpark. Het podium doet dienst als een centraal afspreekpunt, een afgedekte plek voor evenementen, een zitelement en een uitzichtplatform. De vormentaal gaat mee in de ronde eilandachtige vormentaal van het park.
Impact
Ten alle tijde proberen we onze ontwerpen een meerwaarde mee te geven buiten het gevraagde programma om. Centraal daarin staat een bepaalde mate van vrijheid en keuze in gebruik en waar mogelijk verschillende lagen van gebruik en van gebruikers met elkaar te vermengen. Om ten alle tijde creativiteit te stimuleren en uitsluiting tegen te gaan.
Dit project gaat over de manifestering van het publieke domein. Condities scheppen waarin verschillende lagen van de bevolking zich welkom en geroepen voelen om de ruimte toe te eigenen en daarbij creativiteit en speelsheid te stimuleren. Dit sluit aan bij het welzijn van mensen. Dit project gaat meer over sociale duurzaamheid dan dat er sprake is van een activistische benadering van ecologisch duurzame architectuur. Echter het gebouw is opgebouwd uit grotendeels staal en hout en is volledig demontabel en dus voor 99 % herbruikbaar.
Creatief Ondernemerschap
Architectuur behelst de vormgeving van de bebouwde wereld. Op de scheidslijn van kunstzinnige vormgeving en de pragmatische vertaling van het programma-van-eisen manifesteert zich architectuur. Creatief ondernemerschap komt tot uiting in het kunnen overtuigen van de opdrachtgevers en toekomstige gebruikers van de meerwaarde die architectuur kan opleveren, buiten de vertaling van het programma van eisen om.
Ginkgo Tea House
Project
The Tea House is located on the west shore of the Swan Lake, covered by a Ginkgo Forest. The Ginkgo tree has been cultivated in China for over 1,500 years and has a lifespan from a few centuries to over 1000 years. Being in such a timeless environment, the building should mainly embrace the surroundings.
Visitors walk from the train onto a floating wooden carpet punctured by trees. Once in the pavilion, the cozy rooms in between trees host the tea house. Three different levels offer three different viewpoints.
Materiality is a key element. Wooden structures integrate themselves in the sequence of the forest. Glass panes dissolve the façade, allowing sights across the pavilion. The construction refers to the traditional Chinese wooden joinery.
Impact
MADAM recipe for architecture.
#3 Melt architecture with nature Ginkgo Tea house fits in a complementary grid to the forest to interfere as little as possible with its continuity. The building finds its way between the trees. Literally a tree-hugger.
#11 Be playful
The pavilion becomes more playful as you go up. Slabs fold up, a slide goes down from the 2nd floor and only the ones who manage to climb up the net will get the best views. Kids take over. Architecture works together with the program to develop kids’ creativity and encourage their relation and respect towards nature.
#13 Keep it flexible Adaptability is sustainable. The project is made out many same size rooms, all of them merging together in a single architecture. The pavilion allows different programs simultaneously. This way we ensure resilience.
Creatief Ondernemerschap
MADAM is an architecture and urbanism practice based in Amsterdam and Madrid.
Our driving force is the conviction that out-of-the-box-architecture generates greater added value for investors and users.
We identify opportunities and tailor the most exciting plan, always looking for the unexpected value. It may be a programmatic crossover or a singular spatial experience, we pursue the unexpected added value in every detail of every project, persistently and full of imagination.
Mout Venlo
Project
Buro Moon heeft het voormalige Museum van Bommel van Dam, een markant gebouw uit de jaren 1971 en 1985, getransformeerd tot een uitnodigende horecagelegenheid. MOUT Venlo is een stadscafé, brouwerij en foodhall centraal gelegen in het Julianapark in Venlo. Het voormalige museum behoort tot het Post 65 erfgoed van Venlo, maar is geen monument. Herbestemming en gedeeltelijk behoud waren de uitgangspunten voor het ontwerp. De bestaande kwaliteiten van het gebouw zijn behouden, zoals de originele constructie, de beeldbepalende dak opbouwen en het prachtig binnenvallend licht. Daarnaast is er meer ruimte voor het park gecreëerd door de sloop van twee gebouwdelen. Hierdoor verandert het langgerekte gebouw in een compact parkpaviljoen. In het hart van het gebouw is ruimte gemaakt voor een grote transparante kas. Deze verbindt de twee (voormalige expositie-) zalen met elkaar en vormt de nieuwe centrale ontmoetingsplek. Door diverse gevelopeningen en de transparante kas verandert het gesloten en naar binnen gerichte museale gebouw naar een alzijdig, open, benaderbaar en aantrekkelijk paviljoen. Begroeide pergola’s aan de parkzijde en de vormgeving van de terrassen rondom sluiten aan op het groene karakter en de zachte lijnen van het park. Buiten loopt door naar binnen en binnen voelt als buiten. Op de grens van stad en park geeft Mout een nieuwe impuls aan het Venlose museumkwartier. Zoals u op de foto’s kan zien, is het gebouw nog niet opgeleverd. Het stond op de planning voor maart 2022, maar de bouw is vertraagd. Het belangrijkste nieuwbouw deel, de kas, is wel gereed, waardoor de impact van ons plan al goed zichtbaar is. Wij doen nu deze inzending voor het Next Step Program met dit project omdat het een goede representatie is van hoe Buro Moon te werk gaat. We hebben afgelopen jaar ook een aanbouw opgeleverd op basis van vergelijkbare ontwerpprincipes. Beide projecten tonen wij in het youtube filmpje, ze liggen op een steenworp afstand van elkaar.
Impact
Buro Moon maakt impact door, op de eerste plaats, te behouden en transformeren wat al bestaat. Waarom nieuw bouwen als er nog zoveel potentie ligt in de bestaande (stedelijke) morfologie? De 1.ste regel van de trias energetica, beperkt de energievraag, kan ook op de gebouwde omgeving worden toegepast: beperk nieuwbouw, zoveel als mogelijk, hergebruik en verdicht waar mogelijk. Hiervoor gaan wij actief op zoek naar nieuwe ‘bewoners’ en gebruikers, om in een co-creatie een nieuwe toekomst voor een bestaand object of plot te visualiseren. Zoals we dat ook voor MOUT in Venlo hebben gedaan. Middels een aanbesteding stond het voormalige museum te koop. Buro Moon heeft drie ondernemers bij elkaar gebracht om samen een plan te schetsen voor de toekomst van deze bijzondere plek. 3. Goede gezondheid en welzijn MOUT trekt inwoners van de stad naar het Julianapark toe, waardoor deze groene omgeving nog meer een gebruiksplek wordt. De toiletten in het gebouw zijn tijdens openingstijden publiek toegankelijk – een wenselijke toevoeging aan het park. Het gebouw is nu open, transparant en goed toegankelijk. Voorheen zorgde het langgerekte en gesloten museum voor onveilige situaties; bepaalde hoeken en begroeide nissen lokten onwenselijk gebruik van de openbare ruimte uit. Dit straalde af op de reputatie van het park. Met de nieuwe bruisende invulling van het gebouw is het park in de avonduren een stuk veiliger geworden. 11. Duurzame steden en gemeenschappen De Venlonaren zijn trots op hun stad, in de stad vind je een hechte gemeenschap. Een deel van de trots is Limburgs chauvinisme maar een deel komt voort uit de herbouw van een plat gebombardeerde stad aan de Maas in 1945. Geschiedenis doet ertoe. En daarom moeten we ons erfgoed koesteren, plekken geladen met geschiedenis blijven waarderen en gebruiken. De nieuwbouw is een verwijzing naar de Venlo-kas, onderdeel van de geschiedenis van de streek op het gebied van efficiënte en gezonde voedselproductie. 13. Klimaatactie Minder gebouw en meer groen, dit uitgangspunt lag aan de basis van ons ontwerp. Gebouw en terreinverharding hebben plaats gemaakt voor bomen, gras en zachte terreinafwerking. Tussen gebouw en park hebben we zachte, groene overgangen gecreëerd, met pergola’s en hagen voor mens en dier. Het versterken van de buitenbeleving binnen is door middel van nieuwe gevelopeningen en de transparante kas gerealiseerd. Het groen beperkt de hittestress in de stad en de weggehaalde verharding vergroot de buffercapaciteit van de stad voor water bij piekbuien.
Creatief Ondernemerschap
Ons werk richt zich op opgaven waarbij bestaande structuren en nieuwe interventies een dialoog aangaan. Het spanningsveld tussen natuur en cultuur, het groen en de stad, geschiedenis en toekomst, kunst en techniek, de mensen en dieren, komt in onze architectuur tot uiting. Soms zoeken we het contrast op, maar meestal brengen we juist verbinding tot stand. Dit binnen de huidige economische realiteit waarbij het budget vaak leidend is en de eigen onderneming ook moet floreren. Buro Moon is vanaf het begin betrokken, door zelf actief op zoek te gaan naar potentiële gebruikers, ontwikkelaars, ondernemers en/of nieuwe eigenaren van een bestaand stukje stad of object. Zo creëren we onze eigen opdrachten. Wij hebben het vermogen om te creëren, te visualiseren en te organiseren. We scheppen een nieuwe ruimtelijke realiteit en dit doen we vanaf een vroeg stadium in samenwerking met de opdrachtgever en diverse stakeholders zodat er een gedeeld eigenaarschap ontstaat over de/onze toekomst.
Carnisse Eiland
Project
Carnisse Eiland is een nieuwe woonbuurt in Rotterdam Zuid waar groen, recreëren, spelen en ontmoeten centraal komen te staan. Het stedenbouwkundig plan met meer dan 500 woningen is een ontwerp van Keizer Koopmans en Bureau B+B urbanism and landscape architecture. Na het winnen van een besloten competitie hebben we intensief samengewerkt met de gemeente Rotterdam en verschillende belanghebbende marktpartijen als Era Contour, Heijmans en Dura Vermeer om tot de juiste kwalitatieve samenstelling van het programma te komen en om de financiële haalbaarheid van het plan te toetsen.
Geïnspireerd door het gedachtegoed van stedenbouwkundige Jan Gehl is speciale aandacht besteed aan de menselijke schaal en interactie van buurtbewoners. De zonering van rust en reuring en de indeling van privé-, gedeelde en openbare ruimte zijn bepalend geweest in het ontwerpproces voor deze nieuwe parkbuurt. Elementen zoals een brede overgangszone bij de voordeur, collectieve binnentuinen en een centraal buurtplein stimuleren ontmoeting en sociale veiligheid. Daar waar binnenstedelijke verdichtingsopgaves in Nederland vaak leiden tot een eenzijdig aanbod van hoogbouw, is op Carnisse Eiland juist een uitgekiende mix van eengezinswoningen, maisonnettes en appartementen per bouwblok ontworpen. Deze stedenbouwkundige mix voorkomt anonimiteit en versterkt juist de relatie van bewoners met hun straat.
Impact
Als ontwerpbureau zijn we mateloos geïnteresseerd in de vermenging van architectuur en stedenbouw. We werken nu twee jaar met ons eigen bureau aan projecten op verschillende schaalniveaus en kunnen constateren dat we intuïtief dezelfde thema’s aanhalen. Enerzijds ingegeven door de noodzaak van verdichting, anderzijds omdat we kansen zien voor verandering en verbetering van de ruimtelijke praktijk. Wij denken dat er duurzame meerwaarde kan ontstaan wanneer ‘stad maken’ zich meer richt op buurtniveau. Dus geen vlekkenplan voor een wijk of een uitgewerkt bouwplan, maar een ontwerp waarin een veelvoud aan de gradaties van openbaar tot privé op een heldere manier worden vormgegeven. Met een goede zonering van rust en reuring kan de interactie van buurtbewoners worden gefaciliteerd en ontstaat de menselijke schaal.
Het stedenbouwkundig plan voor Carnisse Eiland sluit in grote mate aan op de drie geformuleerde duurzame ontwikkelingsdoelen. Aan de basis van het plan ligt de wens om betaalbare woningen voor gezinnen en doorstromers uit de buurt te realiseren. Het plan is onderdeel van de Rijksbijdrage Woningbouwimpuls, wat betekend dat het merendeel van de woningen in het betaalbare segment dient te vallen. Carnisse Eiland wordt een nieuwe parkbuurt met groen als belangrijkste identiteitsdrager. Het stimuleren van gebruik, het actief opzoeken van de buitenruimte, wordt zoveel mogelijk gefaciliteerd. Met specifieke plekken voor reuring, wadi’s als natuurlijke speelobjecten en een groot autoluw gebied zorgen we voor prettige, bruikbare en toegankelijke openbare ruimte. Nagenoeg alle parkeerplekken op Carnisse Eiland zijn uit het zicht en worden voorzien van een toegankelijk groen dak. In combinatie met voorzieningen voor tijdelijke hemelwateropslag en eisen aan de energieprestatie van gebouwen geldt Carnisse Eiland als een voorbeeld voor duurzame stedenbouw.
Creatief Ondernemerschap
Na samen in 2012 te zijn afgestudeerd hebben we er bewust voor gekozen om eerst ervaring op te doen bij gevestigde bureaus in Nederland en Duitsland. Hoewel toen al duidelijk was dat we een eigen bureau zouden beginnen waren we ons ook bewust van het gebrek aan kennis van de bouwpraktijk. Nu, tien jaar later, hebben we helder voor ogen waar onze kwaliteiten liggen en hoe wij van toegevoegde waarden kunnen zijn voor onze bouwcultuur. Nederland staat voor een grote verdichtings- en verduurzamingsopgave, wij denken dat juist het grensgebied tussen architectuur en stedenbouw hierbij een sleutelrol kan spelen.
In onze ruimtelijk praktijk leidt een stapeling van ambities steeds vaker tot complexe uitdagingen. Het verbinden van verschillende invalshoeken leidt daarom vaak tot de juiste oplossing. Die invalshoeken moeten dan wel vertegenwoordigd zijn in het ontwerpproces. We vormen daarom bij elk groot project een multidisciplinair team met afwisselende expertises. We vragen bekende bureaus of juist mensen uit ons directe netwerk. Zo hebben we bijvoorbeeld Europan 15 gewonnen door veel te sparren met een socioloog en een landschapsontwerper.
In het kader van die verbreding zien we ook kansen in de ‘hardere’ financiële kant van architectuur. Door te snappen hoe projectontwikkeling in elkaar steekt kan je binnen het systeem de gewenste doelen behalen, of het systeem zelfs een beetje verbeteren. Ule startte daarom in samenwerking met een aannemer en ontwikkelaar zijn eigen vastgoed ontwikkelingsbedrijf: De Ontwikkelmannen. Ook zijn we als architectenbureau partner van ‘R Way Of Living’ – een (tijdelijk) snel inzetbaar woonconcept wat het voor iedereen mogelijk maakt in de stad te blijven wonen.
Wij denken dat het als jong bureau belangrijk is om veel te leren, om veel te weten te komen over de bouwpraktijk en die vervolgens te bevragen. We steken daarom veel tijd in gedegen onderzoek naar een plek maar vooral ook de manier waarop mensen een plek gebruiken. Maar wel laten ons daarbij ook inspireren door een andere cultuur. Deels toevallig, maar ook deels omdat we ons ertoe aangetrokken voelen, beginnen we inmiddels aan ons derde project in Spanje. Zowel technische aspecten als passieve koelingstechnieken of het gebruik van lokale materialen, als sociale aspecten, de inzet van buitenruimte als sociale plek zijn lessen die ook weer in onze Nederlandse projecten proberen te verwerken.
Avasara Academy
Project
*Avasara Academy, gelegen net buiten de stad Pune in India, is een residentiële middelbare schoolcampus voor jonge vrouwen in India. De gebouwde omgeving van de campus werd ontworpen met het oog op economische efficiëntie, flexibiliteit en aanpasbaarheid, zowel tijdens het ontwerpproces én de bouw. Het rudimentaire raamwerk van elk gebouw maakte een proces van dialoog en samenwerking mogelijk tussen een diverse groep van bouwers, ontwerpers, boeren, kunstenaars, ambachtslieden en ingenieurs die de overtuiging delen dat samenwerking en empathie aan de basis liggen van het realiseren van goede gebouwen. Op basis van lokale en universele voorbeelden en evoluerend via een proces van inclusiviteit en doordachte aandacht voor zowel de fysieke als de sociale omgeving, ontwikkelde het project zich als antwoord op wat er al was; klimaat, landschap, materialen, rituelen, tradities en herinnering, om zo een duurzame leeromgeving voor jonge vrouwen te creëren.
De campus bestaat uit een serie van eenvoudige betonnen structuren die zijn bekleed met bamboe en gerangschikt zijn rondom informele wandelpaden, tuinen, binnenplaatsen en terrassen. De verdiepingen beschikken over grote veranda’s die als ongeprogrammeerde ruimtes mogelijkheden bieden aan een scala van activiteiten. Tevens dragen ze bij aan het passieve klimaatconcept van de gebouwen. Door het toepassen van gerecyclede materialen is een rijk en karakteristiek materiaalpalet ontstaan dat ook binnen het beperkte budget kon worden gerealiseerd, zoals de restmaterialen van marmer voor de mozaïeken vloeren of de oude kozijnen uit afgebroken gebouwen.
Impact
# 3: Good Health and Well-being De campus draagt bij aan de educatie van jonge vrouwen in India die vaak niet de kans krijgen zich verder te ontwikkelen. Het biedt een veilige plek met veel ruimte voor ontplooiing van de studenten binnen een natuurlijke en gezonde leef- en leeromgeving. Ook bij andere projecten, zowel in Nederland als in India komt het creëren van gezonde leefomgevingen terug, met name in de toepassing van (natuurlijke) materialen, zoals in ons project “Het Hennephof” in Nijmegen. In dit project zetten we door ons voorstel om hennep te gebruiken als constructief bouwmateriaal voor wanden en gevels – en dus dampopen te bouwen – in op het ontwerpen en realiseren van een gezond binnenklimaat voor de toekomstige bewoners. Het gaat daarbij voor ons altijd om een logische samenkomst van materiaalgebruik en bouwmethodes, en de impact daarvan op het gebruik en de leefomgeving.
#11: Sustainable Cities & Communities Zowel in het ontwerp als in het realisatieproces van de campus is sterk ingespeeld op het opbouwen van ‘community’. Veelvuldig is op de bouwplaats samengewerkt met bouwers en ambachtslieden aan ontwerpoplossingen door het inzetten van mock-ups en samples. Ook is de lokale gemeenschap betrokken bij de ontwikkeling van de campus, onder andere door lokale boeren in te schakelen bij het cultiveren en realiseren van het landschap en de moestuinen, gebruikmakende van de lokale agrarische kennis. Het passieve klimaatsysteem draagt niet alleen bij aan een duurzaam klimaatconcept en minimaal energieverbruik, maar wordt ook actief ingezet als educatief middel in het onderwijsprogramma en geeft de scholieren bewustwording en leert ze over duurzame alternatieven voor energie, materiaalgebruik, waterhuishouding en biodiversiteit. Als bureau vinden we het belangrijk dat gebruikers weer zeggenschap krijgen over hun eigen leefomgeving. Dit is bijvoorbeeld ook terug te vinden in ons woningbouwproject “Het Hennephof”, waar we de toekomstige bewoners mee laten bepalen over hoe hun woningen eruit ziendoor klus-huurwoningen aan te bieden die ze zelf kunnen indelen en aanpassen aan hun wensen en ideeën.
# 13: Climate Action In het warme binnenlandse klimaat van Maharashtra is koeling en spaarzaam watergebruik essentieel. Grijswater wordt gefilterd door een helofytenfilter en het gefilterde water wordt verzameld in een waterbekken dat als reservoir dient voor toiletwater en irrigatie van de tuinen. De gebouwen worden volledig passief gekoeld door middel van zonneschoorstenen op het dak en voorzien van verse koele lucht via bouwkundige kanalen onder de gebouwen. De bamboo gevelbekleding zorgt voor zonwering en dient als regenscherm tijdens de monsoenmaanden. De afwerking van stenen vloeren en geverfde, onbedekte plafonds draagt bij aan de (nacht)koeling van de gebouwen. Metingen in de warmste zomermaanden hebben temperatuurverschillen van 10 graden C laten zien tussen binnen en buitenruimtes. Uiteraard zijn ook zonnecollectoren op de daken geplaatst. De middelen die zijn toegepast zijn eenvoudig, begrijpbaar maar hebben een enorme impact op het (passief) gebruik van energie. Deze insteek vinden we als bureau erg relevant, ook voor onze projecten binnen een Europese context.
Creatief Ondernemerschap
In het project is sterk ingezet op een collaboratieve en participerende manier van het realiseren van een gebouw. Deze methodiek heeft blijvend effect (gehad) op de vorming van ons bureau Site Practice, zowel in onze studio in Mumbai als in ons werk in Nederland (en Europa). Door ons sterk bezig te houden met het proces van maken en bouwen verkennen we materiële, culturele en ecologische omstandigheden, waarbij we plekken en objecten creëren die een sterke nadruk op detail hebben en momenten van kwaliteit in ons dagelijks leven worden.
*dit is een project van Case Design, waar Anne Geenen aan heeft meegewerkt toen zij bij het bureau werkzaam was.
Terbregsehof
Project
Aanpasbaar gebouw voor de eeuwigheid
De uitvraag voor de Terbregsehof klinkt als een droomopdracht voor iedere architect: ontwerp een hoofdkantoor voor bouwers en ontwerpers die zich voorstaan op hun streven naar duurzaamheid, schoonheid en perfectie. De samenwerking heeft geresulteerd in een uitgesproken gebouw met het detailniveau van een meubel, dat de oostelijke entree van Rotterdam markeert. Met de open structuur van het casco ontstond er een ontwerp voor de eeuwigheid dat de flexibiliteit biedt voor verschillende vormen van gebruik in de toekomst. In dit project verlegden ontwerpers en makers samen de grenzen van het maakbare. De complexiteit van de opgave is echter onzichtbaar in het ogenschijnlijk eenvoudige resultaat.
Verheffing van de plek
De locatie ligt naast de ring, aan de rand van het welvarende Kralingen. Het stukje niemandsland werd jarenlang veronachtzaamd. Terwijl de gemeente in het naastgelegen gebied woonwijk Nieuw Kralingen ontwierp, stond op deze locatie een gekraakt woonhuis. Aan de rand van het Kralingse Bos lag een geweldige kans, alleen het initiatief daartoe ontbrak. In het bestemmingsplan mocht aanvankelijk alleen midden op het kavel worden gebouwd. Door het ontwerp op de hoek van het perceel te positioneren eist het gebouw zijn plek op aan de straat. Het gebouw markeert nu een druk kruispunt waar tienduizenden mensen per dag passeren. De dynamiek van voorbijrazende auto’s was de inspiratie tot het gevelbeeld van oplichtende ramen die langs elkaar heen schieten en ‘de hoek omgaan’.
Duurzame integratie van constructie, gevels en installaties
De gevel is afgewerkt met verduurzaamd Douglas hout. Het zelf-ontwikkelde raamsysteem bleek goedkoper en mooier te zijn dan standaardoplossingen uit de industrie. Door glaslat en waterslag te combineren in één element is een gevel ontstaan met minimale aanzichtbreedtes. Het gebouw wordt gekoeld en verwarmd met behulp van betonkernactivering en een warmtepomp, resulterend in een minimaal energieverbruik. Een vanzelfsprekende vorm van duurzaamheid is gevonden in het integrale ontwerp van constructie, gevel en installaties.
Impact
Integrale ontwerpen maken impact
Loer Architecten ontwerpt met het hoofd in de wolken en de voeten op de grond. Dat betekent dat we durven te dromen over gezondere steden, maar pas tevreden zijn als we op de bouw staan van een veerkrachtig project. In onze ontwerpen focussen we daarom op de rol van de gebruiker, de context en het klimaat. Terugkerende elementen zijn royale raampartijen en plattegronden met overmaat. We grijpen kansen aan die een plek kunnen verheffen en beperken het gebruik van milieubelastende materialen. Ons bureau gelooft in de kracht van integraal ontwerpen. Gebouwen kunnen namelijk zichzelf ontstijgen door te focussen op hun impact op de omgeving.
Terbregsehof als placemaker
Het bijzondere aan de Terbregsehof is dat het zich richt op de omgeving, meer dan op zichzelf. Het verwaarloosde kavel beschouwden wij als kans om de oostelijke entree van Rotterdam te markeren. Op de plek waar straks een nieuw stuk stad verrijst, genaamd Nieuw Kralingen, creëerden we een placemaker. Het gebouw stelt een voorbeeld voor de nieuwe ontwikkelingen in zijn omgeving; toekomstbestendig en met aandacht gebouwd. Rotterdammers kennen dit gebouw inmiddels, zo werd een anoniem kruispunt een verkeersknoop met een markant gebouw. We maakten niet een gebouw, maar een plek.
Gebruiker en omgeving centraal
De gebruikers van de Terbregsehof werken met veel plezier in hun nieuwe kantoor. Met een minimum aan visuele ruis en grote raamopeningen voelen de ruimtes sereen aan. De sterk geïsoleerde gevel versterkt dit gevoel door het geluid van verkeer af te sluiten. Je ziet de auto’s voorbij razen, maar hoort ze niet. Met behulp van luchtfilters wordt er verse lucht in de ruimtes geblazen, zonder de beperkingen te ondervinden van de nabijgelegen snelweg. We hebben een gezond klimaat gecreëerd op een complexe locatie. Overdag zie je een helder zwart volume en ’s avonds de zinsbegoocheling van verlichte glasvlakken die lijken te zweven. De zwaarbevochten eenvoud en poëzie is het geheim van dit project die het gebouw tot een bijzondere plek in een nieuw stuk Rotterdam maakt.
Creatief Ondernemerschap
Co-creatie en expertise
Wij geloven dat architectuur zo veel facetten van het leven beïnvloed, dat we verplicht zijn ons te bekwamen in al zijn dimensies. Samenwerkingen zijn daarbij essentieel voor Loer Architecten. We gaan daarom allianties aan met bouwers, meubelmakers, kunstenaars en andere ontwerpers. We geloven in het verleggen van grenzen door optimaal gebruik te maken van ieders expertise. Met plezier spelen wij daarbinnen zowel een ontwerpende als coördinerende rol in een proces van co-creatie.
Onconventioneel én maakbaar
Bij de Terbregsehof komen ontwerp en uitvoering op een bijzondere manier samen. De opdrachtgevers zijn ook de bouwers, en de architect maakte vast deel uit van het bouwteam. In de wekelijkse team-meetings was veel ruimte voor elkaars expertise. Samen zochten we de grenzen op van het mooie en het maakbare, en schuwden onconventionele maatwerkoplossingen niet. Zo ontwierpen we in het bouwteam zelf een raamsysteem en integreerden we de installaties in de draagstructuur van het gebouw. Met oog voor detail en maakbaarheid bleven we binnen budget zonder consessies te doen aan zeggingskracht.
Veerkracht en ‘next step’
De Terbregsehof is het eerste gebouw van Loer Architecten. Gebruikte thema’s zoals aanpasbaarheid, omgevingsgerichtheid en co-creatie spelen een essentiële rol in de ontwikkeling van het bureau. De opgedane kennis uit dit project wil het bureau inzetten voor groei in toekomstige projecten, zoals sociale woningbouw en hybride stadsblokken. Onze flexibiliteit en veerkracht zetten we het liefste in voor gebiedsontwikkelingen waar stedenbouw en architectuur elkaar versterken. Wij denken met onze passie voor het vak toekomstige projecten en samenwerkingen naar een hoger plan te kunnen tillen. We zijn klaar voor de Next Step.
Three Pavilions
Project
Het Place du Marché in Aigle zal de komende jaren een transformatie ondergaan om groener, voetgangersvriendelijker en prominenter voor de stad te worden. De paviljoens zijn het eerste gebaar dat de ambities van de gemeente belichaamt om dit centrale plein echt te begrijpen als een plek voor ontmoeting, een plek voor de bewoners. Daarom hebben we een combinatie van functies voorgesteld: een openbare bibliotheek, een observatorium, een collectieve tafel met banken en een klein theater.
De paviljoens zijn kleine stations die van alle kanten toegankelijk zijn. Ze zijn gevormd en gepositioneerd ten opzichte van elkaar en ten opzichte van het plein en de toekomstige transformatie ervan. De positie van de paviljoens verdeelt het plein in verschillende delen die de stadia van de bouwwerkzaamheden voorstellen. Deze verdeling maakt het mogelijk om tijdens het lange transformatieproces ten minste twee delen van het plein te gebruiken.
De paviljoens zijn modulair opgebouwd, in het atelier van de plaatselijke bouwer voorbereid en vervolgens ter plaatse in elkaar gezet. Na zeven jaar worden de paviljoens verplaatst naar een andere plek in de stad die op transformatie wacht.
Impact
Dit werk gaat niet alleen over het ontwerp en de indeling van de paviljoens, maar evenzeer over het plan om het Place du Marché nieuw leven in te blazen, om wat er is opnieuw te interpreteren. De paviljoens dienen als introductie en stimulans om het perspectief van de bewoners en de gemeente op het plein te veranderen – om een ander perspectief en een nieuwe identiteit te brengen. Dit zien we als een van de manieren hoe we als architecten een verschil kunnen maken, zelfs met tijdelijke infrastructuren zoals deze paviljoens. Met elementaire en tijdelijke architectonische objecten en acties kunnen we bijdragen aan permanente transformaties, die zowel fysieke impact hebben als in betekenis en waarde – in de beleving van en toe-eigening door bewoners, gemeentes, opdrachtgevers.
Daarnaast vinden we het belangrijk om zoveel mogelijk met lokale en duurzame materialen en met lokale makers te werken, en dat de hoeveelheid materiaal die nodig is om een architectonische object te bouwen, zo licht en elementair mogelijk is – zo ook in Aigle. De structuur is gemaakt van staal, de gevels van Méranti multiplex en de vloeren van larikshout. De combinatie van staal en hout zorgt voor duurzaamheid en weerstand in de tijd. De paviljoens zijn modulair opgebouwd om de montage en demontage eenvoudig te maken. Ze zijn voorbereid in het atelier van de lokale maker en vervolgens vervoerd en ter plaatste op het plein gemonteerd. Na zeven jaar zullen de paviljoens worden verplaatst naar een andere plek in de stad die op transformatie wacht. Ook in andere projecten werken we met (eenvoudige) modulaire systemen. In een nabije stad van Aigle, Yverdon-les-Bains, hebben we een paviljoen ontworpen dat bewoners zelf kunnen op- en afbouwen, waardoor ze al tijdens het bouwproces verbonden raken met en vorm geven aan een bepaalde plek en (nieuwe) identiteit.
Creatief Ondernemerschap
We beginnen een project altijd door samen met de opdrachtgever de opdracht en het programma te (her)definiëren. Het initiële voorstel van de gemeente was een houten platform op één positie van het plein. Na enkele conversaties om de ambities van de gemeente beter te begrijpen, leek het ons dat het Place du Marché meer gebaat zou zijn bij een combinatie van drie kleine entiteiten die met elkaar en met het plein in dialoog zouden gaan. Drie paviljoens – ontworpen als onderdeel van dezelfde familie, maar elk met hun eigen specifieke functie(s), proporties en kleurenpalet – die nieuwe functies voor bewoners introduceren, en die zo geplaatst zijn dat ze nieuwe tussenruimtes definiëren, en de (nieuwe) grenzen van het plein aftasten.
Circulair en biobased verbouwing woonhuis
Project
De tuin van deze woning is voor de opdrachtgever, twee biologen met hun twee kinderen, de plek waar ze het liefste zijn. Het verbinden van de woning met de tuin was het uitgangspunt voor de verbouwing. In plaats van het standaard recht naar achteren uitbouwen, is er uitgebouwd aan de zijkant. Hierdoor is er meer contactoppervlak met de tuin en komt in de gehele woning prettig diffuus licht binnen. De uitbouw vormt een prachtig geheel met de bestaande woning door zijn materialisatie en vorm. Dakpannen die voor de verbouwing verwijderd moesten worden zijn hergebruikt in de dakrand van de uitbouw en hergebruikte Red Cedar gevelplanken sluiten door hun geleefde uitstraling prachtig aan op het bestaande metselwerk van de jaren ’30 woning.
Impact
# 3: Good Health and Well-being Dit doel vormt het basisprincipe van de bouwmethode. Biobased en dampopen materialen zorgen voor een gezond binnenklimaat door hun warmte en vocht regulerende werking. De uitbouw is opgebouwd uit houten stijl- en regelwerk met daartussen cellulose isolatie en houtvezel platen. De binnenwand is afgewerkt met leemstuc. De grote raampartijen laten veel licht binnen, de tuin en het groen is nooit ver weg. Het dak steekt een stuk uit zodat in de zomer het zonlicht niet te veel binnenkomt. In combinatie met de gebruikte leem, houtvezel en cellulose, zal de woning in de zomer lang koel blijven. Het dak is berekend op een semi- intensief groen dak. Deze moet nog aangelegd worden. Hierdoor worden tuin en woning nog meer met elkaar verbonden. Te openen ramen aan weerzijden van het huis en goed gepositioneerde dakramen zorgen er voor dat er ’s zomers goede nachtventilatie mogelijk is. Een gezonde woning is ontzettend belangrijk voor lange termijn gezondheid. Om mijn kennis hierin te verrijken ben ik de cursus bouwbiologie gestart van het Duitse IBN.
#11: Sustainable Cities & Communities Met individuele woningbouw draag je minder bij aan dit doel, maar ook minder aan doel 13. Daarom wil ik mij als architect meer gaan inzetten voor collectieve woonvormen. Waarin je gezamenlijk eigenaar bent van de woningen. Hierdoor kan je op gebied van duurzaamheid veel meer behalen en werk je ook aan de sociale duurzaamheid. Zonder een vorm van collectiviteit in woningbouw gaan we klimaatdoelen niet halen. Als collectief kan je betere (duurzamer en goedkoper) investeringen doen om energie en warmte te generen. Daarnaast kan je faciliteiten delen zodat je met elkaar minder nodig hebt.
# 13: Climate Action In deze woning wordt regenwater opgevangen voor de tuin. Zonnepanelen zorgen voor energie. Zonnecollectoren zorgen voor warm water. De mogelijkheid is open gehouden om in de toekomst een grijswatersysteem aan te kunnen leggen voor wc en wasmachine. De tuin is groen, er is geen auto. Gebruikte bouwmaterialen (hout en cellulose) hebben CO2 opgeslagen. Alle gevelafwerking is hergebruikt materiaal. Er wordt verwarmd op lage temperatuur. Maar er kan ook veel beter: Gebruik van staal in de constructie is zo veel mogelijk vermeden, maar is helaas wel toegepast. Om dit te voorkomen hadden we in het begin van het ontwerpproces meer kennis nodig. Deze kennis kan ik nu wel toepassen in volgende projecten. Daarnaast was het een vrij grootse verbouwing. De stap ‘Refuse’, had zeker vaker toegepast mogen worden waardoor de bestaande toestand meer behouden bleef. Om mijn kennis voor dit doel te ontwikkelen heb ik cursussen gevolgd in ‘bouwen met hout’ en ‘circulair bouwen’.
Creatief Ondernemerschap
Als architect heb ik een sterke visie over wonen. Woningen zijn voor mensen en niet voor de markt. Je moet er blij van worden, het moet gezond zijn. Daarom werk ik het liefst voor particulieren. Maar ik zie ook in dat je als individu niet in staat bent om echte duurzaamheid te bereiken. Hiervoor moet je namelijk samenwerken. Met meerdere huishoudens 1 goede grondwarmtepomp delen, ipv vele kleine inefficiënte luchtwarmtepomp. Met meerdere huishoudens een logeerkamer en studeerkamer delen zodat iedereen een iets kleiner huis kan hebben. Als individu heb je maar een klein project wat niet altijd interessant is voor aannemers, als collectief wel. Als individu is het lastig om zo iets complex als je eigen woning te onderhouden en aan te passen, als collectief kan je je semiprofessioneel organiseren. Maar het is lastig om je je als groep te organiseren. Waar begin je? Wat wil je? Als architect wil ik me daarom niet alleen bezighouden met ontwerpen maar ook met het ontwerpproces/ project organisatie. Hierdoor mobiliseer ik de opdrachtgever die ik het liefste bedien en waar de mooiste woonproject uit voort komen: het collectief. Lopend project: Ecodorp Oosthem
Westerschans 1B
Project
Westerschans 1B wordt gekarakteriseerd door zijn golvende balkons en bevat royale appartementen op een transparante plint met winkelruimte. De stedenbouwkundig bepaalde horizontale uitwerking is doorontwikkeld tot een rondlopende en golvende balustrade. Deze geeft het gebouw een krachtige identiteit binnen het stedenbouwkundige ensemble. De gegolfde balkons hebben zicht over het water aan de oostkant en vangen het zonlicht uit het zuiden in de naar voren stekende punt. Tegelijkertijd geeft de gegolfde punt op de galerij aan de westkant een extra semi-private buitenruimte met avondzon.
De gegolfde vorm refereert aan het alom vertegenwoordigde water en de uitkraging rondom zorgt voor passieve zonwering om oververhitting tegen te gaan. Het complexe totaalbeeld is haalbaar gemaakt door één gegolfde mal gespiegeld toe te passen per verdieping. Ook zijn er twee vluchttrappen opgenomen in de golving van de galerij. Zo worden de expressieve balkons een integrale ontwerpoplossing.
De zandgele kleuren van de Westerschans zijn afgeleid van de zandgele IJsselstenen uit het oude centrum van Goes. Deze kleur komt terug in de zandgele hekwerken en zandgele wasserstrich bakstenen. Op de galerij wordt de onderste meter metselwerk uitgevoerd in gele baksteen en de bovenste in bruine baksteen. De gele baksteen ligt visueel achter het golvende gele hekwerk, hierdoor wordt de horizontaliteit van de gevel benadrukt. De bruine baksteen valt juist samen met de schaduw die de balkons op de gevel werpen. Zo wordt een accent gelegd op de dieptewerking van de gevel en de expressieve werking versterkt.
Westerschans 1B bevat 29 ruime appartementen verspreid over vier verdiepingen met een gevarieerd woningaanbod. Er zijn zes woningtypes, van standaard appartementen tot luxe penthouses, allemaal gekarakteriseerd door de golvende balkons met een royaal uitzicht over het water. De hoekappartementen hebben aan de kopgevel een extra balkon of terras. De bovenste verdieping is uitgevoerd met een set-back om de horizontaliteit van het bouwblok te benadrukken. Op de begane grond bevinden zich meerdere winkelunits die zowel verbonden zijn met het hoger gelegen winkelgebied als de lager gelegen kade. De afgeronde en transparante vormen van de winkelplint verbinden het hoger gelegen winkelgebied met de lager gelegen autovrije kade. Centraal in de plint is een ruime doorgang met zicht naar het water. Hier is de hoofdentree van het appartementengebouw en een hellingbaan naar de kade. Het water kan ook bereikt worden met brede luie trappen langs het gebouw. Aan de kade is langs de gevel ruimte gemaakt voor geïntegreerde plantenbakken met zitjes. Onder het gebouw bevindt zich een half verdiepte parkeerkelder.
Impact
Wij zijn ZOETMULDER. Een ontwerpbureau voor architectuur, interieur, stedenbouw en productontwerp. Deze disciplines verbinden wij door aandachtig om te gaan met de thema’s: schaal, sfeer en duurzame materialisatie. Onze ontwerpfilosofie komt voort uit continu onderzoek naar deze drie thema’s. Dit onderzoek geeft vorm aan nieuwe ontwerpmethodes die impact hebben op onze projecten. SCHAAL: Voor het thema’s schaal hebben wij vijf menselijke schaalgebieden gedefinieerd: veraf, publiek, openbaar, sociaal, intiem. Deze vijf schaalgebieden passen we toen in onze ontwerpen waardoor deze bewust een menselijke maat verkrijgen. Een ruimtelijke omgeving waarin deze schaalgebieden nadrukkelijk aanwezig zijn zorgt voor een gezonde, duurzame en sociale leefomgeving. Waar mensen fijner wonen, verblijven en met elkaar omgaan. SFEER: Voor het thema sfeer hebben wij de ontwerptool ‘het Programma van Beleving’ ontwikkeld. Dit is een aanvulling op het Programma van Eisen (PVE) die houvast geeft aan de subjectieve belevingskwaliteiten van de ruimtes van het PVE. Hierin is specifiek aandacht voor de beleving vanuit de verschillende zintuigen; zien, horen, ruiken en voelen. Door de toepassing van het Programma van Beleving helpen wij gebruikers en opdrachtgevers om inzicht te verkrijgen in de sfeer van hun nieuwe gebouw. Zo zorgen we ervoor dat de gebruikers zich gelijk thuis voelen. Dit is goed voor het geestelijk welzijn en sociale binding met de plek. DUURZAME MATERIALISATIE: Voor het thema duurzame materialisatie doen wij onderzoek naar duurzame productietechnieken en de milieu-impact van materialen. Omdat wij, als ontwerpers van de fysieke ruimte, het beste kunnen bijdragen aan een duurzame wereld door onze materiaal- en productiekennis. Dit helpt ons om bewezen duurzame keuzes te maken voor onze projecten en zo bij te dragen aan de duurzame toekomst. THEMA’s en SDG’s Deze thema’s – schaal, sfeer en duurzame materialisatie – vinden aansluiting bij de 3 SDG’s uit de oproep – 3, 11 en 13 -. Het ontwerpen met schaalgebieden, menselijke maat, sfeer en duurzame materialen zorgt voor een gezonde leefomgeving zowel op lichamelijk, geestelijk als maatschappelijk vlak. En sluit zo aan bij SDG 3 en 11. Onze specialisatie in duurzame materialen en productietechnieken geeft invulling aan SDG 13. SDG’s en WESTERSCHANS 1B Onze visie zie je terug in Westerschans 1B. Westerschans is gezond: Het gebouw heeft zichtbare trappen, zowel in de hoofdentree als de vluchttrappenhuizen, om zo beweging zichtbaar te maken en te stimuleren. De hoofdentree is overzichtelijk en het trappenhuis staat zo gepositioneerd dat je deze meer zichtbaar is dan de lift. Zo ontstaat een gebouw dat gezonde keuzes stimuleert. Westerschans is sociaal voor de gemeenschap: Alle woningen hebben een extra buitenruimte aan de gegolfde galerij in het westen. Dit versterkt de kans dat bewoners elkaar op de galerij tegenkomen. Het gespiegeld plaatsen van de gegolfde balkonplaten in het westen zorgt er tevens voor dat bewoners laagdrempelig met elkaar kunnen communiceren tussen de balkons op verschillende verdiepingen. Deze twee ontwerpkeuzes zorgen voor een sterkere sociale binding binnen het gebouw, zowel horizontale langs de galerij, als verticaal tussen de verschillende balkons. Dat dit werkt, is iets dat wij tijdens ons laatste locatiebezoek in levende lijven hebben kunnen ondervinden. We hadden een gesprek met zowel de bovenburen als onderburen tegelijkertijd! Ook is de Westerschans sociaal in de plint. We ontworpen niet alleen de gevel maar ook de aangrenzende openbare ruimten met trappen, hellingbaan, zitjes en plantenbakken. De plint bevat transparante winkelruimten die zowel zichtbaar zijn vanaf het bovengelegen winkelgebied als de lagergelegen kade. De afgeronde hoeken van de winkels en de onderdoorgang maken een zachte verbinding tussen winkelgebied en het water. De hellingbaan maakt het gebied toegankelijk voor fietsen en mindervaliden. En de kade is geheel autoluw en veilig. Langs de randen van het gebouw ontstaat kwalitatieve ruimten om elkaar te ontmoeten met zitjes en geïntegreerde plantenbakken. Westerschans is duurzaam. Vooral doordat we ontwerpen met integrale bouwkundige verduurzamingen om zo de energievraag van het gebouw terug te dringen. Doordat Westerschans 1B goed geïsoleerd is, bestaat de grootste energievraag uit koeling en tegengaan van oververhitting. Door rondom de uitkragende balkons toe te passen wordt deze oververhitting op een passieve manier tegengegaan. De zomerzon raakt de gevel niet en de winterzon wordt binnengelaten. Daarbij zijn warmtepompen en zonnepanelen toegepast om het grootste deel van de resterende energievraag te voorzien. Voor de baksteen hebben we een steen gekozen die zijn originele gelige kleikleur behoudt, zonder toevoegingen van (giftige) kleurstoffen of lange bakprocessen. En de beplating is een houtvezelbeplating die een veel lagere milieu-impact heeft dan vergelijkbare cementvezelbeplating.
Creatief Ondernemerschap
WERKEN AAN STERKE SAMENWERKING a. samenwerking met grote bureaus (durf te vragen) We weten goed waar ons kracht ligt, namelijk in projecten waar schaalgebieden verbonden worden. Dit zijn vaak publieke projecten met een aaibaarheidsfactor zoals kindcentra en scholen. Daar zitten we aan tender procedures vast, om daar aan te voldoen zoeken we vaak grotere bureaus op om mee samen te werken. Dit is niet alleen handig, maar ook leuk en leerzaam. b. Samenwerking met andere jonge bureaus Dit type samenwerking gaan we ook aan met andere jonge bureaus die we uit ons netwerk kennen. Zo kunnen we onze krachten bundelen in tenderprocedures. Ook organiseren we gezamenlijk, met andere jonge bureaus, gespreksavonden om te leren van elkaars projecten en processen. c. Samenwerken met producenten en fabrikanten Voor ons is de samenwerking met de maak-industrie belangrijk. Zo krijgen we als jong bureau grip op de (on)mogelijkheden, de duurzaamheid en de kosten van bepaalde productietechnieken. Dit geeft ons ontwerpinspiratie maar vooral ook grip op het keuzeproces van opdrachtgever en aannemer. Zo komen we er soms achter dat dingen moeilijk of duur lijken voor de opdrachtgever, maar dat niet zijn voor de producent. Bijvoorbeeld de gegolfde balkons van de Westerschans 1B. Door de gespiegelde en veel voorkomende betonmal af te stemmen op een economische bochtstraal van de hekwerken bleek het gegolfde balkon niet duurder dan een standaard isokorf balkon.
NAAMSBEKENDHEID Afgelopen 2 jaar, tijdens corona, was het opbouwen van ons netwerk wat lastiger, daar heeft onze online aanwezigheid een belangrijke rol gehad. We hebben bewust nagedacht hoe we onze identiteit vertalen naar een mooie website en wat we laten zien via onze social media om zo binding te houden met ons netwerk. Daarbij proberen we pro-actief in te spelen op projecten waar we als architect betrokken bij willen raken.
EIGEN ONTWERPMETHODIEK Uniek aan ons bureau is de integrale ontwerpaanpak waar we schaalgebieden verbinden. Door te ontwerpen vanuit de beleving van een gebruiker kan je een plek verbeteren. Dit kan door alle schalen heen, door het ontwerp van een kopje of een stedebouwkundige inpassing van een woongebouw. Vanwege de verschillende achtergronden, interieur en architectuur is het voor ons vanzelfsprekend om zo te ontwerpen. “Naast het Programma van Eisen leggen wij ook altijd een Programma van Beleving vast. Dat begint bij een inventarisatie van de verschillende ruimtes en vertalen we naar een sfeerbeschrijving. Daar leiden we vervolgens de keuzes voor materialisatie en schaal uit af.”
Momenteel doen we onderzoek hoe we deze methodiek breder kunnen inzetten. Kunnen we bijvoorbeeld vanuit deze gedachte bijdragen aan het oplossen van de huidige wooncrisis? Zo hebben we zojuist een subsidie gekregen van het stimuleringsfonds om uit te zoeken of we vanuit deze gedachte op kwalitatieve wijze inbreidingsopgaves kunnen aanpakken.
Halcyon House
Project
De hoge huizenprijzen in Amsterdam zorgen voor een trek naar omliggende gebieden met een goede infrastructuur, waar andere kwaliteiten zijn te vinden dan in de stad. Op 10km afstand van de duurste gemeente van Nederland, Blaricum, ligt Almere Oosterwold, waar kavels werden aangeboden voor 40 euro per m2. MVRDV bedacht een strategie voor de plek, waar kavelranden ‘doorwaadbaar’ zijn zodat je er vrij rond kan dwalen. Een tendens die we vaker tegenkomen en die ook geldt voor de jonge bewoners (eind 20) van Halcyon House is dat de toekomst dus helemaal niet in de stad ligt. HOP heeft een woonhuis ontworpen waar de compacte vorm niet alleen zorgt voor veel vrije ruimte op de kavel, maar ook voor een ruimtelijk interieur, waar twee riante vides voor licht en lucht zorgen. De woonruimtes zijn gesitueerd op de begane grond voor een optimaal binnen / buiten leven, en zijn zo georiënteerd dat ze perfect aansluiten bij de daginvulling van de bewoners en de verschillende seizoenen. Het huis gaat op in zijn polderomgeving vanwege de vorm met gekantelde gevels op de eerste verdieping en een subtiele gevelmaterialisatie in ingetogen kleuren afgestemd op de omliggende rietkragen. De houten gevelbekleding op de 1e verdieping vergrijst over tijd en trekt steeds meer richting het grijze stucwerk van de begane grond.
Impact
HOP (Habitats of People) onderzoekt in elk project hoe duurzaamheid kan worden ingezet om de leefomgeving aantrekkelijker en gezonder te maken. Dat kan zo eenvoudig zijn als bepaalde materiaalkeuzes (denk aan leemstuc, dat de vochthuishouding in een woning op peil houdt), of het inzetten van groene daken, waarvan bewezen is dat het een positieve invloed op mensen heeft, maar ook over het benutten van de kwaliteiten van de omgeving. Bij Halcyon House waren de kwaliteiten van het landschap een ideale basis voor het binnen/buiten leven. Het huis nodigt uit voor dit leven door de woonkeuken te schakelen aan een veranda die de hele dag zon heeft en uitkijkt over grootste deel van de (moes)tuin en de bijenkasten. Een warmtepomp, zonnepanelen, een warmteterugwisselsysteem en extra dikke, goed geïsoleerde wanden zorgen voor een minimaal energiegebruik. Daarnaast is de helofytenfilter, die geïntegreerd is in het ontwerp van de tuin, de reden dat de woning op zichzelf kan functioneren. Voor het grootste gedeelte van het huis is er gebruik gemaakt van (prefab) houtbouw, houten kozijnen en een gevelbekleding van hout en stuc om zo de klimaatimpact minimaal te houden. Ondanks het beperkte budget is er zo toch een duurzame, zelfvoorzienende en gezonde woning gerealiseerd.
Creatief Ondernemerschap
Creatief ondernemen kenmerkt zich wat ons betreft door veelzijdigheid en door de mogelijkheid tot het bewandelen van
verschillende paden – om al dan niet uit te vinden of een bepaalde richting levensvatbaar is. Wij zijn HOP bewust gestart met
zijn drieën, met het idee dat creativiteit het beste tot uiting komt binnen een divers team. Samen vormen we een drie-eenheid
die zich kenmerkt door een breed spectrum aan interesses buiten de traditionele kaders van de architectuur.
Ook binnen de architectuur hebben wij ons bewust breder ontwikkeld door ervaring op te doen binnen de wereld van de
interieurarchitectuur – twee werelden die wij binnen onze projecten proberen samen te laten komen omdat we ervan overtuigd
zijn dat een kruisbestuiving van deze vakgebieden tot de beste ontwerpen leidt.
Daar waar Frank Lloyd Wright al de kracht van mond-tot-mond marketing herkende voegen wij hier heel bewust een extra
medium aan toe; die van scherm-tot-scherm. We maken onze eigen filmpjes en foto’s om zo volledige controle te hebben over
hoe de essentie van onze projecten wordt gevangen en gecommuniceerd binnen de moderne vormen van media. Omdat we
met zijn drieën zijn, zijn we in staat dit zelf op te pakken. Een ander belangrijk voordeel van het opereren binnen een drieeenheid
is dat er altijd een klankbord aanwezig is en belangrijke randzaken met drie paar schouders gedragen kunnen worden.
Wij zijn ons bewust van onze kwaliteiten maar voelen ook goed aan wanneer we voor bepaalde werkzaamheden moeten
samenwerken met experts zodat we de focus kunnen houden op het creatieve (ontwerp)proces.
Grote Zaal – Theater Zuidplein
Project
De Grote Zaal van Theater Zuidplein in Rotterdam omarmt in een vloeiende beweging publiek en artiest. Het project is met behulp van algoritmes ontworpen, wat heeft geresulteerd in een visueel spel van duizenden driehoeken. Hiermee is ook de perfecte akoestiek mogelijk gemaakt en kon de expressieve zaalafwerking binnen planning en budget gerealiseerd worden. Het is een in het oog springend ontwerp, en niet alleen door het felle rood. Als een fraai gestileerde rotspartij omvatten de akoestische wanden circa 600 zitplaatsen. Een puzzel bestaande uit 6000 panelen van aluminium-composiet, elk met een unieke vorm.
Impact
Algoritmes, 3D-printers, VR-brillen: het ontwerpen van gebouwen gebeurt al lang niet meer met alleen pen en papier. Zo ontwerpt Studio RAP de bebouwde omgeving met behulp van algoritmes (computational design) die vervolgens computergestuurd (met behulp van robotarmen) gemaakt kan worden. Op deze wijze streeft Studio RAP naar vernieuwende eigentijdse architectuur die een substantieel betere gebouwde omgeving oplevert. Concreet: Zo is de akoestiek van de Grote Zaal aantoonbaar beter doordat er met behulp van computeralgoritmes meer dan 10.000 zaalvarianten werden berekend en geoptimaliseerd, dit ten opzichte van een traditioneel ontworpen zaal. Vervolgens is de beste ontwerpvariant op de millimeter nauwkeurig gerealiseerd met behulp van digitale fabricage technieken. Dit leidt tot een zaal die de Good Health and Well-Being van de gebruikers substantieel verbetert. Deze filosofie is ook toepasbaar op de schaal van de stad (SDG11), door bijvoorbeeld bouwfysische variabelen als wind, daglichttoetreding en programmering te optimaliseren zijn met behulp van computeralgoritmes. Tot slot heeft het ook de potentie in zich om bij te dragen aan SDG13 doordat er met deze ontwerpalgoritmes constructief efficiëntere gebouwen kunt ontwerpen en realiseren met minder faalkosten.
Creatief Ondernemerschap
Studio RAP is een architectonische ontwerp- en fabricagestudio. Naast dat Studio RAP architectuur ontwerpt, ontwikkelt het ook nieuwe digitale maaktechnologie die het toepast in haar ontwerpprojecten. Zo ook in dit project dat volgens een volledige digitale supply chain is gerealiseerd. Studio RAP was naast het ontwerp ook verantwoordelijk voor alle communicatie en digitale uitwisseling van data tussen de constructeur, de hoofdaannemer en een tiental onderaannemers. Digitaal ontwerpen en produceren stelt Studio RAP in staat om sneller, betere betaalbare gebouwen te realiseren. Daarnaast brengt het Studio RAP als architect in een betere positie binnen de bouwkolom met meer zeggenschap waardoor de realisatie dichter bij het initiële idee van de ontwerper blijft.
Villa Crailo
Project
Een nieuwbouw villa in Huizen, die zich losmaakt van de standaard villa architectuur in het Gooi. Op een prachtig kavel van 2500 m2 is, na een zeer intensief proces met de toekomstige bewoners, een woning ontworpen. Dit heeft geresulteerd in een samensmelting van eisen, wensen en ontwerpvisie, een waar droomhuis voor onze opdrachtgever.
Aankomst bij de woning laat meteen het speelse karakter, de samenhang en de sterke contrasten tussen de verschillende materialen en volumes van de woning zien. De woning is opgebouwd uit zes verschillende hoofdvolumes, ontstaan vanuit een clustering van gebruiksfuncties. Deze volumes zijn middels een transparante verkeersruimte, die de woning op beide woonlagen doorsnijdt, met elkaar verbonden. Vanuit deze verkeersruimte is de relatie tussen binnen en buiten , tussen begane grond en eerste verdieping overal in het huis te ervaren. De verschillende volumes zijn uitgevoerd in een drietal materialen, bestaande uit cementgebonden platen, stucwerk en hout. Samen met de enorme glaspartijen, verschoven volumes en overstekken is een woning gerealiseerd die vanaf iedere hoek een andere beleving oproept.
Bij binnenkomst in de dubbelhoge hal is in één oogopslag de gelaagdheid van de woning te ervaren – relatie met de eerste verdieping, doorkijkjes en door middel van de patio is de relatie met de door Studio REDD ontworpen tuin naar voorbeeld van Piet Oudolf meteen aanwezig. De verschillende woonfuncties op de begane grond zijn in enfilade geschakeld en verspringen ten opzichte van elkaar. Hierdoor is een as ontstaan die alle functies verbindt, waarbinnen de verschillende leefruimtes hun eigen identiteit hebben binnen het geheel. Het hart van de woning is de eetkamer, waar de beoogde relatie tussen de verschillende functies en verdiepingen, middels een vide, het beste tot uitdrukking komt. De aangrenzende – geheel zwarte – keuken en woonkamer zijn gescheiden door een betonnen wand in schoonbeton met houtnerf. Op de kop van deze betonwand bevindt zich de open haard, als ware het sfeervolle centrale punt tussen de verschillende ruimtes. De verdiepte woonkamer biedt vanaf de bank een heerlijk uitzicht over de omliggende tuin door strategisch gekozen raamopeningen.
De eerste verdieping is opgedeeld in twee delen: één voor de kinderen en één voor de ouders. Ook hier is de relatie met de omgeving weer overal goed te ervaren. De overloop is aan twee zijden beëindigd met horizontale hoekramen, zodat er een gevoel van oneindigheid ontstaat. Tevens zijn in een aantal kamers hoekramen toegepast. De vleugel voor de ouders is als het ware ontworpen als een grote ruimte, waarin slapen, kleden en wassen zijn samengebracht. Men betreedt de suite via een gang met kastenwanden, om vervolgens de links daarvan de badkamer te bereiken en recht van de gang de slaapkamer. De koninklijke blauwe kleurstelling in combinatie met hout en messing zorgen voor een rijk gevoel. De badkamer is voorzien van witte marmer tegels, een gevlinderde betonvloer, eikenhout en messing sanitair.
Impact
Door de opwarming van de aarde worden we uitgedaagd om te zoeken naar nieuwe innovaties in de maatschappij, en zeker ook in de architectuur. Energie neutraal bouwen staat hierbij centraal in de toekomstige bouwopgave. Door onze brede technische kennis zijn we in staat ontwerpen te realiseren die toekomstbestendig zijn en een minimale impact hebben op onze omgeving, ook voor onze toekomstige generaties.
Villa Crailo is ontworpen met een maximale binnen-buitenbeleving. De door studio REDD ontworpen landschappelijke tuin draagt bij aan het uitzicht op groen vanuit elke woonruimte. Op de eerste verdieping zijn alle daken voorzien van een intensief groen dak ter bevordering van het uitzicht op groen en de biodiversiteit. De vele glasoppervlakken zijn zo ontworpen dat ze bijdragen aan een prettig leefklimaat. Waar nodig zijn ze voorzien van zonwerend glas. De grootte en positionering van de ramen draagt bij aan energie reductie, omdat er in nauw overleg met de opdrachtgevers tijdens het ontwerpproces is nagedacht over het gebruik van de toekomstige ruimtes. Door te ontwerpen op het ritme van de dag, dragen onze ontwerpen bij aan de well-being van gebruikers, verminderen we het energieverbruik en warmtevraag. Dus door op een logische manier na te denken over de manier hoe onze gebruikers in hun gebouwen willen leven proberen we een positieve bijdrage te leveren aan het tegengaan van klimaatverandering!
Creatief Ondernemerschap
Architectuur begint altijd met een vraag. Deze vraag is voor ons het vertrekpunt van de architectuur die wij voor onze opdrachtgever willen maken. Wij maken ontwerpen waarbij mensen zich op hun gemak voelen. Ontwerpen die een beroep doen op alle zintuigen; die inspelen op karakter, beleving, emotie, gebruik, en vorm. Uiteindelijk is de samenkomst van deze aspecten datgene wat telt. Door zorgvuldige analyse van de wensen zijn wij in staat om ontwerpen te realiseren die ervoor zorgen dat mensen kunnen leven op de manier zoals zij dat graag willen. Een constante dialoog tijdens het ontwerpproces stelt ons in staat de wensen van onze opdrachtgevers perfect vorm te geven.
Architectuur vindt altijd plaats binnen een context. De context is een voortdurend informerend geheel, zowel fysiek als sociaal. Architecten is het recht voorbehouden om de architectuur van het perceel, de straat en de stad vorm te geven; de fysieke context. Architectuur komt echter ook tot stand in een sociaaleconomische, maatschappelijke, politieke en wetenschappelijke context. We ontwerpen gebouwen die een specifiek antwoord geven op de gegeven context. Iedere opgave biedt de kans om een meerwaarde toe te voegen aan de omgeving.
Station-D Architects streeft naar een architectuur die verder reikt dan het alledaagse ontwerp. We zoeken constant de grenzen op van het mogelijke, om dromen te verwezenlijken en de kwaliteit van leven te verbeteren. Iedere opgave daagt ons uit om nieuwe manieren van leven en nieuwe tech-nieken te onderzoeken en toe te passen. Op die manier zijn we steeds weer in staat om inspirerende en innovatieve ontwerpen te creëren die verrassen.
Architectonische innovatie vanaf het concept tot in het kleinste detail. De ambitie die alle partners van Station-D Architects delen en welke bij ieder project als rode draad door het ontwerpproces loopt. Voor iedere opdrachtgever zoeken wij naar de juiste mix van een sterk concept en vakkundige detaillering. Ontwerpopgaven zien wij als een verbinding tussen opdrachtgever, locatie, cultuur en budget. Vanuit de wensen en eisen, het budget en analyses van de locatie gaan wij op zoek naar een functioneel concept voor de gebruiker, een logische structuur in de (gebouwde) omgeving en een doordachte detaillering van het object. Al deze aspecten moeten uiteindelijk op een creatieve manier samensmelten tot één geheel.
De synergie van concept en techniek komt tot uiting in de detaillering. Dat is de plek waar materialen elkaar ontmoeten, de architectuur begint te spreken en de gebruiker het gebouw beleefd. Als architectenbureau met een brede technische achtergrond zien wij het als een missie om techniek vroeg in het ontwerpproces te integreren. Hierdoor zijn we in staat om in het eindstadium te excelleren in detaillering.
Kleuterplein Ridderhof
Project
Het plan omvat een aantal (beplantings)ringen gebaseerd op de vorm van de bestaande houten keerwand die de harde begrenzing van het plein was. Het centrale element in het ontwerp is een ‘apenrots’ die het hoogteverschil naar de gemeentegrond rondom overbrugt. De aldaar met subsidie aangelegde en zelf onderhouden ‘buurttuin’ fungeert als uitbreiding van de speelruimte van de kleuters. Zij zijn daardoor niet meer afgesloten van de buitenwereld, maar kunnen communiceren met de oudere kinderen terwijl tegelijkertijd het toezicht blijft gewaarborgd. Het beplantingsconcept omvat drie bomen een ring van heesters en grassen met bloeiers, doorlopend tot de gevel. De beplanting zorgt voor schaduw en verkoeling, mede om de warme zomerse dagen in de schoollokalen te veraangenamen. In de loop van het groeiseizoen komt de beplanting tot boven ooghoogte van de kleuters waardoor zij zich op plekken in de jungle wanen.
Impact
Het inschakelen van vrijwilligers bij aanleg en onderhoud, niet in de laatste plaats de kinderen van de school, maakt dit een project van iedereen. Daarbij is telkens de boodschap: wat hier is aangelegd is – naast een leuk nieuw plein – een vorm van klimaatactie. Drie nieuwe bomen, ongeveer 100 struiken en ongeveer 250 planten nemen CO2 op uit de atmosfeer om klimaatverandering tegen te gaan. Voorheen maakte de zomers hitte het buiten spelen soms onmogelijk. Met het simpele uitgangspunt ‘vergroenen is verkoelen’ is het kleuterplein nu ook in de zomer een prettige plek om te zijn. Bijkomend effect is dat het weer zin heeft om de ramen in de klas open te zetten: groen voor en op de gevel maken dat er niet nog hetere lucht van buiten naar binnen stroomt. Het sociaal aspect van het plein, met paadjes en hoogteverschillen, maar zonder speeltoestellen: nauwelijks conflict tussen kinderen, want ieder vindt een eigen plek.
Creatief Ondernemerschap
Creatief ondernemerschap voor mij is om met architect-eigen verbeeldingskracht en organisatievermogen projecten te initiëren. Zomaar wat op het eerste gezicht ongerelateerde zaken die hier speelden: koelingsbehoefte in de zomer; afgekeurde speeltoestellen; gemeentelijke subsidies voor vergroten biodiversiteit; een sociaal-pedagogisch concept dat kinderen veel meer eigen verantwoordelijkheid toestaat dan het leven achter een hoog hek. De door het bureau geïnitieerde herinrichting van het kleuterplein integreert al deze zaken in één ontwerpoplossing. Creatief ondernemerschap is je nek uitsteken en anderen overtuigen dat ook te doen. Voorbeeld: de beplanting in dit plan is geselecteerd op duurzaamheid: kan tegen een stootje, kan goed tegen droogte en is daarnaast niet giftig. Tegelijkertijd is de kans groot dat er iets beschadigd raakt. Dat besef hebben alle betrokkenen. De kinderen wordt geleerd hoe ze om moeten gaan met de planten, ze helpen met water geven en verzorgen waar dat kan. Nieuwe planten of kleine aanpassingen tijdens het onderhoud zijn onderdeel van het project. Creatief ondernemerschap zoals hierboven beschreven levert uiteindelijk, naast deze eenmalige opdracht, nieuwe netwerken op die weer leiden tot nieuw werk binnen dezelfde thematiek. Zo probeer ik mezelf steeds op nieuwe vlakken te ontwikkelen.
Circular Pavilion
Project
The Circular Pavilion is an experimental and craft-made project. Built as a temporary object, the design aims to be unbuild and recycled again and again. Reused bricks, wood, polycarbonate, and flooring were harvested in the local area of Rotterdam, and given a second life and a new purpose through the project.
The Circular Pavilion express its circularity as an aesthetic assembly. Second-hand materials are upgraded to give them more qualities than in their first use, and applied alongside rammed earth construction. The pavilion was the first time that rammed earth was used in Rotterdam, providing an opportunity to demonstrate the qualities and craftsmanship of recycled earth construction. The temporary character of the cabin is invisible, but the object can easily be removed and rebuilt somewhere else.
The intention is for the pavilion to be the first in a series of prototypes, providing a 1:1 catalogue of details of reuse, a handbook of ways to reuse and combine old material. In January 2022, the pavilion was carefully deconstructed and all the components were transported to Brabant. In May 2022, all the deconstructed material will be rebuilt into a new architectural form, demonstrating the capacity of reuse to compose new, resilient architectural forms.
In its first construction, the cabin arose in the heart of a wild garden in Rotterdam. Each element and detail were visible from inside and outside, offering a permanent dialogue with the garden. The door was lifted from the ground and attached to the transparent cube.The rammed earth base was a wall and a floor, mixing functions, emphasising its archetypal form. The aluminum roof floated and revealed the timber structure and the transparency of the facade. The architecture dialogued between mass, transparency, time and durability. The design of the original Circular Pavilion followed a clear process, always involving hands-on detailing, from maquette to the final built object. This cabin has been self built, allowing on-site detailing, and even during construction, every detail was refined by building a mock-up and adapting the design based on the second-hand materials available.
The design was thought of as a flexible structure that all materials could fit into, always using the same timber section. The neutrality of the facade allows a dialogue between the surrounding nature and the architecture. The aesthetic of the rammed earth base emphasises the contrast between natural and artificial materials. The acrylate can be perceived as glass, reflecting the colour of the sky or showing the continuity of the structure from outside to inside. As an ensemble, this temporary object highlighted the potential of circular and re-used materials.
The rammed earth walls were made with recycled earth from Bruxelles ( Kastar ) and supported the entire structure. This raw material can be re-used anytime to build a new wall or to grow plants in a garden. The cement bricks and the grind come from local gardens. The wooden floor and celling are reclaimed from old sports hall flooring. The acrylate comes from a chicken farm. The entrance is made of re-used rare plywood. All the materials were cleaned, sanded or polished to reveal their qualities and values.
The pavilion takes position in an industrial context and is directly exposed to the sea climate. The rammed earth wall will erode over the time and will highlight the monolithic character of the base. This object sits in dialogue with living matter and the surrounding garden. Additionally, the project establishes a strong connection with craft and customised details: the furnitures are especially designed for the pavilion and use the same wooden section as the timber structure of the cabin. The cabin is a mix use space that can be used as a pavilion, a sleeping cabin, a retreat space or a winter garden. Designed as a generous volume, the earth base and the elevated floor offer a dry and fresh climate, guaranteeing a comfortable environment in every season. When opened up, the pavilion’s height and spacious character connects the user to the garden outside, or, curtains can be closed to give intimacy to the visitor.
Impact
Cities produce a never-ending supply of “waste” yet the building industry imports raw materials from the other side of the world, despite the economic and ecological pressures we face. At a time when “Being less bad is not enough”, the way we build needs to change. Architects have the capacity to answer calls for climate action in the construction industry and induce changes by designing carbon neutral and by looking for a re-materialisation of the way we build. Radical material reuse is therefore essential in the move towards a sustainable construction industry. Though designing sustainability is primarily a question of matter and energy, it has social, spatial and economic impacts. An example can be seen in my understanding of re-use as a new local resource, harvested directly from the urban fabric. This urban mining primarily has ecological benefits by reducing raw material use while also developing new local, affordable and circular supply chains, supporting local communities. My practice looks for methods of working with this undefined urban catalogue in order to prototype and propose possible assemblies. With studio ACTE, I want to achieve low-tech and beautiful architectures that embrace resources, cultures and people. I am trained as an Architect, and in my career I have developed substantial expertise across scales and programmes of building, as well as interdisciplinary skills in crafts of making. I previously worked as a Project Leader on large building projects (Atelier Kempe Thill & ZUS). With studio ACTE, I focus on small scale architectures which enable the affordable material research and experimentation that is integral to my process. For example, The Circular Pavilion provided an opportunity to dive into material assembly. By re-using earth, wood, stones and plastics I was able to test the capacity of building with local materials collected in the immediate context. I experimented with a method that can now be scaled up and applied to larger projects. The pavilion grounded my practice, and lead to several opportunities in teaching, lectures and new projects.
Creatief Ondernemerschap
In practice, Studio ACTE designs through model-making and prototyping, involving materials, crafts and hands-on research during the entire concept and building process. Physical and three-dimensional experimentation are cornerstones from which to explore and increase our knowledge. The studio believes that thinking circular demands a hands-on dedication in order to find new ways of re-using matter.
In the wake of the latest climate report from the IPCC of the United Nations, Architecture must carry the necessary shift towards positive ways of building and living by learning new materials. In a broader way, Studio ACTE believe into new form of producing architecture, where matter is the core of a resilient building process. Researching sustainable materials while also applying them in build projects is the first step to cultivating new practices – but it is not often possible in standard commissions. For us, creative entrepreneurship therefore means actively practicing. Through research and identifying where there is a project need, we seek to generate our own opportunities in order to allow the practice to cross disciplines and work in a way that considers design process, experiment and material research, and building as one. Only in this way can radical new ways of practicing and constructing things emerge.
De Vuurplaats / The Beacon
Project
De Vuurplaats / The Beacon is onderdeel van een boutique hotel net buiten Amsterdam. Het masterplan is gemaakt door Studio Appelo en zij bedacht aan één kant van een meertje een deel van het hotel waar je incheckt en aan de andere kant, bereikbaar met een brug, een multifunctioneel gebouw omringd door lodges. De Vuurplaats / De Beacon verleidt de bezoeker met haar schoorsteen en nodigt uit tot toenadering en samenkomst. Door de grote schuifdeuren en half doorschijnende luiken is het gebouw zowel in gesloten stand voor een intieme yoga sessie als in geopende stand voor een uitbundig feest te gebruiken waarbij de gemetselfde vloer dienst doet als plein en podium.
Impact
De Vuurplaats / The Beacon doet dienst als gemeenschapsgebouw. Hierbij speelt multi inzetbaarheid en flexibiliteit een hoofdrol wat de bruikbaarheid, doelgroep en levensduur vergroot. De sokkel van het gebouw is opgetrokken uit gele kleiklinkers welke zich op twee plekken tot schoorstenen vormen. Een veelvoud aan spanten vormt de interne constructie waartegen geprefabriceerde houtskeletwanden zijn geplaatst. De oude techniek van boerderijspanten in combinatie met geprefabriceerde elementen maakt dat de bouwtijd, kosten en CO2 voetafdruk zijn verkleind.
Creatief Ondernemerschap
Lars Goossens Architect, de naam zegt zeg het al, doet zich niet groter voor dan hij is en gelooft in een organische groei van beetje bij beetje meer hooi op je vork. Wellicht een ouderwetse instelling maar ik geloof dat de architect impact kan maken als hij de bouw (weer) meester is. Daarbij is het belangrijk het gesprek met de gebruiker voortdurend aan te gaan de realiteit van materialen, het detail en de bouw niet uit oog te verliezen met als doen ruimtelijke impact te maken en elk materiaal de waardigheid te geven die het verdient.
In gesprek met jurylid Ellen Schindler
Mijn naam is Ellen Schindler. Ik ben sinds 2018 partner|
CEO bij De Zwarte Hond. Wij zijn een bureau voor architectuur, stedenbouw en
strategie. Met 130 mensen werken wij vanuit Groningen, Rotterdam en Keulen.
Als directielid bij De Zwarte Hond zou je kunnen zeggen dat ik mij, naast de dagelijkse taken vanuit mijn functie, met name focus op de cultuur van het bureau. Zowel intern, naar onze medewerkers toe, als extern naar ons Umfelt. Dus enerzijds wie willen wij zijn als werkgever, welke ontwikkelperspectieven wij mensen bieden, hoe wij kennisontwikkeling borgen en hoe willen wij dat we met elkaar en anderen omgaan. Maar ook, in bredere zin, hoe wij ons verhouden naar de stad, naar ons metier en naar de maatschappij als geheel. Welke maatschappelijke vraagstukken vinden wij belangrijk en hoe geven wij daar antwoord op? Nu, maar met name ook in de toekomst. In die zin zie ik mijzelf als een sociaal ondernemer.
Waar ik mij met name elke dag weer opnieuw voor in
probeer te zetten is het mogelijk maken van ontwikkeling. Ontwikkeling van de
individuele medewerker, van ons als partnergroep, van het bureau als geheel,
maar ook van het vakgebied waarbinnen wij opereren. De internationale ervaring
die ik in het verleden heb opgedaan neem ik daarin mee, maar ook de rol die ik
sinds vorig jaar heb als raadslid bij de Raad voor Cultuur speelt daarin een
belangrijke rol. Binnen de raad sla ik de brug naar de creatieve sector. Een
taak waar ik mij de komende jaren nog veel voor zal inzetten en waar
ondernemerschap, talentontwikkeling en aansluiting bij de grote
maatschappelijke opgaven speerpunten zullen zijn.
Tenslotte werk ik op het moment aan een prachtig boek dat
in de zomer uit zal komen. Het boek ‘Ken
Je Stad, Maak Je Stad’, een graphic novel over de stad Rotterdam, is
een samenwerking met Abdelkader Benali als schrijver, 15 illustratoren, twee
fotografen en een aantal spoken word artists. Een boek over
geschiedenis, architectuur en stedenbouw, en hoe deze onlosmakelijk met elkaar
verbonden zijn. Over verhalen vertellen en verhalen maken. Over de bewoners van
een stad, jong en oud, vroeger en nu. Over hoe je de stad – jóuw stad – beter
kunt leren kennen en beter kunt máken.
In het schooljaar 2022/’23 ontvangen alle circa 8000 brugklassers in
Rotterdam – van vmbo/praktijkonderwijs tot vwo – een eigen exemplaar. De
Gemeente Bibliotheek Rotterdam heeft haar samenwerking toegezegd om in de
centrale bibliotheek een CityLab te openen waar jongeren kunnen samenkomen voor
workshops, onderzoek, discussies en projecten.
In samenwerking met onderwijsexperts wordt een educatief programma
opgesteld om geschiedenis en de fysieke stad, en de relatie tussen deze beiden,
toegankelijker te maken voor een jonger, diverser en inclusiever publiek. De
ambitie is om jongeren bewust te maken van hun leefomgeving en de invloed die
zij daarop kunnen uitoefenen: je hebt een stem, gebruik die!
De Gemeente Rotterdam steunt het project met verve. Niet alleen omdat de
geschiedenis van Rotterdam nu eens niet begint bij 1940, maar echt bij het
prille begin van de stad. Maar ook omdat het project Ken Je Stad Maak Je
Stad het voor het eerst echt lukt om heel de stad te verbinden en te
betrekken bij het project: van makers tot cultuurinstellingen en van het
onderwijs tot uitgeverij.
Wat vind je ervan
dit jaar jurylid van Next Step te zijn?
Next Step Program is een
programma uit mijn hart gegrepen. Niet alleen heb ik zelf jaren lesgegeven in creatief ondernemerschap aan de
Design Academy en de Koninklijke Academy Den Haag, als ‘gearriveerd’ bureau
vind ik dat we wat kunnen doen om jong talent te helpen sneller stappen te
maken. De afgelopen jaren heeft het bureau daarom regelmatig samenwerkingen
opgezet met jongere en kleinere kansrijke bureaus. Deze samenwerkingen hebben
een aantal bijzondere projecten opgeleverd, waar “de handschriften van de
verschillende ontwerpers zijn versmolten tot één. En evenzovele vriendschappen.”
(aldus Jeroen de Willigen).
Van
de zijlijn volg ik verschillende jonge ontwerpers en bureaus. Soms met collegiale
bewondering, soms met professionele zorgen. Ik zie er zeer naar uit om het
komende jaar betrokken te zijn bij dit programma. Om allicht verrast te worden,
kennis daar waar wenselijk te delen en om met collega’s te discussiëren over
hetgeen ons vakgebied sterker en beter maakt: creatief ondernemerschap.
Hoe zie jij het
creatief ondernemerschap als onderdeel van je bedrijf?
De vraag is dan om te beginnen: wat versta je onder ‘ondernemerschap’?
In mijn ogen is dat het
signaleren van kansen in de markt, voor bestaande en/of nieuwe producten en
diensten, iets zinvols te doen met deze kansen en daarbij afgewogen risico’s te
nemen. Dan gaat het met name over hoe je je als bureau bedrijfsmatig ontwikkelt
in de markt.
Ontwikkeling moet echter ook op creatief niveau plaatsvinden, binnen je
organisatie, en van jezelf als ontwerper. Als beide niet gelijk op lopen gaat
het mank, omdat je als ontwerpbureau aan moet blijven sluiten op de vragen en
vraagstukken die spelen in de maatschappij. Dan gaat het over relevantie en
effectiviteit.
Bij creatief ondernemerschap gaat het uiteindelijk om het signaleren, agenderen, onderzoeken en beantwoorden van maatschappelijke vraagstukken, waarbij je de middelen die je ter beschikking hebt als ontwerper optimaal inzet om tot een adequaat, optimaal en breed gedragen antwoord te komen.
Wat is het
belangrijkste dat je daarin in de afgelopen jaren hebt geleerd?
In ‘creatief ondernemerschap’ komen twee schijnbaar contraire woorden
samen: creatief en ondernemerschap. Hoe onverenigbaar deze soms ook lijken, ze
zijn toch onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tussen beide zit een
spanningsveld, maar dit spanningsveld is tevens de motor want daar ontstaat ook
de magie!
Daar waar ik vroeger binnen de creatieve sector nog vaak de discussie aan
moest gaan over de noodzaak van ondernemerschap, zie je dat dit tegenwoordig
steeds meer gezien wordt als ‘tandenpoetsen’: daar denk je niet meer over na,
dat doe je gewoon! Er is een breed gedragen besef ontstaan dat, indien je de
zakelijke, ondernemende kant van je werk goed hebt georganiseerd, je daarmee
ruimte en rust schept om je verder te ontwikkelen als professional. Dat de een
dat beter doet of kan dan de ander ligt voor de hand, niet iedereen is een
geboren ondernemer. Maar ondernemerschap is uiteindelijk een spel, en dat spel
kun je leren. Als ontwerper is het ontwikkelen van een product of dienst je ‘bread
& butter’, maar ondernemerschap moet wel de ruggengraat zijn van je
organisatie. Immers, alles heeft een kop en een staart, en daartussen moet het
kloppen.
Dat gezegd hebbende gaat (creatief) ondernemerschap natuurlijk niet alleen
over kansen zien en stappen durven te nemen, en dit op een verantwoorde manier.
Het gaat ook, en misschien nog wel meer, over durven twijfelen, fouten maken en
daarvan leren, je bewust zijn van je omgeving, kansen delen en elkaar iets
gunnen. Dit probeer ik in ons bureau uit te dragen. Het is voor mij de
humuslaag van waaruit alles verder kan groeien. En daarmee komt toch weer het
sociaal ondernemerschap in mij naar boven.
Hoe maak jij als
architect/ontwerper impact?
Ik ben opgeleid als designer, maar heb mij gespecialiseerd in het leiding
geven aan ontwerpbureaus in de creatieve sector. Je zou kunnen zeggen dat mijn
impact indirect is. Door de beste voorwaarden te creëren waarbinnen iedereen
zich kan ontwikkelen binnen ons bureau, draag ik bij aan hetgeen wij als bureau
gezamenlijk doen.
Elk jaar ontwikkelen wij een jaarplan waarmee wij de piketpaaltjes slaan
voor het daaropvolgende jaar. In dit jaarplan proberen we steeds de lat weer
iets hoger te leggen. Niet groter en meer, maar beter en inhoudelijker. Het
spreekt voor zich, althans wel voor ons, dat we onze visie nauw aansluiten bij dat
wat speelt in de maatschappij om ons heen. Van woningproblematiek, tot betere
leeromgevingen, van duurzaam bouwen tot de leefbare stad, et cetera. Bij alles
vragen wij ons af: maken we hiermee de wereld iets beter en mooier?
Welke kans zie je
voor jonge architecten impact te maken in relatie tot de 3 SDG’s?
nr 3: Good Health and Well-being
nr 11: Sustainable Cities & Communities
nr 11: Sustainable Cities & Communities
Ook hier zou ik toch eerst nog de vraag willen stellen ‘wat wordt bedoeld
met impact’? Het impliceert een belofte van een bepaald resultaat of doel. Je
kunt je dan afvragen of het een korte termijn doel dient, waar het gevaar loert
van ‘impact-washing’, of een lange termijn doel waarbij je moet denken aan een
systemische verandering. De eerste is onwenselijk, de laatste ambitieus maar niet
zelden onrealistisch.
Impact maken begint met het definiëren van keuzes. Zie het als het gooien
van een steen in het water. Daar waar je de steen gooit ontstaat beweging, de
ringen in het water. Welke steen je neemt en wáar je de steen gooit maakt in
feite niet uit. De kringen ontstaan en lijken grenzeloos. Je kunt best meerdere
stenen gooien, maar als je te véel in het water gooit worden de cirkels
onduidelijk, minder scherp en verlies je het overzicht.
Zo ook met het maken van impact. De vragen – of uitdagingen zo je wilt –
liggen in deze tijd voor het oprapen en de roep om allianties zijn legio. Het
is van belang om te onderzoeken waarmee jij – als jong talent -verschil wilt
maken, zoek daarbij je netwerk en je partners en draag je verhaal uit.
Welke tip heb je
aan jonge architecten die het verschil willen maken?
Geef focus aan hetgeen je doet en waar je je toe verhoudt. Je hoeft niet alles te kunnen, weten en/of beantwoorden. Maak keuzes, en verdiep en verbreed je daarbinnen. Wordt éénoog in het land der blinden.
Mijn oudste zei ooit – toen hij vier was – tijdens het kijken naar
Transformers: ‘Als je in alles kunt veranderen, ben je eigenlijk niets’.
Waarvan acte.
In gesprek met jurylid Janne van Berlo
Na een studie in Berlijn en Delft ben ik Cum Laude
afgestudeerd aan de TU Delft. Nog tijdens mijn studie kreeg ik de kans om een
grootschalig transformatie project in Eindhoven te ontwerpen en hieruit is
Atelier van Berlo ontstaan. Het debuutproject, het Innovatie Powerhouse is zeer
goed ontvangen met wijdverspreide publicaties en prijs-nominaties. Dit was de
springplank voor de verdere ontwikkeling van het bureau.
Wat vind je ervan dit jaar jurylid van Next Step te
zijn?
Een hele eer! Als voorgaande winnaar weet ik wat voor boost
het winnen van de Next Step kan zijn. Ik kijk er erg naar uit om de visies van
andere jonge bureau’s te horen en te zien wat zij als de Next Step zien.
Hoe zie jij het creatief ondernemerschap als onderdeel
van je bedrijf?
Voor mij is creatief ondernemerschap het maken/creëren van
ruimte om processen anders en op een eigen manier in te vullen. Wat wil je zelf
bereiken met je bedrijf, waar wordt je enthousiast van en hoe zorg je ervoor
dat je dromen realiteit kunnen worden? Door hier bewust aandacht aan te
besteden kan je je bedrijf opbouwen als een unieke, eigen onderneming.
Wat is het belangrijkste dat je daarin in de afgelopen
jaren hebt geleerd?
Altijd open staan voor kansen/verassingen en datgene
nastreven waar je zo enthousiast van wordt dat je er ’s avonds niet meer van
kan slapen. In de dagelijkse gang van zaken is het belangrijk om tijd en ruimte
in te plannen om dit te kunnen voelen, te evalueren en te hereiken.
Hoe maak jij als architect/ontwerper impact?
We zijn een jong & onbevangen bureau dat iets terug
wilt doen voor de stad. We bouwen aan onze eigen toekomst en ontwerpen de stad
waar we van dromen. We streven naar genereuze architectuur die verankerd is in
haar omgeving en voor meerdere generaties meegaat. Sfeer, materiaal en detail
zijn daarin voor ons essentieel.
We werken actief samen in diverse teams. Betrekken
buitenstaanders en insiders en gaan in gesprek met toekomstige gebruikers. Door
een gedreven nieuwsgierigheid ontstaat er in elke project en elke samenwerking
verassende ideeën en inclusieve oplossingen.
Tijdens het programma willen we inzoomen op enkele,
architectuur gerelateerde, UN Sustainable Development Goals. Dit zijn de
volgende 3:
nr 3: Good Health and Well-being
nr 11: Sustainable Cities & Communities
nr 13: Climate Action
Welke kans zie je voor jonge architecten impact te maken
in relatie tot de 3 SDG’s?
Als jonge architect heb je de kans om met een frisse blik
naar duurzame oplossingen te kijken, vragen te stellen die andere misschien
niet meer vragen en om opdrachtgevers te prikkelen met nieuwe ideeën. Je staat
sterk in het verwezenlijken van je eigen gezonde, duurzame toekomst, en dat is
een unieke positie.
Welke tip heb je aan jonge architecten die het verschil
willen maken?
Toon lef, doe gedegen onderzoek en overtuig je omgeving van
je visie.
In gesprek met jurylid Albert Herder
Ik ben Albert
Herder, architect en oprichter en partner van Studioninedots in Amsterdam waar
we met zo’n dertig ontwerpers werken aan projecten in binnen- en buitenland. Hiernaast
ben ik mede-initiatiefnemer van de CreativeSpace 111, ben ik betrokken bij
verschillende kleinschalige ontwikkelingen, lid van Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
gemeente Amsterdam, als docent verbonden aan de Academie van Bouwkunst en als
supervisor betrokken bij verschillende voormalige industriële locaties die
transformeren naar woon-werk concepten.
Wat vind je ervan dit
jaar jurylid van Next Step te zijn?
Dat vind ik interessante uitdaging. Het is onderwerp dat
mij na aan het hart ligt. Wij ondersteunen talentvolle jonge medewerkers om
zelf een eigen bureau te starten. Rondom ons bureau is een heel netwerk van
jonge bureaus ontstaan van architecten die bij ons gewerkt hebben. Een
voorbeeld is de huidige voorzitter van de BNA Jolijn Valk. Daarnaast was ik
recent lid van de commissie Architectuur van het Stimuleringsfonds Creatieve
Industrie die veel projecten met jonge talentvolle ontwerpers ondersteunen.
Hoe zie jij het
creatief ondernemerschap als onderdeel van je bedrijf?
Ons vak is continue in beweging en de business case van
een klassiek architectenbureau staat onder druk. Daar kun je over klagen maar
je kunt ook nadenken hoe je met creatief ondernemerschap dit anders
organiseert. Dat doen wij in ons bedrijf op heel veel verschillende manieren: veranderen
van je organisatie, multidisciplinaire samenwerkingsmodellen, complementaire
verdienmodellen, productontwikkeling, projectontwikkeling, prototypes,
onderzoek etc. etc.
Wat is het
belangrijkste dat je daarin in de afgelopen jaren hebt geleerd?
Dat je altijd in beweging moet blijven. Je moet
anticyclisch denken. Juist als je denkt nu gaat het heel goed dan moet je heel
veel energie stoppen in new business of nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast vind
ik dat je een of twee keer in de carrière echt opnieuw moet starten, kansen
moet grijpen en je bedrijf opnieuw vormgeven.
Hoe maak jij als architect/ontwerper impact
Door onderwerpen op de agenda te zetten die zowel dicht
bij jezelf blijven maar ook antwoord geven op een nieuwe tijdgeest. Zo
ontwikkelen wij op eigen initiatief met journalisten en ontwerpers onderzoeken
als WeSpace en Wondervoid.
Tijdens het programma
willen we inzoomen op enkele, architectuur gerelateerde, UN Sustainable
Development Goals. Dit
zijn de volgende 3:
nr 3: Good Health and Well-being
nr 11: Sustainable Cities & Communities
nr 13: Climate Action
Welke kans zie je voor jonge architecten impact te maken in relatie tot de 3 SDG’s?
Nieuwe thema’s zijn belangrijk om mee te nemen in je
visie. Wel is het belangrijk om bij jezelf te blijven en de ruimtelijke impact
te koppelen aan deze thema’s. Het gaat dan wat mij betreft niet om systeem
technische oplossingen want als architecten zijn wij als geen ander in staat om
dromen werkelijkheid te laten worden en juist de ruimtelijke impact op het
thema te verbeelden.
Welke tip heb je aan
jonge architecten die het verschil willen maken?
Dat is voor elke architect anders en heeft heel erg te
maken wie je als persoon bent. Dus blijf bij jezelf, practise what you preach,
en wees bewust dat het lang duurt om veranderingen teweeg te brengen. Pas elk
jaar je visie aan en ontwikkel nieuwe thema’s. Zie het ontwikkelen van je
bedrijf als een nieuwe creatieve opgave.
Synchroon & BNA starten vierde editie Next Step Program
Ondernemend architectentalent gezocht
Voor de vierde keer organiseren de architectenbranchevereniging BNA en projectontwikkelaar Synchroon het Next Step Program. Het programma, dat tot november duurt en de Sustainable Development Goals centraal stelt, helpt jonge architectenbureaus bij de volgende stap in hun carrière. Zij kunnen zich nu op Nextstepprogram.nl aanmelden.
Next Step Program (sinds 2017) is een programma voor opkomend ontwerptalent in de architectuurbranche. Met het programma willen de BNA en Synchroon jonge architectenbureaus die excelleren in zowel creatief ondernemerschap als architectuur de mogelijkheid bieden zich versneld verder te ontwikkelen.
Nieuw: meester-gezel-traject
De deelnemers kunnen meedoen aan masterclasses over ondernemerschap en duurzaamheid, gaan aan de slag met een ontwikkelvraagstuk en finalisten krijgen een meester-gezel-traject aangeboden. De organisatie roept geïnteresseerde bureaus op hun beste project – creatief en zakelijk gezien – in te zenden vóór 14 maart 2022. Bij deze unieke editie zijn maar 20 plaatsen beschikbaar, dus wees er snel bij. Deelname is mogelijk voor jonge architecten (tot en met 40 jaar) met een eigen bureau die al een project hebben gerealiseerd (niet ouder dan 2 jaar).
Centrale rol voor Sustainable Development Goals
Het programma kent drie rondes. Een vakjury kiest gedurende het programma 10 genomineerden – de Next Step Ahead Group – die verder kunnen met het exclusieve programmadeel. Na onder meer masterclasses en een uitgewerkte casus kiest de jury drie finalisten. Die worden in contact gebracht met ervaren BNA-architecten in een unieke meester-gezelconstructie en maken kans op de Next Step Award.
Centraal in het programma staat het ontwikkelen van het creatief ondernemerschap dat op vernieuwende wijze in zowel ontwerp als werkwijze bijdraagt aan het sneller bereiken van de voor architectuur relevante drie Sustainable Development Goals (SDG’s): #3: Good Health and Well-being, #11: Sustainable Cities & Communities, #13: Climate Action.
Next Step Award: 10K en een opdracht
De winnaar wordt bekend gemaakt tijdens de BNA Architectendag op 3 november 2022. De Next Step Award bestaat uit 10.000 euro en mogelijk een opdracht van Synchroon. Winnaars van de drie voorgaande edities waren Space Encounters, Civic Architects en Atelier van Berlo.
De vakjury
Atelier Van Berlo wint Next Step Award 2019
Tijdens de BNA Architectendag op 14 november in de LiK in Utrecht werd de winnaar bekend gemaakt van de derde editie van het Next Step Program, een initiatief van BNA en Synchroon. De vakjury onder leiding van voorzitter Do Janne Vermeulen van Team V architectuur wees Atelier van Berlo uit Rotterdam aan als winnaar van de Next Step Award 2019: 10.000 euro en een mogelijke opdracht van Synchroon.
Atelier Van Berlo presenteerde tijdens het doorlopen van het Next Step Program 2019 voor jong talent in de architectuur, het meest overtuigend een heldere visie. Zij schreef zich in voor het programma met het ‘Innovation Powerhouse’ in Eindhoven, een opdracht die zij met Eugelink Architectuur & De Bever Architecten voor GeVa Vastgoed in 2018 uitvoerde. Zij wist als jong bureau de juiste partners te betrekken en een overtuigend ontwerp te realiseren.
Van Berlo is gevestigd in Rotterdam en ook buiten Nederland actief. Met als doel ‘plaatsen te creëren die mensen bewegen’ toont zij zich zowel nuchter als ondernemend en schuwt ze ook grote projecten niet. Meerdere van haar projecten zijn recent in de prijzen gevallen.
Juryvoorzitter Do Janne Vermeulen: “De jury was direct overtuigd van Van Berlo’s ondernemende houding. Van Berlo overtuigde met haar aanpak voor nieuwe, stoere plannen in binnen- en buitenland, waarbij ze durf toont en tegelijkertijd strategisch en realistisch is in haar aanpak.”
Eerdere winnaars van het Next Step Program waren Space Encounters (2017) en Civic Architects (2018). De jury bestond naast voorzitter Do Janne Vermeulen uit Hedwig Heinsman van DUS architecten, Nanne de Ru van Powerhouse Company, Anne van der Zwaag van Object Rotterdam en Ingrid van der Heijden namens Civic Architects (winnaar 2e editie Next Step Program).
Meer informatie over Van Berlo: www.ateliervanberlo.com.
De ‘next step’ zetten gaat ook in deze tijd niet vanzelf
“Jonge architectenbureaus hebben de economische wind mee. De kans om te bouwen is groot. Tegelijk is het zetten van ‘the next step’ naar een groter bureau met een stabiele workflow nog steeds lastig,” vertelt Do Janne Vermeulen, architect en directeur Team V Architectuur. Ze zit voor het derde jaar in de jury van The Next Step Program. Hierdoor heeft ze een groot referentiekader. “Ik was verrast door het aantal goede bureaus dat zich dit jaar weer heeft aangemeld.”
Zo vlak voor de bekendmaking van de winnaar tijdens de BNA Architectendag op 14 november, sprak Merel Pit met haar.
Hoe is dit jaar de jurering verlopen ten opzichte van vorige jaren?
“Onze werkwijze was anders dan het eerste jaar. Op basis van een gerealiseerd project bekeken we welke deelnemers een plekje kregen op de shortlist. Om vervolgens tot de uiteindelijke finalisten te komen, gingen we bij ze op bureaubezoek. We wilden meer weten over hun visie op het vak en in hoeverre ze klaar zijn voor ‘the next step’. Ze moesten ons overtuigen van hun potentie om die volgende stap te zetten. Van iets wat misschien nu nog niet zichtbaar is, maar wat zich de komende jaren hopelijk wel openbaart.”
De uiteindelijke groep finalisten is heel divers. Is dit bewust?
“Er is niet een soort architectenbureau. Het is daarom goed dat de finalisten een scala aan architectenbureaus vertegenwoordigen. Voor de branche is het belangrijk dat er verschillen zijn, dat er wordt geëxperimenteerd. Zo beschouwt Overtreders W de hele bouwkolom en zegt gedurfd: alles moet anders. BETA werkt gedreven en beredeneerd aan opdrachten en strategisch aan het binnenhalen van werk. Urban Echoes benadert architectuur op een sensitieve manier vanuit de kleine schaal. En Atelier Van Berlo slaat het voorzichtig beginnen over en zoekt slim naar partners om grote projecten aan te kunnen. Alle bureaus hebben overigens allemaal duurzaamheid hoog in het vaandel, waar ze vervolgens allemaal op hun eigen manier vorm aangeven.”
Wat wil je alle deelnemers meegeven?
“Vorig jaar heb ik gezegd dat je in deze tijd waarin met een enorm tempo veel wordt gebouwd, wij als architecten ervoor moeten waken dat we zorgvuldig blijven; precies detailleren en aandacht hebben voor het maken. Ik wil hieraan toevoegen dat we niet alleen kwalitatieve, maar ook unieke gebouwen moeten maken. Over twintig jaar moeten we met trots op deze periode terugkijken. Een periode waarin geen eenheidsworst is neergezet, maar bijzondere architectuur. Hiervoor moeten we op zoek gaan naar een bepaalde eigenheid in onze architectuur.”
Waarom zouden jonge bureaus met de volgende editie weer moeten meedoen?
“De allereerste stap, een echt project bouwen, dat lukt de meeste bureaus wel. Maar om van een bureau met zes tot acht werknemers waarvan een groot deel flexibel is, te groeien naar een bureau met twintig man waarvan een substantieel in dienst is, is heel moeilijk. Hiervoor moet je continuïteit organiseren, terwijl je als jong bureau soms niet eens in aanmerking komt voor bepaalde selecties. Deelname dwingt je om je visie op te schrijven en die te spiegelen aan anderen. Ook kom je in contact met andere jonge, maar ook meer ervaren bureaus waardoor jouw netwerk uitbreidt en mooie samenwerkingen ontstaan. Daarnaast is de exposure die je krijgt natuurlijk ook mooi meegenomen. Ik hoop dat The Next Step Award daardoor helpt bij het nemen van die volgende stap en dus direct en indirect goede architectuur stimuleert. Eerdere winnaars zijn gelukkig goed blijven rollen. ”
Spetterende toekomstvisies van Next Step Program finalisten op de Dutch Design Week
Op 22 oktober presenteerden BNA en Synchroon de vier finalisten van het Next Step Program op de Dutch Design Week in Eindhoven. Atelier van Berlo, BETA, Overtreders W en Urban Echoes zijn als laatste in de race voor de felbegeerde Next Step Award, hoogtepunt van dit programma voor jong talent in de architectuur. De finalisten gingen niet over een nacht ijs en presenteerden doortimmerde visies onder het mom van ‘Ifnotnow, thenwhen?’. Het hoge niveaus slot aan bij de uitdagers van deze pitch battle: dat was localheroWerkstatt architecten, bekend om hun prachtige, duurzame oeuvre.
Niels Groeneveld van Werkstatt trapte af met een stelling die de finalisten het vuur aan de schenen legde: “De Nederlandse bouwcultuur moet op de schop om de cruciale uitdagingen van deze tijd, zoals stedelijke verdichting, het hoofd te bieden.”
Janne van Berlo van Atelier van Berlo reageerde als eerst daarop met een pitch waarin ze vertelde hoe ze als jong, onbevangen bureau met een grote nieuwsgierigheid niet alleen een voormalige energiecentrale heeft getransformeerd, maar het hele industrieterrein daarbij hebben betrokken. Door vanaf het begin over het hele terrein na te denken en daar ook de juiste stakeholders bij te betrekken werd voorkomen dat een hoop beton wat mogelijk gesloopt zou worden, nu beschikbaar is voor kantoorruimte.
Auguste van Oppen en Evert Klinkenberg van BETA officeforarchitectureandthecity keken in hun pitch verder dan materiele duurzaamheid. De Ru Paré Community is door de transformatie van BETA overeind gebleven in een omgeving waar enorm veel gesloopt werd. Door de samenwerking met eencoalitie van bewoners zijnde gebouwen weer tot leven gebracht door een visie op sociale duurzaamheid.
Reinder Bakker van Overtreders W was met hun inzending voor het Next Step Program, het People’sPavilion dat gemaakt werd voor de Dutch Design Week 2018, helemaal thuis in Eindhoven. Voor het 100% geleende paviljoen startten ze hun ontwerpproces bij de materialen. Als ‘materiaalchoreografen’ zetten ze daarmee het proces volledig op z’n kop.
Jolijn Valk van Urban Echoes opende met een afbeelding van het New Babylon van Constant Nieuwenhuys. Net als in de jaren ’60 is er verandering noodzakelijk in de maatschappij en hebben we een revolutie nodig om de bouwcultuur op de schop te nemen. Alleen een revolutie is echter niet genoeg, ook voorzichtige stapjes in de praktijk zijn essentieel. De kernwaarden die daarbij centraal staan zijn volgens haar ‘interdisciplinary, critical en playful’.
Werkstatt gaf een de finalisten een compliment terug: “Ik ben jaloers op de mooie ontwerpen en de impact van de vier finalisten!” Tijdens de afsluitende discussie bleek ook in het publiek was eer veel waardering, ook van ervaren architecten. Wie van de jury de Next Step Award, een prijs van 10.000 euro en mogelijke bouwopdracht van Synchroon, mag ontvangen, zal blijken op 14 november tijdens de feestelijke afsluiting van de BNA Architectendag ‘Human Touch’. Maak het mee en meld je nu aan!
Een verschil maken
“Een eigen architectenbureau starten, had voor mij alleen maar zin als ik een verschil zou
maken”, vertelt Jolijn Valk die sinds acht jaar Urban Echoes runt. Ze is de laatste finalist van
The Next Step Program die Merel Pit interviewt. Zonder een revolutie te starten, wil Jolijn
het anders doen. “Door middel van architectuur wil ik een verhaal vertellen. Enerzijds
betekent dit dat ik veel tijd besteed aan een goed doordacht concept, anderzijds bewijst het
concept zich in het allerkleinste detail.”
Waarom heb je meegedaan aan The Next Step Program?
“Door mee te doen aan The Next Step Program word ik uitgedaagd na te denken over mijn
positie binnen het vakgebied. Wat wil ik nou als architect? Nu word ik gedwongen ruimte
maken om te reflecteren op mijn werk en aanpak. Tot nu toe heeft dit voor mij enorm
positief uitgepakt. Op het moment dat ik aan de jury onze bureaupresentatie gaf, merkte ik
dat ik enorm trots ben op wat we met elkaar tot nu toe hebben bereikt.”
Wat bedoel je met een verschil maken?
“Ik wil mijn agenda maken op basis van onderzoek, in de toekomst zou ik ook graag
promoveren. Tegelijkertijd wil ik de opgedane kennis toetsen aan de praktijk. Ik geloof dat
innovatie alleen ontstaat door het koppelen van theoretische inzichten aan het maken en
door samen te werken met andere disciplines. Omdat je in de bouw met zoveel
verschillende partijen samenwerkt en zoveel factoren van invloed zijn, zijn de gedachten van
waaruit ik werk altijd radicaler zijn dan het gebouwde ontwerp. Maar met kleine stapjes kom
je ook vooruit.”
Waar vind je dat architecten zich hard voor moeten maken momenteel?
“Architecten zijn bij uitstek goed in het visualiseren van alternatieve scenario’s, over hoe de
toekomst er ook uit kan zien. Deze creatieve en kritische kracht is belangrijk als het gaat om
innovatie binnen de bouw. Zo moet de bouw nu komen met oplossingen voor het
woningtekort en de klimaatcrisis. Helaas worden architecten steeds eerder in het ontwerp-
en bouwproces aan de kant gezet. Zonder onze creatieve denkkracht is de vooruitgang in de
bouw echter minimaal. We moeten daarom onze rol daarom opeisen.”
Gebouwen en plekken waar mensen samenkomen
Atelier Van Berlo is “geboren vanuit kansen”. Oprichter Janne van Berlo kon naar eigen zeggen niet
anders dan deze aangrijpen en een eigen bureau starten. “Deelname aan The Next Step Program
dwingt me om na te denken over waar ik voor sta.” Onbevangen gaat ze alle uitdagingen op haar pad
aan. Vervolgens werkt ze met veel plezier en liefde voor materialen en details aan diverse projecten.
Haar focus ligt daarbij op gebouwen en plekken waar mensen samenkomen.
Waarom ben je architect geworden?
“Ik vind het geweldig dat ik aan mijn eigen toekomst bouw. Dat ik kan fantaseren over hoe de wereld
eruit moet zien en waar ik vervolgens ook daadwerkelijk vorm aan geef. De maatschappelijke
relevantie van mijn projecten vind ik erg belangrijk. Zo raken tegenwoordig steeds meer mensen
verbinding met hun omgeving kwijt. In mijn projecten probeer ik daar ruimte voor te maken door ze
te betrekken bij het ontwerpproces en in het ontwerp ontmoeting te faciliteren.”
Hoe ga je te werk?
“Wanneer er mooie kansen op mijn pad komen waar ik echt in geloof, dan ga ik daar keihard
achteraan. Met veel enthousiasme zorg ik dat de relatie warm blijft. Ik word daarbij gedreven door
nieuwsgierigheid naar alle mogelijkheden. Ook al run ik een jong architectenbureau, ik laat me niet
remmen door wat we niet weten. Of ik zoek een goede partner of ik probeer de kennis in huis te
halen.”
Waar zouden architecten zich volgens jou nu mee bezig moeten houden?
“Duurzaam bouwen en innovaties op het gebied van materialen en bouwmethodes. We kampen met
een enorm woningtekort en tegelijkertijd een te grote CO2 uitstoot. Deze problemen zijn voor
architecten te groot om op te lossen, maar we kunnen ze als vakgemeenschap wel agenderen en
mensen meenemen in onze dromen en alternatieve scenario’s.”
De kracht van architectuur
Over een maand, op 14 november, wordt de Next Step Award uitgereikt. Om de finalisten beter te leren kennen, heeft Merel Pit ze aan de tand gevoeld. Ze vroeg Auguste van Oppen en Evert Klinkenberg van Architectenbureau BETA waarom ze meededen, hoe ze optrekken als duo en wat hun ambities zijn.
Waarom doen jullie mee aan The Next Step Program?
“We zien de Next Step Program als een kans om ons professioneel verder te ontwikkelen. Hierdoor worden we weer uitgedaagd om na te denken over belangrijke aspecten die we nog wel eens links laat liggen. De erkenning die we als finalist nu al hebben gekregen, is bovendien ook veel waard bij opdrachtgevers.”
Hoe werken jullie samen?
“We trekken altijd op als duo, want we vullen elkaar op verschillende vlakken aan. Zo heeft Evert tien jaar lang in Zwitserland bij grote bureaus gewerkt en benadert hij het ontwerp vooral vanuit context en ruimte, terwijl Auguste na zijn afstuderen in Nederland een eigen bureau is gestart en de nadruk legt op rationaliteit en maakbaarheid. Wat ons bindt is dat we allebei geloven in de kracht van architectuur. Door middel van goed ontwerp kun je echt het verschil maken voor mensen. Ongeacht de schaal van een project, altijd zoeken we naar een specifiek aspect wat volgens ons meer aandacht verdient. Momenteel werken we bijvoorbeeld aan een woontoren, waarbij we er alles aan doen zodat er ook gemeenschappelijke ruimtes in komen.”
Wat zijn jullie ambities voor de toekomst?
“We zijn blij met de grote diversiteit aan projecten waaraan we werken, van een kunstenaarsdorp tot een verbouwde school en van een stedenbouwkundig plan tot een drie-generatiehuis. Deze breedte in ons portfolio willen we graag behouden, maar nu zijn we vooral gefascineerd door de woningplattegrond en de ontwikkeling die daarin nog mogelijk is. We zien het als onze missie om de woonkwaliteit in de stad te verbeteren. Al zouden we in de toekomst ook graag eens een publiek gebouw ontwerpen en lonkt het buitenland.”
Vieze handen krijgen
Over iets meer dan een maand, op 14 november, wordt de Next Step Award uitgereikt. Om de finalisten beter te leren kennen, heeft Merel Pit ze voor ons aan de tand gevoeld. Hester van Dijk van Overtreders W trapt af.
Hoe kun je het werk van Overtreders W het best omschrijven?
“Wij zijn geen architecten, wat wij doen zit tussen architectuur, kunst en ontwerp in. Wij bieden een vernieuwende en noodzakelijke blik op de bouwwereld, vooral op hoe er met materialen wordt omgegaan. De herkomst van materialen lijkt in de bouw slechts een bijzaak, er wordt enorm veel verspild, terwijl het voor ons juist het startpunt is. Voor onze projecten regisseren wij materiaalstromen, waardoor we toeleveranciers, maar ook partijen in de bouwwereld dwingen anders na te denken.”
Voor Hester was dit ook de reden om zich aan te melden voor The Next Step Program: “Wij zijn op een hele andere, maar tegelijkertijd ook serieuze manier met het vak bezig. Hier willen we meer aandacht voor.”
Wat vind je het leukst om te doen?
“Reinder (Bakker, rd.) en ik noemen onszelf ruimtelijk ontwerper, maar misschien waren uitvinder of materiaalchoreograaf ook passende benamingen geweest. We halen de meeste voldoening uit dingen maken en vinden het heerlijk om vieze handen te krijgen. In plaats van in een theoretische werkelijkheid studies verrichten, gaan we het liefst aan de slag met een grote stapel materialen. Voor ons was dit ook de manier om ons te ontwikkelen als ontwerper. Doordat wij na ons afstuderen direct zijn gaan maken, hebben we echt leren ontwerpen. Waar we in de praktijk tegenaan liepen, moesten we ook meteen oplossen. Tegelijkertijd ontwikkelden we zo onze eigen vormentaal.”
Wat hopen jullie met jullie werk te bereiken?
“De afgelopen jaren hebben we ons ontwikkeld het ontwerpen en bouwen met geleende of afvalmaterialen, om zo min mogelijk het milieu te belalsten. Zo bestond het People’s Pavilion dat we in 2017 samen met Bureau SLA voor de Dutch Design Week in Eindhoven maakten bijna helemaal uit geleend materiaal. Maar naast circulariteit speelt ook het sociale aspect een belangrijke rol in ons werk. We hopen dat we met onze ontwerpen mensen aan het denken zetten en tot duurzamer gedrag verleiden.”
Wat zijn jullie ambities voor de toekomst?
“Vooralsnog wordt Overtreders W veel gevraagd voor tijdelijke constructies. Omdat deze bouwwerken slechts enkele maanden tot enkele jaren blijven staan, kunnen we veel experimenteren en leren we veel. Maar uiteindelijk is onze ambitie om al onze opgedane kennis toe te passen in een gebouw dat langer blijft staan.”
Vier jonge architectenbureaus in de race voor Next Step Award 2019
Van de negen bureaus die waren doorgedrongen tot de Next Step Ahead Group van het Next Step Program 2019 heeft de vakjury nu vier finalisten gekozen. Zij dingen mee naar de Next Step Award 2019: 10.000 euro en mogelijk een ontwerpopdracht van Synchroon. De winnaar wordt op 14 november tijdens de BNA Architectendag in Utrecht bekend gemaakt.
Op 16 september j.l. bezocht de vakjury van het BNA Synchroon Next Step Program de negen bureaus uit de Next Step Ahead Group. Op weg naar de finale koos de jury voor een opmerkelijke selectie van jong toptalent. De jury onder leiding van voorzitter Do Janne Vermeulen (Team V Architectuur) beoordeelde het creatief leiderschap, de strategische (ondernemers-)visie van de bureaus en de mate waarin de jonge bureaus toe waren aan een cruciale ‘next step’ in hun professionele ontwikkeling.
In tegenstelling tot de voorgaande Next Step Award-winnaars Space Encounters (2017) en Civic Architects (2018) zijn de nu gekozen finalisten nog net wat minder ver in de ontwikkeling van hun bureau. Juryvoorzitter Do Janne Vermeulen: “Een paar finalisten zijn ‘fresh out of school’-architecten die desondanks al aan bijzonder werk bezig zijn, vooral omdat ze tomeloos ambitieus zijn en daarnaast de wind in de rug hebben door de gunstige economische situatie. Ze lijken zelfs al voldoende opdrachten in hun portfolio te hebben om snel door te kunnen groeien.”
In alfabetische volgorde zijn de finalisten Atelier Van Berlo, Beta – office for architecture and the city, Overtreders W en Urban Echoes. Met name Overtreders W valt op, omdat de oprichters geen architecten zijn maar ruimtelijke ontwerpers van de Eindhovense Design Academy.
Atelier Van Berlo presenteerde een heldere visie, weet als jong bureau de juiste partners te betrekken en realiseert overtuigende ontwerpen. Van Berlo is zowel in Nederland als daarbuiten aan het werk en toont zich zowel nuchter als ondernemend, maar schuwt ook grote projecten niet.
Beta – office for architecture and the city is een gedreven bureau dat de jury met een heldere analyse en strategie overtuigde van haar ondernemerschap en visie. Het kantoor toont zich pragmatisch en richt zich nadrukkelijk op onderzoek en realisatie. De architecten zijn professionele denkers met een gelaagde en uitstekend beredeneerde strategie voor hun bureau en hun acquisitie.
Overtreders W doorbreken met hun projecten op baanbrekende wijze de traditionele bouwkolom door hun visie op huur en gebruik van materialen en circulariteit. Dit bureau realiseert inspirerende ontwerpen en treedt daarnaast op als proces coördinator en productontwikkelaar; hun inspirerende omgang met bijvoorbeeld plastic afval is van hoge maatschappelijke relevantie.
Urban Echoes maakt bijzonder werk dat zowel op alle schaalniveaus consistent is als ook maatschappelijk relevant. Het bureau brengt op bijzondere en sensitieve wijze product- en textielontwikkeling samen met architectuur en toont bijzondere projecten in uitvoering. Hoge ambitie en aandacht voor ruimtelijk en materiaalonderzoek leiden tot gebouwen van hoge kwaliteit.
“Leuke casussen om aan te werken van betrokken opdrachtgevers”
Tijdens de allereerste Dag van de Jonge Ontwerper ging de Next Step Ahead Group samen met 130 andere jonge ontwerpers aan de slag met casussen van opdrachtgevers waaronder Synchroon, AM, BPD, Ymere, Wonam, G&S Vastgoed en de Alliantie.De BNA werkte hiervoor samen met Atelier Rijksbouwmeester, PEP, Arcam, Young Innovators enArchiprix.De thema’s energietransitie en duurzaamheid stonden centraal in deze eerste editie. De drie beste plannen werden in de middag gepresenteerd aan het publiek. Het werd een geslaagde eerste editie: “Leuke casussen om aan te werken en goed om op deze manier met betrokken opdrachtgevers in contact te komen”.
Echt waardevol om van elkaar te leren
Op 11 juni kwamen voor het eerst de negen geselecteerde bureaus van de derde editie van het Next Step Program – powered by BNA en Synchroon – bijeen om tijdens een BNA Sessie met elkaar in gesprek te gaan en nader kennis te maken. Hoewel de visies van de jonge bureaus sterk van elkaar verschilden, stonden ze open voor elkaars filosofie en zijn er nieuwe connecties tussen de deelnemers ontstaan. “In deze fase van onze praktijk zitten we met veel dezelfde vragen, goed dat de BNA ons bijeen brengt.”
Het thema van de avond was toegevoegde waarde van en nieuwe rollen voor de architect. Jeroen Steenvoorden, directeur van Studio Prototype en finalist van de tweede Next Step Program-editie, was tafelheer en inspireerde tot een geanimeerd dinergesprek met de talenten over bedrijfsfilosofie, ondernemerschap en de praktische aspecten van het vak.
De discussie komt in een stroomversnelling terecht wanneer Jeroen stelt dat er een nieuwe crisis opdoemt in de bouw; er is te weinig personeel en de kosten voor de aannemer worden steeds hoger. Dat wordt herkend, maar ook de kansen die dat biedt voor de Next Steppers komen aan bod. Diverse Next Steppers zeggen bijvoorbeeld de rol van aannemer of ontwikkelaar te hebben opgepikt, waarbij sommigen zelfs de woningen realiseerden die ze hadden ontworpen. Een van hen over het voordeel dat deze aanpak biedt: “Door het proces zelf in de hand te houden, konden we kritisch de leveranciers kiezen en zo onze visie realiseren.”
In de opstartfase nemen jonge bureaus vaak alle opdrachten aan, ook al geeft dat soms ook wrijving. Het werken voor particuliere opdrachtgevers vergt vaak veel advieswerk. Enkele bureaus richten zich daarom op andere opdrachten. Een van de jonge bureaus werkt juist uitsluitend voor particulieren en heeft hiervoor een innovatief proces en adviestraject bedacht, dat lonend is voor architect en opdrachtgever. “Als ik te duur ben voor particulieren, klopt er iets niet in mijn proces.”
Ook gastheer Jeroen Steenvoorden wordt door de Next Step Ahead Group stevig aan de tand gevoeld: “Laat je je wel eens verleiden om een opdracht aan te nemen die niet bij de bureaufilosofie past?” Jeroen: “Jawel, maar toch konden wij én de klant uiteindelijk achter het resultaat staan.”
De jonge bureaus spreiden ook hun opdrachten, als is het maar om tijd over te houden voor de opdrachten waar ze zich juist wél mee willen profileren. Jeroen over dit laatste: “Het Next Step Program leent zich prima om te reflecteren waar je met je bureau naar toe wilt groeien en hoe. Grijp die kans!”
Vakjury kiest 9 toptalenten voor Next Step Program 2019
Op 14 mei kwam de vakjury van het Next Step Program voor jong architectuurtalent bijeen om de Next Step Ahead Group te kiezen. Meer dan 40 inzenders hadden zich opgegeven voor deze 3e editie van het Next Step Program, ontwikkeld door BNA en Synchroon. De geselecteerde jonge bureaus mogen de verdere stappen van het Next Step Program doorlopen en dingen mee naar de Next Step Award van € 10.000 en een mogelijke opdracht van Synchroon. De winnaar wordt 14 november 2019 bekendgemaakt.
De inzendingen van deze bureaus zijn een “mooie mix van die de volle breedte van de discipline reflecteert en waarbij het ontwerpplezier ervan afspat terwijl ze ook allen een duidelijk maatschappelijk bewustzijn hebben”, aldus de jury. Juryvoorzitter Do Janne Vermeulen (Team V Architectuur): “De genomineerden stekendan ook echt boven de andere inzendingen uit. Het is heel spannend wat deze bureaus als next step zullen gaan doen.”
De genomineerde Next Steppers blinken bovendien uit in creativiteit en ondernemerschap, stelt de jury, gericht op het creëren van meerwaarde voor leef- en werkomgevingen. Dat doen ze bijvoorbeeld door:een plek te creëren voor co-working en uitwisseling, met een zeer beperkt budget een sociaal zorgcomplex te realiseren, een duurzaam concept voor tinyhouses te ontwikkelen, te werkenvanuit biophilic design ofdoor te bouwen met 100% geleende materialen.
Nieuwe generatie architecten toont volledig andere blik tijdens Next Step Program
Meer dan 70 studenten en jonge professionals discussieerden op donderdag 25 april op de TU Delft over ‘Future Topics in Architecture’ als eerste stap van het Next Step Program, het programma om jong talent in de architectuur te bevorderen, ontwikkeld door BNA en Synchroon.
“Er is nieuwe aandacht voor de waarde van bestaande gebouwen en de rol die de architect kan spelen in de ecologie, dat zag je zó nog niet in Nederland”, meent avondvoorzitter Daniel Rosbottom, internationaal werkende architect uit het VK en professor voor Interieurarchitectuur op de faculteit bouwkunde in Delft. “Circulair wordt de ‘new normal’”, vallen de jonge professionals hem bij. Een van oorsprong Italiaanse architect met bureau in Nederland benadrukt de holistische visie en pleit voor ‘biophilic cities’. Een Nederlander onderstreept dat: “We werken in een ecologische context en denken uitsluitend in systemen.”
Ook de discussie over identiteit wordt duidelijk anders gevoerd dan in het verleden. Jonge bureaus zien zich niet als concurrenten met een eigen stijl of taal maar als onderdeel van alsmaar veranderende samenwerkingsverbanden, ook met ander disciplines. Het hebben van een groot bureau is geen doel op zich. “Je kan niet alles doen en zeker niet in alles goed zijn.” Men zoekt elkaar op en zoekt verdieping waar de eigen passie ligt: “Doe gewoon je ding en klaag niet wat je niet kan”, zegt een jonge architect. Of de architect niet eigenlijk alles kan, een regisseur wordt, en meer rollen aan moet nemen in de toekomst? De zaal aarzelt. De juryvoorzitter Do Janne Vermeulen van Team V daagt uit: “Moet je niet zeggen wat je juist niet meer gaat doen?” Daar is de zaal het met haar eens: “Specialisatie is het sleutelwoord”, zegt de jonge generatie.
Na meer dan 2 uur geanimeerde discussie sluit Mathias Lehner, programmamanager van het Next Step Program bij de BNA de avond af. Deze derde discussie met studenten maakt duidelijk dat de nieuwe generatie is veranderd. De studenten bouwkunde zitten in wezen op één lijn met de jonge generatie: engagement, soft skills, samenwerking en betekenis voor de planeet staan centraal. “Er is optimisme. Niemand spreekt over de crisis of wat allemaal niet kan, juist wat wél kan. Een nieuwe hoogtij van Nederlandse architectuur lijkt op komst.”
Bekijk hier de pitches van de Next Step deelnemers waarin ze vertellen wat hun Future Topic in Architecture is:
Alle inzendingen zijn binnen
Door een technische storing was het niet voor iedereen mogelijk om de projecten op de oorspronkelijke deadline (1 maart) in te zenden. Daarom werd besloten om de nieuwe deadline op 17 maart te stellen. Met alle late inzendingen bleek dit een uitstekende keuze. Het laatste weekend kwamen er nog zeven inzendingen binnen, wat het totaalaantal inzendingen tot 42 bracht.
Nu alle inzendingen binnen zijn, kan het Next Step Program echt van start gaan!
Meer dan een award
Het programma van het Next Step Program, ook wel ‘The Steps’ genoemd, bestaat uit zes leerzame stappen die de deelnemers ondersteunen om hun next step te zetten. Het eerste onderdeel vindt plaats in april op de TU Delft, en is toegankelijk voor alle deelnemers. Tijdens deze eerste stap zullen de deelnemers met jonge talenten gaan discussiëren over urgente thema’s in de architectuur. Philippe Rol van Atelier to the Bone (deelnemer editie II) zei hier het volgende over: ‘’Een uur praten over circulariteit is natuurlijk kort, maar de belangrijkste conclusie voor mezelf is dat onze holistische kijk nog steeds een goed startpunt is. We kunnen niet anders dan zo goed als wij weten hoe alles werkt de verantwoordelijkheid nemen voor het grotere geheel.’’
Om te bepalen wie er kans maakt op de felbegeerde Next Step Award, worden alle inzendingen beoordeeld door de vakjury. Deze editie zal de vakjury bestaan uit: Do Janne Vermeulen (voorzitter), Ingrid van der Heijden, Hedwig Heinsman, Nanne de Ru, Anne van der Zwaag, Tobias Verhoeven en Fred Schrol. Hier vind je meer over de indrukwekkende achtergrond van de juryleden.
Uit alle next step deelnemers wordt allereerst een groep ‘emerging talents’ gekozen door de jury. Zij vormen samen The Next Step Ahead Group. Deze groep talenten neemt verder deel aan het programma. In de volgende fase kiest de jury drie finalisten. Zij krijgen ondersteuning, services en voordelen die normaliter exclusief voor leden van de BNA bestemd zijn. Ook maken zij natuurlijk kans op de Next Step Award. Een geldprijs van €10.000 én een bouwopdracht van SYNCHROON.
Eeuwen lang werd openbaar water in steden voor van alles en nog wat gebruikt, waardoor het sterk vervuild raakte. Pas de afgelopen decennia hebben lokale en internationale acties ervoor gezorgd dat de waterkwaliteit is gaan verbeteren. In sommige steden, zoals Amsterdam, zie je zelfs dat mensen zijn gaan zwemmen in grachten die voorheen als open riool werden beschouwd. Maar hoe schoon is het water eigenlijk?
Waterkwaliteit is niet een eenduidig gegeven maar sterk variabel per plek, tijdstip en bovendien afhankelijk van hetgeen je ermee wil doen. Zwemwater is geen drinkwater, en temperatuur kan bijvoorbeeld gevaarlijker zijn dan verontreiniging. Wat als iedereen realtime zou kunnen zien hoe de variabelen van de waterkwaliteit veranderen?
Amsterdecks zijn vlonders die de waterkwaliteit meten en toegang tot het water veiliger maken. De vlonders vormen een stedelijk netwerk waardoor bewoners kunnen zien waar en wanneer het water het schoonst is. Deze informatie is af te lezen via de zuilen op de vlonders en een website. Zo kun je thuis al kijken waar er in de stad veilig gezwommen kan worden. Amsterdecks is een initiatief van Rademacher/de Vries Architecten en uitgewerkt in samenwerking met Waternet, de Waag Society en gemeente Amsterdam.
Het eerste Amsterdeck is begin 2019 opgeleverd en ligt in het Amsterdamse bos bij de Nieuwemeer. Het ontwerp van de vlonder verwijst op subtiele wijze naar verschillende kade hoogtes in Amsterdam. Deze referentie heeft bovendien een praktisch doel. De vlonder is namelijk mobiel en kan naar andere locaties varen om daar tijdelijk te testen of bepaalde plekken in de stad de potentie hebben om een permanente zwemplek te worden. Amsterdecks zijn in die zin een instrument om de relatie tussen water en de stad te herdefiniëren aan de hand van een schoon water als uitgangspositie.
Nu dat de eerste vlonder is gerealiseerd, is het doel om het netwerk door de hele stad uit te breiden. Maar voor nu kunnen zwemmers, zeilers, sub’ers, wandelaars, vissers, wind-surfers, kayakers en alle andere gebruikers van het Amsterdamse water alvast gaan genieten van het eerste Amsterdeck.
Landgoed Huize Bergen _ Hotel de Botanica
Op Landgoed Huize Bergen staat hotelgebouw De Botanica als eigentijds antwoord en aanvulling op een bestaand hotel en conferentieoord. Op energiebeheer en materiaalgebruik is hoog ingezet. De nieuwe hotelvleugel met 40 kamers is gebouwd volgens het passief huis principe. En in zowel exterieur als interieur is veelvuldig gebruik gemaakt van onbewerkte natuurlijke materialen. De buitengevel bestaat uit siberisch lariks met kozijnen van iroko hout en erkers van zink.
Aandacht voor de beleving doordrenkt het ontwerp op alle schaalniveaus. Het exterieur en interieur zijn als een eenheid ontworpen en zijn geïnspireerd op de omliggende groene landschapstuin en de historie van Landgoed Huize Bergen. De hotelkamers hebben een ingebouwd raamzitje en bureau, deze omkaderen het uitzicht en zijn gemaakt uit eikenhout en eikenfineer. Voor de hotelkamers zijn verschillende costum-made producten ontworpen, zoals de hanglampen, de nachtkastjes, het wandpatroon en de wasbakken. De patronen in het interieur zijn afgeleid van de patronen die elders terugkomen op het landgoed.
Woning Nieuwe Niedorp
Context
De vrijstaande woning is gesitueerd tussen de lintbebouwing van het buurtschap Terdiek. De hoofdbebouwing van de naastgelegen stolp diende als woning voor de voormalige agrarisch bedrijf en was overkoepelend voor de globale compositie. Het terughouden van het hoofdvolume ten opzichte van de stolp was een pré. Er is gekozen voor een traditionele schuurwoning typologie zodat de karakter van het buitengebied gehandhaafd bleef. Hieruit ontleedt de vrijstaande woning haar verschijningvorm.
Beleving
Met de schuurwoning typologie als basis sjabloon, werden de massa’s opgedeeld volgens een verhoudingsleer afgeleid van de gulden snede. De verhouding van 1 staat op 1,61 staat in overeenstemming met alle zichtbare delen van de bouw, wat zorgde voor een vertrouw en logisch voorkomen van de hoofdcompositie.
Architectuur
De Plattegrond van de begane grond is in hoofdopzet een ‘plan libre’, zonder een strakke volgorde, met looproutes die gesuggereerd worden in plaats van opgedrongen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de toepassing van een box-in-a-box principe. Alle ruimtes die geen verbinding met buiten nodig achtten werden samengebracht tot een enkele cluster en als een doosje zorgvuldig in de open plattegrond geplaatst. Dit resulteerde in aaneengesloten ruimtes die op ongedwongen wijze worden omsloten. Het ruimtelijke gevoel wordt versterkt door een ‘langzame’ route die de eetkamer via de leefkeuken met de woonkamer verbindt.
Handschrift
Voor de behandeling van de architectuur is gezocht naar een synthese tussen landelijke, streekeigen architectuur met een nieuwe hedendaagse stijl. De architectuur verwerpt noch negeert de historische karakter van het buitengebied. Tegelijkertijd biedt het een nieuwe kijk op de mogelijkheden die hedendaagse materialen en processen mogelijk maken.
De Willem en De Zwijger
Het eerste project in Nederland waar een appartementencomplex met vijf woon lagen nul-op-de-meter is gerealiseerd. Twee bijzonder duurzame appartementengebouwen met 48 sociale huur appartementen.
In opdracht van woonstichting ‘thuis heeft NBArchitecten samen met BAM wonen deze appartementengebouwen gerealiseerd. De Willem en De Zwijger voorzien zelf in alle energie die nodig is. Dit is bereikt door niet alleen PV-panelen op het dak toe te passen, maar door ook de gevel hiervoor in te zetten. Het gevelsysteem is ontworpen met de nieuwste generatie dunne-film panelen, in matzwarte uitvoering, afgewerkt met rvs-profielen. Het gebouwcasco is dat van een ‘standaard’ galerijflat, de bijzondere vorm komt door de toepassing van PV-panelen met “standaard” afmetingen. De overmaat van de PV-panelen resulteert in een knikkende gevel. Deze knikken hebben verschillende voordelen; de balkons kunnen in het gebouw opgelost worden, waardoor er – in tegenstelling tot uitkragende balkons – geen schaduwval op de PV-panelen is. Daarnaast hebben de bewoners op de balkons en ter plaatse van de entree op de galerij, net iets me er ruimte. De PV-panelen zijn niet alleen toegepast op het zuiden, maar ook op het oosten en het westen. De gebouwen wekken energie op wanneer de mensen ‘thuis zijn. Het energieverbruik wordt gemonitord volgens NOM-keur. De toepassing van nieuwe technieken gecombineerd met standaard bouwmethoden resulteert in een bijzondere jas. Het laat zien dat de energietransitie op een fraaie manier geïntegreerd kan worden in de architectuur van de gebouwde omgeving. Gebouwen worden energiecentrales.
Achter deze bijzondere gevel bevinden zich appartementen van 50m2 en 70m2 bestemd voor de sociale huursector. De appartementen zijn niet alleen voorzien van PV-techniek. Uiteraard is er eerst gekeken hoe we zo veel mogelijk energie kunnen besparen. De energievraag is geminimaliseerd door toepassing van hoge Rc-waarde (groter dan Rc=6) in gebouwschil, de toepassing van triple glas (met een lage Ug-waarde), en hoge mate van kierdichting. Daarnaast bevat elk appartement een individuele warmtepomp met eigen bodemlussen, een balansventilatie en een individuele omvormer. Deze nieuwe appartementen vragen hierdoor om een nieuw gebruik. Hiervoor zijn de bewoners meegenomen in een coaching traject, begeleid door ‘thuis en een specifieke kern bewoners, ook wel ambassadeurs genoemd.
De gebouwen zijn niet rechtstreekst gekoppeld op het riool. In plaats daarvan is er in de openbare ruimte een wadi voorzien, die ervoor zorgt dat het gemeentelijk riool tijdens enorme hoosbuien wordt ontzien en dat het water kan infiltreren op de plek zelf. Op deze manier wordt er op kleine schaal een bijdrage gedaan aan het tegengaan van de verdroging van Noord-Brabant.
De plint van de gebouwen is gemetseld met een steenmix welke bestaat uit de restpartijen van de steenfabriek. Hierdoor ontstaat er niet alleen een bijzondere mix, maar worden stenen gebruikt die normaal gesproken in de opslag zouden komen te staan, om vervolgens te worden vermalen tot puin en uiteindelijk te worden toegepast onder asfalt. De appartementengebouwen bieden niet alleen huisvesting aan menselijke “koppeltjes”. Beide gebouwen zijn namelijk voorzien van zwaluwkasten welke huisvesting bieden aan zwaluwkoppeltjes. Op elk van deze gevels is tevens de naam van het gebouw te vinden.
De benaming van deze complexen sluit niet alleen aan bij het toponiem van deze locatie. Het geeft de importantie van deze twee voorbeeldgebouwen in de energietransitie weer. Willem van Oranje, alias Willem de Zwijger is Vader des Vaderlands, stichter der Nederlanden. Jarenlange, stille diplomatie bracht de noordelijke provinciën bijeen. Dit bracht grote voorspoed aan de bewoners van wat later Nederland zou gaan heten. We staan nu voor een soortgelijke opgave. Door anders naar onze gebouwde omgeving te kijken en bewust te zijn van onze impact op de wereld, verbeteren we niet alleen de appartementen van deze bewoners, maar ook een beetje van de wereld waarin we leven.
Bitterzoutlofts
Bokkers van der Veen Architecten zag potentie in de herbestemming van een monumentale Bitterzoutloods in Ede tot vijftien loftwoningen. Na landurige leegstand en verval van het industriële pand nam het bureau het initiatief tot het formuleren van een concept voor herontwerp. Na een presentatie van de mogelijkheden aan de ontwikkelingscombinatie van AM en ASR, kreeg het architectenbureau de opdracht voor de transformatie van het Rijksmonument. Het resultaat is een beeldbepalend element in de nieuwe wijk geworden, een ruimtelijk woonproject met karakteristieke details. Het interieur van elke woning is uniek dankzij het begeleidingstraject dat bij de koop in zat.
De Bitterzoutloods stamt uit 1926 en maakt deel uit van het voormalige Enka Fabriekscomplex. Het originele ontwerp door J.M. van den Bosch wordt gekenmerkt door twee tachtig meter lange bakstenengevels met sober uitgevoerde expressionistische details. Aan de gevels bevinden zich opgetilde perrons met rolpoorten en luifels. Het lange volume is onderverdeeld in vijftien traveeën van 5,35 meter. “Door de woningscheidende wanden iets te verplaatsen t.o.v. de hartlijn van de monumentale vakwerken, bevindt zich in elke woning een fraai monumentaal vakwerk”, aldus architect Joep van der Veen.
Van der Veen had een ongepoleist eindresultaat voor ogen, waardoor hij heeft gekozen om terughoudend te renoveren. Elementen die iets vertellen over het industriële verleden zijn zoveel mogelijk bewaard, zoals inspectieladders en andere metalen profielen aan de gevel. Ook is het originele voegwerk behouden en zijn de granaat- en kogelgaten uit De Tweede Wereldoorlog gespaard. Tijdens het historisch kleuronderzoek is een – voor die tijd moderne – kleurstelling van grijze aluminiumverf met fel rode kleuraccenten ontdekt. Deze kleuren zijn als uitgangspunt genomen voor de renovatie.
De toegangen tot de woningen bevinden zich op de perrons aan de zuidgevel en worden gemarkeerd door de oude perrondeuren. De perrons aan de noordgevel vormen met verhoogde zitplekken de overgang naar de tuin. Het industriële karakter wordt versterkt door nieuwe toevoegingen als haakse stalen steektrappen vanaf het maaiveld naar de perrons en grote glazen puien met aluminiumkozijnen achter de rolpoorten. De trappen en puien zijn eigentijds en minimalistisch vormgegeven, waardoor ze niet op de voorgrond te treden.
Omdat de Bitterzoutloods nooit is gebouwd om in te wonen, was voldoen aan de huidige eisen op het gebied van comfort en energieverbruik een uitdaging. Door de woningen als losse geïsoleerde dozen in de loods zetten, is nieuwbouwkwaliteit gerealiseerd zonder de karakteristieke architectuur aan te tasten. Voor voldoende daglichtinval is gezorgd door middenin de 15 m diepe woningen een lichtstraat en een ruim 7m hoge vide met trap te plaatsen en dankzij de grote verdiepingshoogten (begane grond 3,2 m en 1e verdieping 3,6 m).
In de loop der jaren is de loods op verschillende punten aangepast. Op sommige plekken zijn de perrons verwijderd en is er door geveldoorbraken vanaf het maaiveld direct toegang tot de loods. Van der Veen: “Deze uitzonderingen hebben we gehandhaafd, want ze geven een unieke ruimtelijke kwaliteit aan enkele woningen. Het zijn cadeautjes. Het niveauverschil tussen maaiveld en perron werd aanleiding voor mooie splitlevel verdiepingen.”
De ontwikkeling van de loftwoningen in de Bitterzoutloods vond plaats middenin de kredietcrisis en werd daardoor in het relatief behoudende Ede gezien als een risico. Door een slim proces werd een grote mate van diversiteit in woningen en prijsstelling mogelijk gemaakt. Bokkers van der Veen Architecten werkte diverse scenario’s uit om de potentie van de transformatie te laten zien. Uiteindelijk is gekozen voor twee basistypes. Dankzij diverse vooraf uitgewerkte ruwbouwopties én een persoonlijk ontwerp- en begeleidingstraject voor de kopers zijn vijftien unieke woningen ontstaan. Bijzondere trappen, binnenpuien uitgevoerd in staal en glas en het gebruik van beton in het zicht versterken het industriële karakter. Van der Veen: “Binnen de sterke basis was veel ruimte voor variatie. Door onze hulp heeft elke koper zijn ideale woning kunnen realiseren.”
Innovation Powerhouse
De voormalige energiecentrale van Philips is getransformeerd tot het Innovation Powerhouse, een ecosysteem voor de innovatieve industrie. Een plek waar ontmoeting, co-creatie, inspiratie, innovatie centraal staat en tegelijkertijd het ruwe en brute karakter van de energiecentrale omarmt.
De belangrijkste doelstelling van het ontwerp was het creëren van een ecosysteem waarin de bedrijven elkaar kunnen ontmoeten. In een steeds digitalere wereld geloven wij sterk in de kracht van fysieke ontmoeting, een plek waar mensen elkaar kunnen inspireren, samenwerken, dromen en spelen. De customer journey van de verschillende bezoekers – klant, werknemer en partner – waren hierbij essentieel. Door het creëren van een centrale ontmoetingsplek, grote mate van transparantie, ruimte voor experiment en gedeelde functies beogen we dit te faciliteren.
Bij het betreden van het pand sta je meteen in het ruime atrium en wordt je verwelkomt door een grote koffiebar en lounge. Een grootse openheid en transparantie zorgt ervoor dat je een kijkje naar binnen kan nemen en de levendigheid van de verschillende bedrijven waarneemt. De driedubbel hoge ruimte zorgt voor natuurlijk licht dat de kern van het gebouw verlicht. De lichtstraat zet ook de originele zware betonconstructie aan, die de kolenstortkokers op 28 meter hoogte dragen.
De hal wordt gebruikt voor exposities, netwerk evenementen, brainstormsessies, presentaties en lezingen. Daarnaast wordt de hal ook regelmatig voor publieke evenementen gebruikt, waarbij de stad welkom is in het gebouw. Aan het einde van de hal is een beeldbepalende trap geplaatst die de bovengelegen verdieping bij de centrale hal trekt en tegelijkertijd als tribune en informele zitplek gebruikt kan worden.
Door een wijziging in energieproductie (van kolen naar olie) is de hoge centrale middenbeuk van het originele ontwerp nooit afgebouwd. Geïnspireerd op de originele tekeningen hebben we met een stalen verticale tuin de origineel bedoelde symmetrie voltooid. Deze stalen tuin volgt in ritmiek en belijning de originele gevel, maar is met zijn transparante groene uiterlijk, glazen lift en vergaderruimtes een hint naar de toekomst. Aan de achterkant wordt de symmetrie voltooid door een strak gedetailleerde moderne glazen uitbouw.
Het Innovation Powerhouse is op deze manier niet enkel een statisch bedrijfsverzamelgebouw, maar een open plek waar verschillende bedrijven elkaar kunnen inspireren en kunnen samenwerken. Deze nieuwe dynamiek geeft de voormalige energiecentrale een nieuwe toekomst.
De Alchemist
Een queeste naar een mysterieuze ontdekkingswereld
Dit project omvat twee nieuwbouwwoningen op een smal kavel in Amsterdam Noord, in een zelfbouwbuurt vlakbij het IJ. De kavel gaf de vrijheid om één of meerdere woningen te bouwen. Ik besloot er twee te realiseren. Eén om zelf in te wonen en de andere om te verkopen. Zo begon ik aan een uitdagend experiment: een bouw- en ontwikkelproject samen met mijn vrouw waarin ik zowel opdrachtgever zou zijn als architect.
Inspiratiebron voor het concept van ons huis was een reis naar Marrakesh, een stad met een bijzondere ruimtebeleving en prikkeling van al je zintuigen. Daar zijn smalle, hectische straten als een labyrint met elkaar verbonden. Interieurs hebben er geborgen ruimtes die helder zijn gerangschikt rond besloten patio’s en daken zijn benut als verblijfsplekken waar je zicht hebt op de bergen in de verte en ontsnapt aan de hectiek van de straat.
Dit leidde in mijn ontwerp tot oplossing waarbij verschillende, geborgen ruimtes op verrassende manier aan elkaar worden geschakeld zodat elke ruimte een eigen, unieke, kwaliteit en oriëntatie bezit.
Om de kwaliteiten van de locatie optimaal te benutten, legden we de woonverdieping zo hoog mogelijk zodat we in de verte het water van het IJ zouden zien. Je kijkt hier ver weg en neemt zo fysiek afstand van de hectiek op straat. De woonruimte bereik je direct vanuit de lift.
De symbolisch centrale plek van het huis, de haard, hebben we verbonden met de horizon: Tegenover de houtkachel is een glazen erker waar je 180 graden kunt wegkijken. Een overhoekse verbinding en het voor de vloerranden langs laten gaan van het glas zijn twee bouwkundige principes die zijn verenigd in de glazen erker, die oneindigheid representeert.
Wisselingen in oriëntaties spelen een hoofdrol. De zitkamer en de woonkeuken trokken we uit elkaar, maar zijn tegelijkertijd met elkaar verbonden. De zitkamer aan de noordzijde met neutraal licht heeft een andere sfeer dan de woonkeuken op het zuiden die refereert aan een Arabische markt met gefilterd zonlicht.
Ook verticale oriëntaties zijn verwerkt. De woonkamer bereik je vanuit de woonkeuken over een glazen vloer. Hierdoor kijk je 10,5 m naar beneden. Dit is de zenith die de hoger gelegen woning verbindt met de aarde. Met een lichtfontijn van beneden naar boven wordt de verticaliteit extra benadrukt.
De daken worden volledig ingericht als tuinen, waardoor – ondanks de verdichting en verharding die wordt aangebracht – een waterbuffer wordt gemaakt voor hemelwater en een bijdrage wordt geleverd aan de biodiversiteit in de stad. De daktuin met zicht op het IJ heeft altijd zon, maximale privacy en is door zijn omslotenheid juist verbonden met de hemel.
De ambitie was om qua energiegebruik zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. Dit huis is daarom voorzien van grondbronnen om te verwarmen en te koelen. Omdat de grond onder het huis vervuild is, bleek dat een hele opgave. Aangezien de gemeente aanvankelijk aansluiting op het stadswarmte-netwerk verplichtte, moest ook zij overtuigd worden.
We hebben dus op meerdere niveaus geëxperimenteerd, met uitdagingen geworsteld en uiteindelijk onze grenzen verlegd. Een Chinese wijsheid zegt: crisis is groei. Geen enkel project was tot nu toe zo leerzaam als deze.
Het eindresultaat is een omkering van de overzichtelijkheid van het loft-principe. De alchemist biedt met de ingrediënten ruimte, licht, oriëntatie en materiaal juist een mysterieuze en verrassende ontdekkingswereld.
Corner House
Het hoekhuis staat op een prachtige schuine straathoek in de Burgemeesterswijk in Leiden. Deze drielaagse woning, gebouwd in het begin van de vorige eeuw, is compleet gerenoveerd en getransformeerd passend bij de wensen en behoeften van een jonge familie met twee kinderen.
Startpunt van deze transformatie was de originele structuur en organisatie alsmede de originele elementen die teruggevonden werden na het verwijderen van later toegevoegde verlaagde plafonds, voorzetwanden en andere aftimmeringen. Alle ruimtes zijn gegroepeerd rondom een centrale vijfhoekige hal van waaruit alle omliggende ruimtes worden ontsloten. Nieuwe wijzigingen in deze organisatie, als gevolg van wensen en behoeften van de opdrachtgevers zijn ontworpen binnen dit hoofdprincipe. Terwijl het materiaalgebruik en de interventies nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd heeft iedere verdieping zijn eigen specifieke karakter gekregen waarbij de overgangen tussen de verschillende ruimtes nauwkeurig gearticuleerd zijn in de ruimtelijke uitwerking en het materiaalgebruik. Deze benadering, die op sommige momenten subtiel en ingetogen is en op andere momenten uitdagend, voegt een nieuwe laag toe aan de geschiedenis van de woning.
De begane grond is het meest klassiek in zijn opzet en uitwerking. De ensuite organisatie is geherintroduceerd door de toevoeging van een geïntegreerde kast met een zorgvuldig uitgewerkte opening welke de eetkamer en woonkamer verbindt. Het ontwerp van deze opening sluit aan bij de verschillende karakters van de twee aangrenzende ruimtes; aan de zijde van de intieme woonkamer is de opening compact terwijl de zijde van de eetkamer groot en statig is uitgevoerd. In de hal is de originele tegellambrisering gecompleteerd met een nieuwe donkerrode tegelvloer aansluitend bij de roodgeverfde trap. De keuken, eetkamer en woonkamer zijn afgewerkt met een eikenhouten visgraat parket terwijl de originele rijk geornamenteerde plafonds zorgvuldig zijn gerestaureerd.
Op de eerste verdieping zijn de originele houten vloerdelen die onder een versleten tapijt tevoorschijn kwamen opnieuw geschuurd en gelakt voordat deze vloer werd teruggeplaatst als afwerkvloer. Een ruime walk-in closet deelt deze verdieping in twee en resulteert in een bijzondere gebogen verbinding tussen hal en gastenkamer volgend uit de draaicirkel van de deur die haar originele centrale positie in de hal behouden heeft. In de hal is een nieuwe groen-grijze lambrisering aangebracht met een geïntegreerde railing die houvast moet bieden tussen slaapkamer en badkamer.
Op de tweede verdieping zijn alle tussenwanden en de vloer van de tussenverdieping verwijderd om de kap ten volle tot haar recht te laten komen. Deze open ruimte is het domein van de twee kinderen. Hun slaapvertrekken worden gescheiden door een centrale badkamer en een vrijstaande wand welke een gemeenschappelijke speelplek afschermen. De vloer en wanden zijn uitgewerkt in vurenhouten panelen en stijlen terwijl het originele houtwerk van de kap wit geschilderd is.
Relingen, handgrepen en een traplift zijn zo aangepast en geïntegreerd dat zij een onlosmakelijk onderdeel vormen van het interieur en een extra houvast en veilige en duurzame omgeving bieden.
On Speaking Terms
On Speaking Terms is een doorlopend onderzoek naar ruimtes die dialoog over beladen onderwerpen – die gerelateerd zijn aan architectuur – bespreekbaar te maken en te faciliteren. Het doel is om dit op een inclusieve manier te doen (door zo veel mogelijk betrokkenen in het gesprek te betrekken), om tot nieuwe inzichten te komen en om de thema ’s op de politieke en ruimtelijke agenda te zetten.
Zo transformeerden we de lege ruimte van kunstinstelling Nest in Den Haag naar een experimentele tentoonstellingsruimte (afbeelding 1). We cureerden de tentoonstelling met vijf kunstwerken die het wij-zij denken en het ik-ver sus-de-ander in onze samenleving bevragen. Deze werden getoond in een nieuw gebouwde architectuur binnen de muren van Nest. Om de kunstwerken heen hebben we een decor gebouwd waardoor de bezoeker de kunstwerken telkens vanuit een ander ruimtelijk perspectief kan ervaren om zo de verschillende waarheden achter de werken te ontdekken. Een arena in het hart van Nest nodigde bezoekers uit om nieuwe ideeën te vormen en deze te bediscussiëren. Samen met Stichting Discussiëren Kun je Leren organiseerden we dialog en tussen verschillende schoolklassen om zo de onderwerpen en kunstwerken bespreekbaar te maken. Dit leidde tot een doorlopende samenwerking met Stichting Discussiëren Kun je Leren, waarbij we verschillende locaties ruimtelijk hebben getransformeerd om zo de dialogen meer democratisch te maken, het gevoel van veiligheid te vergroten en ze inhoudelijk te versterken.
In samenwerking met de Balie organiseerden we een drieluik over de rol van architectuur in het creëren van inclusieve steden. We onderzochten dit aan de hand van landen als Bosnië-Herzegovina en Syrië die verwoest zijn door oorlog en weer opnieuw moeten worden opgebouwd, maar ook West -Europese steden als Amsterdam, Stockholm en Parijs die door de verschuiven de demografische samenstellingen hun identiteit opnieuw moeten bevragen en bouwen aan nieuw en gedeeld erfgoed. Om de gesprekken aan te laten sluiten bij het thema bouwden we decors. Door het thema hierin beeldend en ruimtelijk te maken konden de sprekers zich op een meer concrete manier verhouden tot de onderwerpen waardoor het gesprek sterker en inhoudelijker werd. De sprekers waren: Mohamed Al Mufti, Bengin Dawood, Chris Keulemans, Afaina de Jong, Floris Alkemade, Qaisar Mahmood, Jennifer Tosch, Aart Oxenaar.
Het winnen van de Jonge Maaskantprijs 2017 zagen we als een kans om de prijsuitreiking te transformeren naar een inhoudelijk gesprek over de architect uur van asielzoekerscentra in Nederland. Met onze ervaring in de Bijlmerbajes in Amsterdam (getransformeerd tot een asielzoekerscentrum in 2017-2018) bespraken we de geleerde lessen uit deze casus. Zo was de architectuur van de Bijlmerbajes niet passend voor een asielzoekerscentrum en hingen de tralies nog aan de façades. Door met alle beslissende partijen het gesprek aan te gaan hadden wij in de maanden voorafgaand aan de prijsuitreiking geprobeerd de tralies te verwijderen. Omdat deze door meerdere partijen gezien werden als ‘zonnewering’ in plaats van tralies, werd dit een moeizaam proces die we in onze film ‘Blinds’ gedocumenteerd hebben. Deze film is vertoond tijdens de prijsuitreiking en leidde ver volgens tot zeven schriftelijke Kamervragen in de Tweede Kamer en een nieuw e opdracht van het Atelier Rijksbouwmeester om de verbetering van de architectuur van asielzoekerscentra te onderzoeken en als resultaat een advies te geven aan de overheid.
Public Space
In december 2017 was HOP gevraagd om een ontwerp te maken van een interieur voor de gemeenschap genaamd “Public”. Public kreeg een mooie lege ruimte op de begane grond tot zijn beschikking in het BeMine gebouw (vlak achter de Adam toren in Amsterdam). De ruimte had nog alles nodig: een vloer, plafond, elektra, waterleidingen, toiletten, binnenwanden, etc. HOP heeft alles ontworpen tot op het laatste detail, inclusief de verlichting.
Public’s visie sloot vrijwel naadloos aan op dat van HOP. Daarom is Public Space een perfect voorbeeld en visitekaartje voor ons om te laten zien wat wij kunnen en waar wij voor staan. Met HOP wilden wij namelijk zo veel mogelijk de grenzen opzoeken tussen architectuur en interieur, omdat wij geloven meer diepgang te kunnen bieden en menselijke maat in architectuur en interieurs door middel van onze ervaring en expertise in ontwerpen op veel verschillende schaalniveaus.
Met Public konden wij met onze visie van een architect een interieur ontwerp maken dat op veel verschillende niveaus uitgewerkt is en waar geen detail onaangetast is gebleven. Public wilde een nieuw soort ruimte creëren, één die open is voor iedereen en ongehinderd door begrenzingen. Dit in acht nemend creëerden we een open layout: één lange wand waar alle voorzieningen achter zitten en een grote open ruimte aan de voorkant. Vanwege de ruime omvang van deze ruimte konden wij goed spelen met de indeling van het interieur. De plaatsing van de bar was hierbij het belangrijkst (en ook het meeste aandacht aan besteedt), omdat deze de ontvangst vormt voor de toekomstige gasten. Op de afbeeldingen is dan ook te zien dat deze het centrale punt in de ruimte vormt.
De algehele sfeer moest strak, modern, enigszins futuristisch en vooral minimalistisch zijn. Met deze uitgangspunten hebben wij een interieur ontwikkeld en materialen bij elkaar gezocht welke minimalistisch ogen doch een ruwe levendigheid creëren in de ruimte. De bar is opgebouwd uit cementgebonden panelen (in eerste instantie bedoeld voor buitengevels), de vloeren zijn met de hand gepleisterd, het plafond heeft een grove akoestische spray en de wanden zijn grof gestuct. Om contrast aan te gaan met deze minimalistische aanpak en om de ruimte op te kunnen splitsen hebben we “vintage eilanden” toegevoegd, met puur vintage meubilair en eclectische op maat gemaakte tapijten. Deze eilanden brengen menselijke maat en een intieme sfeer met zich mee en bieden de mogelijkheid om op veel verschillende plekken te kunnen loungen of werken.
Step 1 – Deadline inzenden | 27 maart 2024
Bijna
200 jonge architecten gingen je al voor bij vorige edities. Ook dit jaar
verwachten we weer de mooiste projecten van opkomend ontwerptalent. Ben jij een
jonge architect (40 jaar of jonger) en heb je een vernieuwend project van niet
ouder dan 2 jaar? Zend deze dan in! Dit kan tot 27 maart 2024 tot 12.00 uur.
Deze
editie staan het ontwikkelen van het creatief ondernemerschap centraal. De
ervaren vakjury, onder leiding van Oana Bogdan, kijkt niet alleen naar
ontwerptalent maar juist naar jouw invulling van het ondernemerschap.
Wacht
niet langer en meld je project aan! Next Step deelnemers doen onder andere mee
aan pitches, masterclasses en een meestergezel-matchmaking met toonaangevende
architecten.
Meld
je gerealiseerde project aan en maak kans op deelname aan het programma en de
prestigieuze Next Step Award. Hoogtepunt is de uitreiking van de Next Step
Award, een geldprijs van € 10.000 en mogelijk een opdracht van Synchroon.
De vijf koppige jury komt bij elkaar en selecteert maximaal 10 bureaus die the program gaan doorlopen. De jury van de vijfde editie bestaat uit Oana Bogdan (&Bogdan), Steven Delva (DELVA Landschape Architecture Urbanism), Saartje van der Made (Benthem Crouwel Architects), Uri Gilad (Office Winhov) en winnaar van editie 4, Anne Geenen (Site Practice). Directeuren van BNA en Synchroon zijn beiden jurylid zonder stemrecht.
Schuurwoning Snellenburg
In de herontwikkeling van de Rijksmonumentale boerderij ‘Snellenburg’, is in de 1e fase een eind 19e-eeuwse (niet-monumentale) boerenschuur herbouwd tot een eigentijdse schuurwoning. Het voorste en oudste deel van deze boerenschuur had een prachtige bescheiden en oprechte architectuur, vol pragmatische keuzes en eigenaardige incidenten. Omdat restaureren te ingrijpend werd, maar we het karakter van de oude situatie wilden behouden, is gekozen voor herbouw, waarbij de oude schuur model heeft gestaan voor het nieuwe ontwerp. Het achterste deel, dat later is aangebouwd, is vervangen voor een sterkere eigentijdse interpretatie, die qua materialisatie aansluit op de regionale context.
Binnen wordt het achterste deel gekenmerkt door een blankstalen spantconstructie, terwijl het voorste deel een traditionele houten constructie heeft. Het metselwerk van de tussenwand laat duidelijk de scheiding tussen de twee delen zien. Langs beide zijden in de woning is het zicht van voor naar achter volledig vrij gehouden, waarmee de lange zichtlijnen van de karakteristieke omringende polderverkaveling onderdeel worden van de woning. De facilitaire functies en de trap naar de verdieping zijn compact geclusterd, zodat de woning verder ruim aanvoelt en flexibel in gebruik is.
De gevel aan de voorzijde is exact ingedeeld volgens de oorspronkelijke gevel en gematerialiseerd met hergebruik van oude stenen en gevelelementen, waarin veel aandacht voor metselwerk en details. Het achterste deel is een combinatie van zinken dakbeplating met houten gevelbetimmering. De achtergevel (noordzijde) heeft glasstroken tot bijna 6 meter in de nok, wat een spectaculair uitzicht biedt over het weidse polderlandschap.
Door zorgvuldig te documenteren en te leren van de architectuur van een oude eenvoudige schuur hebben we een ontwerp kunnen realiseren wat zich op subtiele wijze voegt naar het monumentale en landelijke karakter van de omgeving.
Step 3 – Masterclasses | mei en juni
Samen met de geselecteerde bureaus, ga je tijdens twee masterclasses in op thema’s als ‘Creatief ondernemerschap’ – hoe bouw je een gezond bureau op – en Goed opdrachtnemer- en geverschap in. Tijdens deze dagen volg je masterclasses verzorgd door de juryleden en andere experts.
Step 4 – Casus uitwerken | zomerperiode
Na alles wat je hebt geleerd in de masterclasses, ga je praktisch met de nieuwe kennis aan de slag. Tijdens de zomerperiode werk je een casus uit die relevant is voor de ontwikkeling van jouw bureau. Deze presenteer je in juli als de jury op je bureau langs komt.
Step 5 – Jury-tour | 10 juli
De vijfkoppige jury en de directie van BNA en Synchroon bezoeken de Next Step Ahead Group. Tijdens dit bezoek presenteer je in circa 5 – 10 minuten de casus en krijgt de jury de kans om rond te kijken op je bureau. Na afloop van de jury-tour worden drie finalisten aangewezen.
Urban Lofts
Met de transformatie naar Urban lofts zorgt Bureau Fraai (i.s.m. BNLA architecten) voor de upgrade van twee desolate torens in de Delftlandpleinbuurt in Amsterdam West. Hiermee sluit de ontwikkeling van de torens zich aan bij de groep van nieuwe wooncomplexen bij het Delftlandplein en de directe omgeving. Het project is uniek, omdat het een partiële herbestemming betreft, die het gebouw en de buurt een impuls geeft.
De twee jaren ‘60 woontorens zijn onderdeel van een ensemble van vier torens, naar ontwerp van de functionalistische architect Piet Zanstra, en zijn ieder voorzien van een uitkragende mantel met kantoren. De mantels zijn herbestemd naar compacte high-end loft appartementen, passend in het ‘StartSmart living concept’ dat door de opdrachtgever Nobillon Vastgoed werd ontwikkeld.
Bureau Fraai heeft dit concept maximaal weten te vertalen in het interieurontwerp van het gebouw. De verwaarloosde entree heeft een upgrade gekregen naar luxe lobby en dient nu als dé ontmoetingsplek voor de bewoners. Dit komt voort uit de overtuiging dat een gezond sociaal leven essentieel is voor een hoge kwaliteit van leven. Mede hierom zijn alle gemeenschappelijke ruimtes hoogwaardig gematerialiseerd en tot in detail ontworpen.
In elke loft is een 3D meubelobject geïntroduceerd dat plaats biedt aan keuken, badkamer, kledingkasten en mezzanine met hoogslaper en dat de ruimte op een elegante manier indeelt. Daarbij is een mooi contrast ontstaan tussen de ruwe betonconstructie van het pand en de verfijnde houten interieurelementen. Het naast elkaar bestaan van deze verschillende materialen en structuren vat heden en verleden samen in een harmonisch ontwerp dat zowel industrieel als luxueus is.
Het proces heeft geresulteerd in een verrijking van de omgeving. De 48 verschillende high-end lofts brengen jonge professionals naar de buurt toe en zorgen voor een nieuw elan in de straat. De samenwerking tussen Bureau Fraai en BNLA architecten combineert het beste van twee partijen met een geslaagd resultaat: high-end wonen in een hoogwaardig woongebouw dat onder architectuur gebouwd- en verbouwd is.
Step 6 – Finalisten x Mentoren
Behoor jij tot een van de drie finalisten? Yes! Je krijgt de kans om met een ervaren BNA-architect als mentor aan de slag te gaan. Samen met dit bureau ga je een traject in om tot een verdiepingsslag te komen op je gemaakte plan of een andere ontwikkelingsvraag.
Step 7 – Laatste ronde | 20 september
Je krijgt nog één keer de kans om de jury te laten zien dat jij klaar bent voor de Next Step. In een gesprek met de jury laat je zien hoe je jezelf als bureau hebt ontwikkeld in de afgelopen paar maanden. Hierna kiest de jury één winnaar.
Step 8 – The Next Step Award | 7 november
Tijdens de jaarlijkse BNA Architectendag wordt de winnaar felbegeerde Next Step Award bekendgemaakt. Ga jij met de prijs, €10.000 en een mogelijke opdracht van ontwikkelaar Synchroon naar huis?
42 Workspace
Gesitueerd in hartje Rotterdam, met 3000m2 vloeroppervlak verspreid over 5 verdiepingen, is 42workspace de eerste en enige co-working space in de regio die gericht is op tech startups. Het initiatief is genomen door de investeringsmaatschappij Keadyn, die samen met particuliere investeerders 4,5 miljoen euro bij elkaar heeft gebracht om het concept te bekostigen en realiseren.
Villa Westergouwe
Op een kavel in nieuwbouwgebied Westergouwe, aan de rand van Gouda, is een compacte woning ontworpen met maximale transparantie aan de tuinzijde en een meer gesloten karakter aan de voorzijde van de woning.
Samenspel van functionaliteit en beleving
De woning is ontworpen voor een gezin bestaande uit vier personen. De woonruimte op de begane grond bestaat uit één grote open ruimte waarin alle functies zijn ondergebracht; de woonkamer, keuken, eetkamer en speelhoek.
De keuken is gesitueerd aan de straatzijde, de woonkamer aan de tuin, en de ruimtes zijn met elkaar verbonden middels de eetkamer waarboven zich een vide bevindt.
Het hart van de woning wordt gevormd door deze vide. De vide met de aangrenzende glazen pui over twee verdiepingen zorgt ervoor dat het daglicht tot diep in de woning doordringt. Ook bevindt zich hier de trap naar de eerste verdieping waardoor er een open verbinding is ontstaan tussen de verschillende woonlagen. De stalen design trap voorzien van glazen balustrades draagt bij aan dit transparante hart van de woning.
Duurzaam en zorgvuldig gedetailleerd
De gevels van de woning zijn voorzien van wit stucwerk. Zorgvuldig ontworpen raamopeningen en houten geveldelen, in combinatie met de naadloos geïntegreerde carport, welke is voorzien van Eternit Equitone Pictura gevelpanelen zorgen voor een boeiend ensemble. De antraciete kozijnen zorgen voor een sterk contrast met de overige materialen.
De woning heeft een hoogwaardig geïsoleerde schil. De benodigde energie wordt opgewekt door de zonnepanelen op het dak. En zorgvuldig weggedetailleerde screens dragen bij aan het tegengaan van de opwarming in de woning door de zon, en passen zodoende perfect in de strakke uitstraling van de woning. De woning is daarmee bijna energieneutraal.
Alle essentiële aspecten in de woning dusdanig met elkaar geïntegreerd dat er een complete woonbeleving is ontstaan. Kortom, een huis waar functionaliteit, schoonheid, beleving en duurzaamheid samenkomen.
Uitbreiding in kruislagenhout
Het woonhuis ligt Langs de Maas op de dijk, ongeveer het laatste huis van het dorp, met uitzicht over de uiterwaarden. Het project is een uitbreiding op een bestaande woning.
De opdrachtgevers wilde nog een keer een huis bouwen, levensloop bestendig. De uitgangspunten voor het ontwerp waren; zichtlijnen, uitzicht, en ruimtelijkheid versus functionaliteit. Samen met de opdrachtgever zijn we nog een stap verder gegaan om een prefab bouwsysteem te vinden, we werden allebei enthousiast van houtmassiefbouw. Houtmassiefbouw in de vorm van kruislagenhout, CLT, Duits vurenhout kruislings verlijmd in platen van 16 x 3 meter. Deze platen worden daarna met CNC bewerkt.
Het woonhuis is ontworpen als een meubel, bedacht vanuit de eigenschappen van het verlijmde hout. De materialisatie is samengesteld door de opdrachtgevers, met de keuze om het hout niet te zien. Gebouwd in zelfbeheer zijn de bewoners binnen een half jaar verhuisd, genietend van het landschap.
dakterras Beatrijsstraat
In Rotterdam-West is een bovenwoning uit de jaren ’20 uitgebreid met een dakterras. Het dak is toegankelijk gemaakt door de toevoeging van een open spiltrap naar de multifunctionele box welke dient als entree, keuken en opslag. De nieuwe ramen en het beloopbare dakraam voorziet de bovenverdieping van het nodige daglicht.
Het zwarte volume is gesitueerd op een kalm grijs composiet terras. De lichtgrijze uitsnede dient als buitenkeuken welke is uitgerust met wasbak, koelkast en opbergkasten. Het volume bestaat uit matzwart en -grijs plaatmateriaal, waar de aluminium kozijnen vloeiend in overgaan.
De opbouw wordt geprefabriceerd op een externe locatie om vervolgens in zijn geheel op het dak te worden gehesen. Ze rust op twee draagwanden van het bestaande trappenhuis, zoals bij veel vooroorlogse huizen in de stedelijke omgeving mogelijk zal zijn. studio RAAM ziet het ontwerp niet alleen als een eenmalige maatpak, maar ook als een repetitieve architectuur die in materialisatie en vorm mag variëren.
Eenwerk en Irma Boom Office
Vlakbij het Vondelpark in Amsterdam, in een straat met typisch Nederlandse neo-renaissance baksteen huizen, staat opeens een radicaal anders gebouw. Gemaakt van glas, staal en basalt, contrasteert het gebouw door zijn setback op een subtiele manier met de buren. Gebouwd op de footprint van een voormalige garage, is het gebouw EENWERK, een kunstruimte die een werk per keer tentoonstelt. In het huis naast de garage zijn het kantoor waar ontwerpster Irma Boom werkt en de bibliotheek waar zij haar boekenverzameling heeft. Geïnitieerd als een enkelvoudig project zijn EENWERK en Irma Boom Office (IBO) met elkaar verbonden zodat interactie tussen de diverse verzameling van ruimtes die ze delen mogelijk is.
Hoewel het contrast tussen het oude en het nieuwe gebouw vanaf buiten gezien duidelijk is, vervaagt dit verschil binnen door de opeenvolging van ruimtes en de verschillend vormgegeven verbindingen tussen deze. EENWERK, opgericht door Irma’s partner Julius Vermeulen, en IBO kunnen als twee eigen entiteiten beschouwd worden, maar ook als een ensemble van onderdelen die samenwerken. De ruimtes binnen het project zijn ontworpen om een variëteit aan condities te bieden die de gebruiker uitdagen, in het bijzonder de kunstenaars die tentoonstellen in EENWERK, om te interpreteren, te reageren, en om mee te werken.
Aan de voorkant is een kleine stoeptuin ontworpen door Piet Oudolf. Na een stap door deze tuin kom je het gebouw binnen door een zwarte deur in een basalt gevel, waarna je direct geconfronteerd wordt met twee verschillende doorzichten. Het eerste doorzicht is direct naar een park achtige setting achter het gebouw. Dit doorzicht gaat door een 4.5 m hoge, met glas omsloten ruimte, die afwisselend een garage, een kunstruimte, een performance ruimte of een plek voor een receptie is. Een vouwdeur, die over de volledige breedte te openen is maakt het mogelijk om deze ruimte uit te breiden naar de tuin buiten. Het tweede doorzicht is een diagonale route die leidt naar het kantoor van Irma Boom en naar een trap gemaakt van dikke aluminium platen. Deze trap gaat naar de bibliotheek.
De bibliotheek bestaat uit drie ruimtes die verschillend gebruikt worden; een ontmoetingsruimte, een presentatieruimte en een tentoonstellingsruimte. Hier zorgen oorspronkelijke klassieke ornamenten voor evenwicht met de hedendaagse interventies in de ruimtes, zoals de gordijnen ontworpen door Inside Outside, die gebruikt kunnen worden om de ruimte te verduisteren bij video projecties. Vanaf deze verdieping is er een smalle gang die weer teruggaat naar de hoofd tentoonstellingsruimte van het nieuwe gebouw.
Met zijn grote ramen aan de voor- en achterkant, maakt de transparantie van de galerie dat niet alleen de kunst maar ook de context ten toon gesteld wordt. Van buitenaf kijk je dwars door het gebouw heen en krijg je een voorproefje van hetgeen binnen te zien is. Betonnen trappen verbinden de galerie met de verdiepingen boven en beneden. Deze trappen liggen direct achter de voorgevel en maken een ononderbroken route met een opeenvolging van dynamische doorzichten, zowel binnen in het gebouw als naar buiten. De combinatie van trappen in het oude en het nieuwe gebouw maken het mogelijk om in een lus door EENWERK en IBO te bewegen.
De ruimte boven de galerie is een kas die gebruikt kan worden om planten en groente te verbouwen, maar ook om kunst ten toon te stellen of te maken, in een omgeving die een Arcadische met een stedelijke setting mengt. Polycarbonaat wanden geven de ruimte een lichtheid die contrasteert met de baksteen wanden van de aangrenzende gebouwen. Aan de voorkant zijn schuifdeuren die toegang geven tot een balkon met uitzicht over de straat. Aan de achterzijde is een takel aan een draaiende arm die het mogelijk maakt om zware objecten omhoog te takelen. Om de objecten naar binnen te krijgen kunnen op galerie- en op kas niveau de gevels compleet geopend worden.
Hoewel EENWERK en IBO verschillende dingen doen, EENWERK toont werk, IBO maakt werk, zijn ze allebei gewijd aan het experiment op het gebied van kunst, design, architectuur, fotografie en alles wat daar bij aan kan sluiten. Vergelijkbaar met Irma Boom’s boeken heeft het gebouw EENWERK, wat van zichzelf ‘een werk’ is, als doel om een actieve rol in te nemen in de presentatie van zijn content.
Stradivarius
De Herestraat in Groningen is van oudsher de belangrijkste winkelstraat in de stad. De straat bestaat al zeker sinds de tweede eeuw en ligt op een uitloper van de Hondsrug. Een hoofdstraat uit de tijd van de Hanzesteden, waarbij de architectuur wordt gekenmerkt door een machtig vertoon van rijkdom en historie. Bij het verkrijgen van de opdracht tot het maken van een nieuw multifunctioneel pand met een winkel en woningen in deze straat zijn we de historie in gedoken. We zijn één geworden met het verleden en het heden. We zijn over tijd heen gesprongen en hebben de middeleeuwse stedenbouw als onderlegger gebruikt voor het samensmelten van tijd en plaats. Hierbij is het oude ambacht opnieuw teruggebracht a ls drager van het detail tot de architectuur.
Deze uitdaging heeft zich vertaald in een dynamisch en uniek stukje stad me t 10 hoogwaardige woningen en bijna 1500m2 winkels waarbij het middeleeuwse pand onderdeel is geworden van het totale ensemble.
Architectuur in de historische binnenstad is er niet alleen voor de gebruik er van het pand, maar net zo zeer voor het publiek en hiermee het ensemble die de omgeving vorm heeft gegeven. Voor ons betekent dit een aanvulling zo eken op het verleden. Niet door te historiseren, maar juist door een nieuwe tijdlaag toe te voegen. We zijn op zoek gegaan naar ruimte voor het nu met gevoel voor ritmiek en stedelijk leven in de Nederlandse stad. Ook het hernieuwd wonen in de binnensteden mag getoond worden middels een architectuur die zich als totaal architectuur profileert zonder onrecht te doen aan de plint. We hebben de plint ontworpen om als drager te dienen voor het groeien naar een luchtige kroon. Naar boven toe verjongt de architectuur met grote passen maar kleine ingrepen in de kolommen. Daar waar de horizontale opbouw van de buurpanden zich profileert heeft de nieuwbouw een hoog verticaal karakter met hierachter de horizontale geleding die de functionaliteit volg t. De openheid van de opbouw naar boven introduceert een nieuwe laag in de stad die nu veelal anoniem is door de nadruk op de commercie van de winkels . Bijna te statisch en dramatisch is deze aangevuld door extra detaillering van hand gesmeed ijzerwerk, mocht het niet zo zijn dat de middeleeuwse buurvouw gekleed in dezelfde tonen alles bijeenhoudt.
Op de rug van het pand is een nieuwe stad gegroeid uit de doorlopende verticale begeleiding van de voorgevel. Hier zijn de woningen tot en met het dak vlak ontworpen en gedetailleerd in een meer nederige stijl. Alle woningen beschikken over mooie grote buitenruimtes om volop te genieten van deze geweldige plek in de stad. De opbouw en uitstraling van de verschillende functies worden onderscheiden door de materiaalkeuze en de detaillering.
De plint sluit aan bij de functie van de winkelstraat door een grijze natuursteen, waarbij een subtiel verschil is gemaakt in uitvoering tussen het monumentale deel en de nieuwbouw. De etalages op de verdieping liggen ogenschijnlijk achter de witte banden door het wegdetailleren van de kozijnen, ter wijl op de hogere verdiepingen de strakke lijnen en het creëren van buitenruimte weer benadrukt wordt. Zwarte, met de hand gesmede elementen benadrukken het vakmanschap en verrijken de gevel op een ander schaalniveau. De toevoeging van de grote klok versterkt op een hoger niveau de functie in d e winkelstraat. De woningen op het daklandschap hebben een meer luchtige ui twerking door de gevel van verlijmd glas die de lucht reflecteren.
Het vakmanschap vertaalt zich ook in de organisatie en bouwlogistiek van he t bouwen op een binnenstedelijk complexe plek. De zeer geringe bouwplaats e n het letterlijk bouwen tussen en tegen monumenten uit de 16de eeuw in een omgeving met archeologisch hoge waarde zorgden voor een complexe bouwopgave . Hierbij is de samenwerking tussen opdrachtgever, gemeente, architect en bouwers cruciaal geweest voor het succes van het project.
Dit heeft onder andere geresulteerd in een bouwsystematiek waarbij de kelder als afzinkkelder is uitgevoerd. Hierdoor konden de kelderwanden zakken, terwijl de archeologische dienst onderzoek kon uitvoeren, en schade aan de b uurpanden door graafwerkzaamheden voorkomen werd.
Door de bouwkraan te integreren in de liftschacht voor de verdiepingen werd tevens de mogelijkheid geboden om nagenoeg zonder bouwplaats te bouwen, en tevens het project te faseren. Na realisatie van het winkeldeel welke circulair is uitgevoerd met een staalskelet (kelder, begane grond en eerste ver dieping) werd een bouwterrein gecreëerd op het dak om zo door te kunnen bouwen aan de woningen. Deze zijn uitgevoerd in een houtskelet om het milieu zo goed mogelijk te dienen. Door de drie bouwsystemen te gebruiken kon de winkel al open voordat de woningen af waren. Dit alles zonder een echte bouwplaats. Zonder zware overlast in de stad. Zonder het publiek zwaar te belasten met de intense bouwopgave maar ze wel te verassen met de vernieuwing.
MFC Doelum
‘Dit gebouw is een parel binnen onze gemeente; een gebouw waarin plek is voor ontmoetingen, verbindingen, gesprekken en waar lief en leed gedeeld wordt. Het is een gebouw geworden om trots op te zijn!’
Aldus de burgemeester van Renkum over het nieuwe multifunctioneel centrum (MFC) Doelum in haar gemeente.
Huiskamer van Renkum
In een prachtig groen gebied omgeven door kleinschalige woningbouw is MFC Doelum ontworpen als een sociaal hart voor de gemeente Renkum. Een ontmoetingsplek voor sport en cultuur, waar de kracht van het collectief in balans is met individuele expressie. Het is een plek voor iedereen: een gebouw dat je deelt, waar je elkaar en de ander ontmoet; een huiskamer voor Renkum.
De centrale ontvangstzone brengt alle functies, gebruikers en bezoekers in contact met elkaar. Rondom deze zone, waarin de horeca is gevestigd, zijn alle functies georganiseerd en al bij binnenkomst goed zichtbaar. Grote vensters en zitkaders geven zicht op de sporthal en zwembad en de activiteiten in de cultuurzaal, fitness en BSO. Het centraal organiserend element is een houten meubel dat alle lagen verbindt. Het is een herkenningspunt door het hele gebouw.
Landschappelijke inpassing
Het MFC is zorgvuldig in het landschap ingepast. Er is optimaal gebruik gemaakt van de kwaliteiten en hoogteverschillen in het gebied. Ondersteunende functies zoals kleedkamers en bergingen worden uit het zicht onder het maaiveld geplaatst. Terrassen en tribunes ontstaan als vanzelf en bieden zicht op het sporten en de groene omgeving.
Het gebouw oogt bescheiden ondanks het grote programma, door opdeling in drie ten opzichte van elkaar verschoven volumes. Zo ontstaat een gebouwensemble in harmonie met het omliggende glooiende landschap. Het middelste volume is opgetild; hier ligt de centrale ontvangstzone. Het glooiende landschap loopt via deze zone tussen de beide volumes door en verbindt de sportvelden van de hoger gelegen noordzijde met de tennisvelden van de lager gelegen zuidzijde.
Menselijke maat
Door een zorgvuldig gebruik van materialen, ritmiek en patronen wordt de menselijke maat teruggebracht in de grote bouwvolumes. De lichte gemêleerde baksteen is uitgelegd in verschillende verticale en horizontale patronen. Een robuuste betonnen plint draagt het gebouw, betonnen kaders markeren de gevelopeningen.
Het interieur en het losse meubilair zijn vanaf het begin integraal mee ontworpen. Het consequent toepassen van een mix van natuurlijke, duurzame en onderhoudsarme materialen geeft een consistent en rustig beeld door het hele gebouw. Het gebruik van verschillende typen hout in de vloeren en wanden zorgt voor een zachte en warme uitstraling. Perforaties, plaatverdelingen en aansluitdetails zorgen voor een verfijnde gelaagdheid met aandacht voor een goede akoestiek.
Rol architect
Bij dit project hebben wij als jong bureau de kans gekregen om invulling te geven aan het vak als architect in al haar facetten. Het project draaide namelijk niet alleen om het maken van een sterk architectonisch gebaar, maar vooral om de rol van architect als verbindende partij. De kracht van het project was een hele dankbare samenwerking tussen de opdrachtgever, gebruikers en het ontwerpteam (i.s.m. NOAHH). Dit gebouw is tot stand gekomen dankzij de gebruikers, bestaande uit 26 verenigingen, die vanaf 2003 het project op vrijwillige basis hebben vormgegeven en een opdrachtgever die maatwerk heeft willen leveren voor deze verenigingen voor een beperkt budget. Ons bureau heeft de verantwoordelijkheid gehad om de opdrachtgever en de gebruikers te begeleiden in dit uitdagende proces, hen mee te nemen, een plek te geven, en hun wensen te vertalen naar een ruimtelijk maatpak – van gebouw tot interieur – van meubilair tot signing; een huiskamer voor Renkum.
Stadsvilla D
In het centrum van Roosendaal is recentelijk een prachtige stedelijke villa opgeleverd welke in zijn architectuur reflecteert op de direct omliggende historische bebouwing.
Niet vaak is er de mogelijkheid om binnen het historisch centrum een villa te creëren van deze omvang. De woning presenteert zich op een duidelijke maar eigenzinnige manier in hout, staal en beton. De breedte van het kavel in relatie tot de omliggende bebouwing gaf aanleiding het volume in twee te splitsen. Parkeren op eigen terrein is mogelijk geworden door dat het woonvolume is “gelift”.
Om de tuin te kunnen bereiken is het programma zo veel mogelijk in de lengte richting georganiseerd. Direct na de entree is een langgerekte keuken ontworpen welke in daglicht voorziet vanuit het naast gelegen atrium. In het verlengde hiervan wordt de woning meer open. De verhouding binnen-buiten is zeer geleidelijk door luifels in beide richtingen tussen woonkamer en tuin.
Op de verdieping is het ontwerp meer in de breedte georganiseerd rondom het atrium. Deze woonlaag bevat 5 slaapkamers, 2 badkamers, ruimte voor installaties en een zolder.
Naast het ontwerp voor de woning is ook de keuken en overige meubilair naar ontwerp van zone zuid architecten. De gehele beneden vloer is zowel binnen als buiten in gevlinderd beton. Ter versterking van het binnen-buiten effect zijn tevens de plafonds in gelijkwaardige western red ceder delen. De voorgevel heeft een gestreepte pleisterlaag welke goed past in het meer verticale karakter van de Damstraat.
People’s Pavilion
People’s Pavilion: 100% geleend
De Dutch Design Week (DDW) in Eindhoven is het grootste en belangrijkste designevenement van Noord-Europa. Midden op het Ketelhuisplein stond in 2017 het People’s Pavilion, de centrale ontmoetingsplek voor creatieve denkers en doeners uit de hele wereld. Het gebouw was een ontwerp van Overtreders W en bureau SLA. De ontwerpers hebben een radicaal nieuwe invulling aan circulair bouwen gegeven: het paviljoen is namelijk gemaakt met 100% geleende materialen. Van leveranciers en producenten, maar ook van bewoners uit Eindhoven. Heipalen, houten balken, gevelelementen, glazen dak, plastic bekleding: alles is voor 9 dagen geleend en werd na afloop van de DDW weer heel en ongeschonden teruggegeven aan de eigenaren. Op de bouwplaats werd dus niet geschroefd, gelijmd, geboord of gezaagd. Het People’s Pavilion laat een nieuwe toekomst voor duurzaam bouwen zien: een krachtige ontwerptaal, met nieuwe samenwerkingen en intelligente bouwmethodieken.
De plastic gevelelementen zijn ontworpen door Overtreders W en bureau SLA, en gemaakt van plastic afval, dat mede door inwoners van Eindhoven werd ingezameld.
Zuiderheide- Blok 3
Zuiderheide Blok 3
Zuiderheide is een zorgcomplex in Hilversum uit de jaren ‘80, dat volledig wordt vernieuwd. Het ambitieuze stedenbouwkundig plan van Moke bestaat uit vijf woongebouwen in een landschapsplan van Lubbers/ Hosper.
In 2012 werd by Bali (een samenwerkingsverband tussen Urban Echoes en House of Architects met Jurrian Knijtijzer) geselecteerd voor gebouw 3, een woongebouw met kinderdagverblijf in de plint.
Gebouw 3 staat op de hoek van het stedenbouwkundig plot en heeft daarmee een zeer prominente plek aan de rotonde. Het volume van het gebouw is op verschillende plekken gesneden om de woningen optimaal op de zon en binnenterrein te oriënteren en om het volume een architectonisch accent op de hoek te geven. Daardoor is een dynamisch en prominent gebouw ontstaan.
Het gebouw sluit aan op drie verschillende niveaus. Aan de noordzijde sluit het aan op de Diependaalselaan en aan de zuidzijde op het verhoogde binnendek met daaronder parkeren. Door de begane grond in het midden van het gebouw van noord tot zuid door te breken, verbinden we met het gebouw deze drie niveaus. Wij hebben de centrale hal en het binnnenterrein met een loopbrug verbonden en daarmee een dubbelhoge entree gecreëerd. Zo wordt het gebouw niet meer ingesloten door het aansluitende dek, maar is het op een luchtige wijze verbonden met het landschap.
Vanwege het zeer bepekte bouwbudget hebben we rigoreuze beslissingen (ten tijde van de uitvoering) moeten nemen. We hebben voor de meest goedkope standaard rode baksteen gekozen met juist veel aandacht voor de verwerking. Door onderzoek en zelf proefmuurtjes te metselen hebben we, in de huidige snelle bouwcultuur, kunnen realiseren dat dit bijzondere metselwerk tot stand is gekomen. De rode baksteen met bijzonder dikke lichte voeg geeft een zachte en herkenbare gevel.
Stuurhuis
A ship that cant move, but a vessel for living. Once transporting many tourists around the rivers and canals of the Netherlands, now housing two people on KNSM island in Amsterdam.
This project re-imagines the stuurhuis in an old barge ship (now a woonschip) into a multifunctional 3D space for living. A single sinuous envelope wraps itself around the interior of this small room like the waves the ship used to sail on, but now frozen in place – much like the ship now sits in one place. This envelope morphs itself to create seating, benches, tables and lighting, so the inhabitants can use the space in a different way every time.
This project was parametrically designed on computers, milled by machines and then the material was finished, assembled and installed by the design team with help from the clients.
Herbestemming Raadhuis Boskoop
Wat vooraf ging
In 2017 vroeg Onderwaater Ingenieursbureau me om voor de gemeente Boskoop een ontwerp te maken waarmee het voormalige raadhuis van Boskoop een nieuwe bestemming zou krijgen: een schoolgebouw voor het Coenecoop college. Een prachtige opdracht, waarin ik mijn passie voor herbestemming en onderwijs zag samenkomen. Het herbestemmen van gebouwen en monumenten zorgt voor het behoud van architectuurgeschiedenis, is duurzaam en heeft een positieve invloed op de omgeving. En doordat ik een aantal jaar heb lesgeven aan de opleiding Bouwkunde, heb ik nauwkeurig inzicht in de wensen en behoeften van de gebruiker.
Een ideaal onderkomen
Het voormalige raadhuis (ontworpen door D.L. Landman en gerealiseerd in 1929) heeft een prominente plek in Boskoop. Het monument is gebouwd in een aan de Amsterdamse School verwante bouwstijl en kreeg in de jaren negentig een uitbreiding. Ik wist meteen dat dit het ideale gebouw was om de tweede wens van de gemeente te vervullen: meer levendigheid brengen in dit gedeelte van Boskoop. Uit het onderzoek dat ik samen het Coenecoop College deed, bleek dat dit prachtige gebouw een uitstekend onderkomen voor de school zou kunnen worden. Ik kon aan de slag.
Twee gebouwen in één
Ik wilde dat de tweedeling van het gebouw zichtbaar en voelbaar zou blijven in het nieuwe ontwerp. Daarom heb ik de structuur intact gelaten: het aangebouwde, nieuwere deel bestemde ik voor de school en het oudere gedeelte krijgt een andere bestemming; een bibliotheek.
De functie van de lift
Een belangrijk element is de nieuwe lift. Uit de analyse bleek dat één lift die toegankelijk zou zijn voor alle functies van het gebouw, niet zou bijdragen aan een goed ontwerp. Daardoor ontstaat namelijk een onduidelijke bezoekersstroom. Al snel kwam ik tot de conclusie dat het oude deel van het gebouw ook een lift moest krijgen, omdat de school en de bibliotheek daardoor meer een eenduidige plek krijgen. Ik heb de belanghebbende ervan kunnen overtuigen dat deze investering meer dan de moeite waard zou zijn, omdat het ontwerp voor het gebouw zo volledig tot haar recht zou komen. Dankzij de tweede lift kon ik tevens de bestaande loopbruggen tussen de bibliotheek en de school weghalen, en een ruime, lichte en open aula creëren.
Een inspirerende leeromgeving
Bij het Coenecoop College kunnen leerlingen zelf het onderwijs inrichten met eigen keuzes en een eigen planning. Dit heb ik in het ontwerp ondersteund met verschillende vormen van onderwijs en verschillende soorten leer- en werkplekken. Om een inspirerende leeromgeving te creëren, die bovendien aansluit op de individuele behoeften van de leerling en de docent, wilde ik zoveel mogelijk licht, lucht en natuur in de ruimte opnemen.
Ontmoetingsplek
Dat dit goed is geslaagd, valt bij binnenkomst meteen op. De aula is het hart van de school – hier komen leerlingen samen om te lunchen, te ontspannen en te leren. Vanuit deze lichte, ruime omgeving zijn verschillende verdiepingen en ruimten zichtbaar.
Adopteer een plant
In de aula begint de ‘groene draad’ door het gebouw. Omdat planten een grote positieve invloed hebben op leren en werken, heb ik ze een prominente rol in het interieur gegeven met als eye-catcher een grote groene wand in de aula. In de stilteruimte zorgt de plant voor de letterlijke scheiding tussen de tafels.
Het idee was dat de leerlingen zelf het groen onderhouden; ze kunnen een plant ‘adopteren’.
De dubbele functie van de trap
Door het weghalen van de loopbruggen en het geheel scheiden van de twee functies van het gebouw, was een nieuwe trap nodig. Doordat ik die flink wat ruimte heb gegeven, kreeg hij naast z’n primaire functie ook nog een andere rol: de breedte maakt het een fijne plek voor de leerlingen om te zitten, te ontspannen en te genieten van het zicht op de aula.
Verplaatsbare glazen wanden
Elke verdieping heeft op vaste plekken klaslokalen en stilteruimten gekregen. Daardoorheen meandert het onderwijsconcept van deze school met open leercentra: de glazen wanden van de vaste lokalen kunnen (deels) worden opengezet. Zo kan de docent de leeromgeving op elk moment aanpassen aan het soort onderwijs dat nodig is: in stilte, in groepsverband en in klassikaal verband.
Van donker archief naar geliefd lokaal
De zolder was voorheen een ruimte zonder daglicht die dienstdeed als archief. Nu is het een stimulerende ruimte voor de lessen handvaardigheid en drama. Ik heb daklichten toegevoegd en nissen gecreëerd, die het lokaal licht en ruim maken. Voorin is met een kleurverschil in de vloer het podium voor de dramalessen gerealiseerd.
De transformatie is zo groot dat deze voorheen donkere en kille ruimte nu voor veel leerlingen hun favoriete plek van de school is. De prachtige lichtinval maakt het een inspirerende omgeving.
Het interieur: groene accenten
Uiteraard sluit het interieurontwerp naadloos aan op het ontwerp van het gebouw. Ook hier speelt het groen een hoofdrol. Door bewust veel planten en groene tinten te gebruiken, heb ik het concept van het ontwerp als geheel versterkt. Het interieur heeft een lichte, neutrale basis met groen als ‘rode draad’. Dit zie je letterlijk terug in de planten, maar ook in het meubilair. Dat is in basis licht met witte constructie-onderdelen en lichte eiken bladen. Hier en daar zijn de meubels groen of hebben ze een groen accent, zoals een rand in die kleur.
Spannende ijkpunten
Om de neutrale omgeving richting te geven heb ik een paar kleuraccenten toegekend aan verschillende onderdelen in het pand. De blauwe liftschacht, het rode trappenhuis en de groene wand zorgen zo voor aangename ijkpunten in het gebouw.
De lockers zijn op verschillende plekken geplaatst, zodat er geen opstopping ontstaat op piekmomenten van de dag. Ze zijn bovendien weggewerkt in verschillende wanden, waardoor de rust behouden blijft.
Samenwerking en creativiteit
In het oude raadhuis gonst het weer van de bedrijvigheid. Met deze bestemming geeft het gebouw een nieuwe impuls aan de scholengemeenschap en aan de omgeving. Door mijn creativiteit op een duidelijke manier te presenteren kon ik mijn opdrachtgevers moeiteloos overtuigen om een aantal extra investeringen te doen. Dit leidde tot een fantastisch eindresultaat dat door iedere ‘gebruiker’ enorm wordt gewaardeerd; de docenten, omwonenden, opdrachtgevers en natuurlijk de leerlingen.
Hidden Village
Het concept Hidden Village is in samenspraak met de toekomstige bewoners tot stand gekomen. Binnen een volume van 600 m3 is een programma ontworpen van 4 slaapkamers, 2 badkamers, een kantoortje en open leefruimte met een vide. De woning wordt gekenmerkt door een hedendaags minimalistische vormgeving, veel daglicht, een spannend interieur met het concept van een ‘dorp’ en een EPC van 0.
Aan de Sneephof 5 in Ypenburg Den Haag heeft de gemeente Den Haag 6 kavels uitgegeven voor vrijstaande woningen welke in het particulier opdrachtgeverschap gebouwd dienden te worden. Hidden Village vertoont een dualiteit in het concept. Aan de ene kant ligt de hedendaags vormgegeven woning ‘verborgen’ tussen een ‘dorpje’ van traditionele woningen. Aan de andere kant is de functionele indeling van de woning geïnspireerd op het concept van een dorp. Alle leefruimtes komen uit op de vide. Aan de vide zit een balkon en vanuit de slaapkamers en badkamer op de verdieping zijn er interne ramen, die dit dit concept extra versterken.
Sportaccommodatie KV Wageningen
DE UITDAGING
Ontwerp voor een full electric & circulaire sportaccommodatie passend bij de sportieve ambities van Korfbal Vereniging Wageningen.
Korfbal Vereniging Wageningen zit in een groeispurt. De club presteert goed en de sportieve ambities reiken ver. Om deze ambities te kunnen realiseren moeten de bijbehorende voorzieningen echter ook van topniveau zijn. Daarom is Lichtstad Architecten in samenwerking met Rotsbouw en Breman Installatiegroep gevraagd om een nieuwe sportaccommodatie te ontwerpen. In oktober 2018 is de sportaccommodatie in gebruik genomen.
DUURZAAM & MULTIFUNCTIONEEL
Aan de westrand van Wageningen, tussen de Marijkeweg en Lawickse Allee, is een nieuwe, duurzame sportaccommodatie gerealiseerd met de thema’s ‘full-electric’ en ‘circulair’ als uitgangspunt.
Overdag het domein van bewegingsonderwijs, in de avond en in het weekend van Korfbal Vereniging Wageningen. Multifunctioneel, en geschikt voor een brede mix aan binnen- en buitensporten.
HERKENBARE UITSTRALING
De sporthal rust op een natuurlijke plint. Kenmerkend voor dit project is de gesloten grondbalans: alle afgegraven grond is teruggebracht in de plint. Zo ontstaat een natuurlijk talud met een groen karakter. Bovendien draagt dit bij aan verschaling van de bouwmassa en vormt het een natuurlijke buffer tegen bijvoorbeeld graffiti op de gevel.
Boven de plint verrijst een machtige ‘stalen doos’, functioneel en representatief. Een grote luifel nodigt de bezoeker uit om via de ‘stepping stones’ zijn of haar entree te maken. Deze luifel geeft het gebouw meteen zijn herkenbare uitstraling. De luifel loopt via de entree door naar het buitenterras, vanuit waar goed zicht op de sportvelden wordt geboden. Aan deze zuidzijde van het gebouw zorgt de luifel voor beschutting en schaduw. De luifel presenteert het gebouw hier tevens als full electric sportaccommodatie, door de integratie van verticale lamellen met draaibare zonnepanelen van “Softs” over de volledige breedte van het ontwerp (de softs en zonnepanelen worden medio maart a.s. gemonteerd).
Iedere verticale lamel heeft een driehoekige doorsnede. Elke van deze drie vlakken heeft een andere functie: één is gevuld is met PV-panelen, één met informatiepanelen en één met opnamepanelen voor fijnstof. De vlakken kunnen optioneel worden gevuld met bijvoorbeeld ledverlichting (foto & video) of beplanting (groene wand). De lamellen zijn zodanig ontworpen dat de vlakken demontabel zijn en op ieder gewenst moment vervangen kunnen worden door nieuwe accessoires of informatiepanelen.
ZUIVER BOUWVOLUME
Alle functies zijn compact georganiseerd zodat een zuiver bouwvolume ontstaat, met een zo gunstig mogelijke verhouding tussen vloer- en geveloppervlak. Algemene functies bevinden zich in de plint, de horeca is geplaatst op de eerste verdieping en aansluitend volgt de sportvloer met nevenfuncties.
TOONBEELD VAN CIRCULAIR
De nieuwe sportaccommodatie van KV Wageningen is een toonbeeld van circulair bouwen. De bezoekers worden meegenomen in het duurzame karakter van de accommodatie. De tribunes, de kozijnen, de deuren en de houten lambrisering zijn het resultaat van hergebruik: afvalproducten die opnieuw als grondstof zijn gebruikt en straks weer hergebruikt kunnen worden. Het overgrote deel van de staalconstructie in de sporthal is onbehandeld. Deze delen staan bloot aan de luchtomstandigheden en zijn licht gaan eroderen. Door het toepassen van kale producten die uit enkele grondstoffen bestaan, vertaalt zich dit in een beeld dat de identiteit van de circulaire sporthal versterkt en verrijkt. Dat zorgt voor een heldere kernboodschap: het gaat niet alleen om gezond sporten nu, maar ook om een gezonde ecologische voetafdruk in de toekomst.
In de detaillering van de sporthal is veel aandacht besteed aan de verschijning van de ruwbouw-onderdelen. Normaal gezien is de uitvoering van ruwbouw nogal lomp, echter is in dit ontwerp de verschijning van de ruwbouw van grote esthetische waarde. In deze fase van de uitvoering is dan ook de meerwaarde van verfijning terug te zien, en bewijst het gebouw dat door het aandachtig detailleren van ruwbouw-elementen het toevoegen van afwerking overbodig is. Op het gebied van circulariteit heeft het intact laten van de ruwbouw als voordeel dat de componenten onderling gemakkelijk te scheiden zijn.
LANGGEKOESTERDE WENS
Voor Korfbal Vereniging Wageningen is dit eindelijk de sportaccommodatie waar zij hun sportieve ambities kunnen gaan waarmaken. Voorzitter Gertjan van Leeuwen: ‘Al sinds de fusie van vijf jaar geleden is het een grote wens om naar één accommodatie te verhuizen; die langgekoesterde wens is hiermee in vervulling gegaan.’
Berchmanianum
In opdracht van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft het voormalig Jezuïetenklooster het Berchmanianum een herbestemming gekregen tot academiegebouw. Gelegen aan de Houtlaan aan de rand van het voormalige landgoed Hyendaal is het Berchmanianum, tot nu toe afgesloten door park en bos, een geïntegreerd onderdeel geworden van de universiteitscampus.
Het robuuste in metselwerk opgetrokken gebouw, gebouwd in 1929 naar ontwerp van architecten Joseph en Pierre Cuypers, is een markante verschijning. Het Berchmanianum kent een duidelijk monumentaal hart gevormd door de kapel, met aan weerszijden twee vleugels, de Patervleugel richting het westen en de Scholastieke vleugel richting het noorden. Met gangen en trappenhuizen uitgevoerd in rood- en zwarte vloertegels, een metselwerk lambrisering overgaand in een gestucte gewelfconstructie geeft het gebouw een passende allure.
In zijn functie als academiegebouw is het gebouw geschikt gemaakt voor de toekomst door inpassing van een moderne kantooromgeving, klimaatinstallatie en diverse publieke ruimten waaronder de kapel. In de kapel kunnen nu verschillende academische plechtigheden worden gehouden. Om de toegankelijkheid van het Berchmanianum in zijn functie als academiegebouw te vergroten is in aansluiting op de universiteitscampus aan de noordzijde een nieuwe entree ontworpen.
Het ontwerp is gebaseerd op een zorgvuldig opgebouwd evenwicht tussen het benutten van de bestaande kwaliteiten en de nieuwe programmaonderdelen. De ruimtebehoefte en de ruimtegrootte van het nieuwe programma staan niet haaks op de mogelijkheden die de structuur en de betekenis van het Berchmanianum bieden. Het Berchmanianum heeft niet de uitstraling van een gerestaureerd en opgepoetst oud gebouw, evenmin als een dominant ogende modieuze verbouwing. Nee, het onveranderlijke, het blijvende van het Berchmanianum heeft net zo’n grote aantrekkingskracht als het nieuwe.
Villa Breda
ONDERWERP
De wens van de opdrachtgever was een strak vormgegeven woning met uitzicht op de tuin.
CONCEPT
Het ontwerp is gebaseerd op een eenvoudig 3D-model dat de opdrachtgever zelf heeft getekend. Kenmerken die uit dit model zijn behouden waren een monumentale entree die een echte eyecatcher moest worden en uitstekende dakranden die een lijnenspel om het volume vormen. Het ruimtelijke volume en de materialisering zijn geheel opnieuw ontworpen waarbij de kenmerken uit het 3D-model zijn geïntegreerd. Het motto Samen Waarmaken komt hiermee duidelijk tot uiting in dit ontwerp.
UITWERKING
De hoofdvorm van de woning is een L. Hiervoor is gekozen om het woongedeelte optimaal te laten profiteren van zonlicht en zicht op de tuin. Bovendien geeft dit privacy aan de straatzijde. Door de lange poot van de L te laten doorsteken is er een monumentale entree gerealiseerd met een ruime trapopgang. Bovenaan de trap bevind zich een lichte gang met zicht op de tuin waaraan de slaap- en badkamers liggen. De slaapkamers zijn gericht op het noordwesten waardoor deze in de zomer koel blijven. Op het dak zijn zonnepanelen voorzien. De korte poot van de L waarin zich een grote werkruimte bevind is middels een carport verbonden met de lange poot waardoor een ruimtelijke doorkijk ontstaat. De gevels worden uitgevoerd in stucwerk afgewisseld met houten geveldelen die het lijnenspel van de uitstekende randen benadrukken. Dit zorgt ervoor dat de woning van alle kanten ruimtelijk interessante vormen aanneemt.
Startup Village
Mij leek de container de perfecte kantoorruimte voor een startup, ik zag het als een metafoor voor een garage waar vele grote bedrijven als startup zijn begonnen (Apple, Google, Microsoft etc). En als je nou al deze “garages” naast elkaar zet kunnen de startups elkaar inspireren, kennis uitwisselen en (cross-sectoraal) samenwerken. Het idee van een startup dorp was geboren.
Daarna ben ik het idee aan verschillende startup organisaties gaan pitchen. Science Park was meteen geïnteresseerd en zo is het project in sneltreinvaart verlopen.
Uniek aan Startup Village is dat het idee, initiatief, ontwerp en de uitwerking is gedaan door Julius Taminiau Architecten. Deze aanpak maakte het mogelijk om met beperkte kosten en in een zeer korte tijd aan een dringende behoefte te beantwoorden en een bijzondere plek in Amsterdam te realiseren.
De containers zijn geplaatst rondom een groot publiek multifunctioneel plein. Hier zijn publieke gebouwen zoals een Co-working Space en een grote Event Space, waar lezingen, netwerkborrels, maar ook (muziek)optredens, filmavonden kunnen worden georganiseerd. De afmetingen van de geupcyclede containers – 2,5 bij 6 meter (kleine 20ft container) – zijn perfect voor kleine start-ups en bieden een eigen afsluitbare én betaalbare ruimte waar 3 personen kunnen werken. Er zijn ook grotere ruimtes van 5 bij 6 meter (6 personen) en zelfs 5 bij 12 meter (14 personen). De “low-cost” en “low-energy” zeecontainers zorgen voor een vrije sfeer waar startups zich snel zullen thuis voelen en mogelijkheden bieden om te kunnen groeien en ontwikkelen. Mochten de startups bijvoorbeeld behoefte hebben aan meer ruimte dan kunnen ze binnenplans verhuizen naar grotere geschakelde containers.
Doordat de containers losse opzichzelfstaande constructieve elementen zijn kunnen ze op verschillende manieren worden gestapeld en geschakeld, waardoor een spannend ruimtelijk en architectonisch geheel wordt gevormd. Daarnaast hebben de containers een veel hoger dan gebruikelijk raamoppervlak- vloeroppervlak- verhouding en bevindt het verkeersoppervlak zich buiten af en is alles dus meer gefocust op het gemeenschappelijke buitenleven binnen het dorp.
Het project zal van tijdelijke duur zijn. Na 10 jaar kunnen de containers ergens anders worden geplaatst. We hebben uit duurzaamheidsoverwegingen geprobeerd om de footprint zo klein mogelijk te houden. Alles kan naderhand gemakkelijk worden hergebruikt. De containers kunnen worden hergebruikt, maar ook de fundering (geen heipalen maar betonplaten) kan gemakkelijk uit elkaar worden gehaald en hergebruikt. Dit is niet alleen mooi uit duurzaamheidsoverwegingen maar ook financieel interessant omdat er een hoge restwaarde zal zijn. Voor de gemeente is het interessant om de grond voor 5 tot 10 jaar aan ons te verhuren omdat wij een desolaat gebied levendig gaan maken en dus ook interessanter voor toekomstige ontwikkelaars.
Tiny Holiday Home
Op fietsafstand van Amsterdam staat midden in de natuur aan de Vinkeveense plassen een ‘tiny holiday house’. Het compacte vakantiehuis geeft aan de binnenzijde een open en ruimtelijke gevoel en biedt rondom zicht op de natuurlijke omgeving.
Het vakantiehuis is gesitueerd op een uiteinde van een langgerekt eilandje; de positionering is bepaald aan de hand van de uitzichten op het omringende water en de natuur, en de oriëntatie op de zon. De recreatiewoning is opgedeeld in vier rechthoekige volumes, die geschakeld rond een patio zijn gegroepeerd.
De vakantiewoning is ontworpen voor een gezin van vier personen. Op een netto grondoppervlak van 55 m2 is een woonkamer, een keuken annex eetkamer, drie slaapkamers, een badkamer, twee toiletten en een patio gerealiseerd.
Elke functie is ondergebracht in een ander volume; echter, door de open koppeling aan de binnenzijde ontstaat er een ruim leefgebied waarin alle functies in elkaar overgaan.
Aan de buitenkant creëren de diversiteit in grootte en de onderling verbonden positionering van de volumes een sculpturaal beeld. Vanuit elke hoek oogt het vakantiehuisje anders. Een minimalistisch ontwerp met onzichtbare dakranden en raamkozijnen die achter de houten gevel zijn gedetailleerd, versterken de sculpturale uitstraling.
Alle volumes zijn ontworpen met grote ramen of schuifpuien die volledig kunnen worden geopend, zodat interieur en buitenruimte optimaal in elkaar overgaan. Lange zichtlijnen die het buitenterras overschrijden, zorgen voor een visuele verbinding. Door grote schuifdeuren van de patio te openen zijn de volumes van de keuken en woonkamer fysiek verbonden.
In het interieur geven de afmetingen en plafondhoogtes van de verschillende volumes duidelijk de afzonderlijke gebieden en functies in het huis weer. Maatwerkmeubels en geïntegreerde kasten dragen bij aan de grafische kwaliteiten in het interieur.
Daarbij is gebruik gemaakt van eenvoudige materialen zoals natuurlijke eikenhouten panelen – of zwart gekleurde houten panelen als contrast met de gevel uit onbewerkt grenen. De vloer is uitgevoerd als een doorlopend gepolijst betonnen vlak.
Door interieuronderdelen te koppelen aan de architectuur en omgekeerd is een kwalitatief hoogwaardig project gerealiseerd, zonder dure materialen of technische bijzonderheden. In elk detail is gestreefd naar de efficiëntste ruimte-oplossing. Elk aspect is benaderd met het oog op een pure en harmonieuze ervaring.
3 Generatie Huis
Met het oog op de zorg tussen generaties, besluiten twee huishoudens uit één familie samen te bouwen. Terwijl het jongere gezin al in de stad woont, zijn de grootouders woonachtig in de provincie en voor hun oude dag op zoek naar de nabijheid van stedelijke voorzieningen.
Veranderen met de tijd
Voor dit mini-appartementengebouw is een concept ontwikkeld welke kan voorzien in een veranderende ruimtelijke vraag. Het oudere stel woont in het bovengelegen appartement met een riant uitzicht over de stad. Dit appartement is toekomstbestendig ontworpen: volledig gelijkvloers met een eigen liftinstallatie. De benedenwoning heeft daarentegen een kantoorruimte en een directe relatie met de tuin; ideaal voor een gezin met kleine kinderen.
In plaats van de verticale ontsluiting te reduceren tot een noodzakelijkheid, neemt deze juist een centrale plek in. Alom aanwezig als een sculpturaal element in de benedenwoning, transformeert de ontsluiting naar boven toe als een serie vides en open trappen. Dit centraal gelegen ontsluitingssysteem maakt dat een ‘wisselverdieping’ bij beide woningen kan worden betrokken. In eerste instantie wordt deze ingezet als een logeerverdieping voor de bovenwoning. Met enkele kleine technische aanpassingen kan deze verdieping eenvoudig worden betrokken bij de benedenwoning.
Open vs. gesloten
Als zijnde een clair-obscur wordt het verloop in de plattegrond benadrukt in de twee sterk contrasterende gevels. De noordelijke gevel is grotendeels gesloten om thermisch verlies en geluidshinder te beperken. Naar het zuiden toe opent het gebouw zich volledig om gebruik te maken van passieve zonnewarmte en de verbinding met buiten. Tussen deze twee tegengestelde façades ondergaat de plattegrond een geleidelijke transformatie, van gecompartimenteerd in het noorden, naar een open plattegrond met vrijstaande objecten naar het zuiden toe. Daar wordt het gebouw beëindigd met een balkon laag welke als een filter werkt en een informeel karakter geeft aan de gevel.
Materiaal en compositie
Het gebouw communiceert haar samenstelling en de gebruikte materialen communiceren hun doel. Zodoende is de zuidelijke gevel louter bekleed met beglazing om de relatie met buiten te onderstrepen. De resterende constructieve wanden zijn opgetrokken uit grootformaat betonsteen, bekleed met hoogwaardige isolatie. Tussen deze wanden maken betonnen vloeren een overspanning van 8 meter en bieden deze een solide vlak waarop zachte elementen de ruimtes definiëren. Gesloten en massief naar het noorden, licht en fragiel naar het zuiden, is het gebouw een compositie van contrasten.
Freebooter
Ever wondered what design from the perspective of a home-owner looks like? This month, two new owners will take the keys to their very own Freebooter apartment; two residences on Amsterdam’s Zeeburgereiland, created with biophilic living in mind.
Designed and developed by Amsterdam-based studio GG-loop, the development is an expression of the studio’s signature and philosophy of responding to the design brief with the experience and wellbeing of the end-user continuously in mind.
“We are part of nature in a deep and fundamental way, but in our modern lives we’ve lost that connection. Our studio envisions home and city design that respects both inhabitants and the environment, reconnecting both in the process,”
says Giacomo Garziano, architect, designer and founder of GG-loop.
“Freebooter is a response to that; as I see biophilic design as the key to truly great design, balancing the technical aspects of environmentally conscious construction with the qualitative, lived-in experience,”
Garziano says.
Among other features in these homes, Garziano studied the movement of the sun year-round to create the shape and positioning of the building’s louvres, allowing optimal sunlight to flood the apartment while at the same time maintaining the necessary privacy of the inhabitants.
The floorplan, flow of spaces and organic lines were also created with careful consideration to daily use and the typical tasks of dwellers – in short, so the home is a healthy and productive habitat for rest and living.
“The spaces are very fluid and organic, and ‘unfold’ as you move through the home,”
Garziano says.
GG-loop’s design aesthetic is extravagant without being invasive, visionary and futuristic while paying attention to local cultures, customs and sensibilities. Construction of the key internal elements required strong craftsmanship and timberwork, as well as solid structural expertise.
Maritime design was the main source of Freebooter’s aesthetic and was also a source of technical inspiration. The development’s construction was entirely prefabricated down to the last detail, with western red cedar, pine and steel the key materials used throughout each apartment – references to the materials used in ship-building.
Freebooter also takes its cue from Dutch maritime history, and in particular to ‘Freebooters,’ historical figures who assembled freelance sailing teams to take to the high seas in search of adventure and new lands. Freebooter’s design was inspired by their courageous spirit, as it explores new realms of design.
“The Dutch have always been pioneers and innovators, and have an incredible drive to go for it. So too did the team that built these homes,”
says Garziano.
GG-loop was the technical and creative lead on the Freebooter project, the first interior and exterior residential project designed completely by the studio in the Netherlands.
“Freebooter was born out of the main elements which characterize the a rea. It used to be a place where ships were constantly present. This is why the decision was made to use the elements related to navigation and interp ret them according to a vision: the wooden structure typical of the sailing ships and traditional Dutch architecture inspired the construction technol ogy and feeling of the interiors; the openness of the floor plan, the chang es in height according to the function of the room follows basic principle of ship engineering; the transparency of the façades, the balconies an d terraces, create a feeling of standing on a ship’s deck, and stil l preserving privacy and comfort. The fluidity of the water that carries th e ship and the wind that blows into its veils inspired both the floor plan, the interiors and the pattern of shading structure. With this building the design brings back the historic memories of the area and gives the new inh abitants the feeling of belonging to it since centuries ago.”
Giacomo Garziano
Transformatie ensemble in historische moestuin
De Hoorneboeg ligt als een mysterieuze heuvel op de Hoorneboegse Heide. De Buitenplaats krijgt in 2018 een nieuwe invulling als Culturele Buitenplaats, met aandacht voor cultuur, natuur en spiritualiteit. De Moestuin is het deelgebied van de voormalige Tuinmanswoning. Het bestaat uit een ensemble van gebouwen en een voormalige moestuin, dat samen een gemeentelijk monument vormt. De Tuinmanswoning, de houten schuur, stenen schuur, de kas en de moestuin krijgen samen een nieuwe toekomst, te bezoeken voor de bewoners van Hilversum. De monumentale tuinmanswoning wordt getransformeerd tot restaurant en de kas wordt vanuit een ruïne opnieuw opgebouwd. De moestuin wordt in ere hersteld en zal door het restaurant worden gebruikt voor haar producten. Er worden 2 massief houten woningen gerealiseerd en volledig energie efficiënt met ecologische materialen uitgevoerd (nog in uitvoering). Hiervoor heeft Schoots Architecten vanaf het initiatief (ontwikkeling en concept) tot de uitvoering geholpen bij het realiseren van de plannen.
Sustainable House of God
Trend: De-ontkerking van Nederland
Momenteel is Nederland snel aan het ontkerken. Dat leidt tot nieuwe kansen door herontwikkeling.
De Groenland kerk
De Groenland kerk is ontworpen door diaken-schrijver Groot, opzichter en molenaar en werd in 1891 gebouwd in de recordtijd van drie maanden. De kerk was klaar op 2 augustus 1891. Het gebouw zelf vertoont een eclectische architecturale stijl, met zowel neogotische als neo-renaissance invloeden. Na 124 jaar als kerk en ontmoetingsplaats te hebben gediend, werd besloten om het hele monumentale complex in 2015 te verkopen.
Ontwerp
De benadering die we hebben bedacht om deze kerk in een residentie te veranderen, is de plaatsing van een ‘doos’ in de kerk. Deze box herbergt alle ondersteunende en meer besloten functies van de residentie, terwijl de ruimtelijkheid van de kerk behouden blijft. Door de kist tegen het naastgelegen gebouw te schuiven, kunnen we gebruik maken van natuurlijke ventilatie en daglicht voor de slaapkamers. De box is zo ontworpen dat de verkeersruimten van de woning ook een functie hebben – werkplekken en opslagruimte bijvoorbeeld. We hebben de routing en trappen ontworpen om een ‘architecturale route’ te creëren die je door de kerk leidt en een steeds veranderend perspectief op de tuinen en de kerk biedt. De route eindigt op de tweede verdieping, eindigend in de badkamer. Hier zit het prachtig geplaatste bad vlak voor het roosvenster op de gevel van het gebouw. Door de naar achteren gerichte en groengerichte gevels op verschillende plaatsen te openen met de toevoeging van glas, ontstaat een sterke link naar de tuinen. Deze glazen vliesgevels zijn bedoeld om een hedendaags element te bieden en hun abstracte vorm is consistent met het ritme van de bestaande kerkramen.
Energie en circulariteit
Het gebouw kan in zijn eigen energie voorzien. We gebruiken een geothermische bron voor verwarming en koeling en op het dak van de nieuwe garage hebben we zonnepanelen gepland. Materialen worden zoveel mogelijk hergebruikt in termen van een circulaire aanpak. Als voorbeeld; de houten lamellen van het kerkplafond zijn hergebruikt voor de pas gerenoveerde plafonds.
Resultaat
Het resultaat is een buitengewoon huis. Een mix van lokale geschiedenis en hedendaagse architectuur. We hopen dat we een nieuwe standaard kunnen stellen met dit project waar we enorm trots op zijn.
Patio Huis
In Velp, aan de rand van het natuurgebied Nationaal Park Veluwezoom, is een vervallen jaren 50 villa duurzaam gerenoveerd en uitgebreid met een moderne uitbouw.
Het huis is ontdaan van de vele kleine kamers en is gereduceerd tot een aantal heldere ruimtes en voorzien van een betonnen uitbreiding met patio. De verschillende ruimtes staan in open verbinding met elkaar, maar behouden desondanks hun eigen intieme sfeer.
Door het toevoegen van de patio tussen het bestaande huis en de uitbreiding aan de voorzijde, het minimale gebruik van scheidingswanden en het vergroten van ramen en doorgangen in de bestaande gevel, wordt er gezorgd voor een optimale toetreding van daglicht en zichtlijnen tussen de verschillende binnen- en buitenruimtes, waardoor de verschillende ruimtes vloeiend in elkaar over lopen. Het ontwerp draagt door de manier van detaillering, de aansluiting van nieuw op bestaand en door de nieuwe sequentie van buiten- en binnenruimtes bij aan een vrije en in het geval van deze opdrachtgevers meditatieve wijze van leven.
De betonnen band in de gevel van het oorspronkelijke huis behoudt zijn karakteristieke bepaling in het huis. Gelijk aan de onderzijde van deze bestaande band, loopt de onderzijde van het nieuwe (groen bezaaide) betonnen dak van de uitbreiding. De bestaande band heeft slechts een hoogte van 2,3 meter van vloer tot onderkant balk. Om meer hoogte te creëren is de uitbreiding voor een gedeelte in de grond geplaatst, zodat dat de uitbreiding verzonken ligt in de tuin en zich op een natuurlijke manier nestelt in de omgeving. Het niveauverschil brengt speelsheid in het huis; je kunt op de betonnen rand van de uitbreiding half in de tuin en half binnen zitten en het zorgt ook voor een subtiele afscheiding tussen de ruimtes.
Het bestaande huis is geïsoleerd en alle nieuwe onderdelen zijn van hoogwaardig isolerende kwaliteit. In het gehele huis ligt vloerverwarming en het huis is voorzien van een warmtepomp. De benodigde energie voor de opwarming en elektriciteit wordt geleverd door zonnepanelen op het dak. Dit alles maakt van het huis een 0-energie woning.
Verbouwing monumentaal woonhuis Amsterdam
De woning is zo georganiseerd dat alle ruimtes optimaal licht krijgen. De leefkeuken en leefruimte benutten alle ramen, en op zolder hebben alle ruimtes bijzondere ramen waardoor het daglicht op meerdere plekken de woning binnenkomt. Een nieuwe dakkapel zorgt voor licht in het trappenhuis en het toilet en komt door de open trap in de leefruimte. Het terras heeft ramen naar beide kamers en de overloop, waardoor de hele etage optimaal licht voelt.
Verbinding.
Enkele ingrepen hebben ervoor gezorgd dat alle ruimtes met elkaar in verbinding staan. De trap is deels open, waardoor de leefruimte en zolderetage met elkaar in contact staan. Op de zolder is de overloop een plek die alle plekken verbindt en van alle kanten daglicht toelaat. De slaapkamer staat via een nieuw raam in contact met het terras, de voorkamer via het terras met de slaapkamer, en de badkamer staat in open verbinding met de voorkamer.
Eigentijds in de historische stad.
De woning is modern afgewerkt waarbij de details zorgen voor rust en tevens een sterke verbinding met de historische binnenstad. De ramen hebben geen lijsten of vensterbanken en vormen duidelijke openingen in de muur tussen de woning en de stad. Overal waar je je in de woning begeeft heb je zicht op het karakteristieke pleintje, de gracht, het daklandschap of andere oude woningen.
Indigo Atelierwoning
“Hoe kunnen we met architectonische en stedenbouwkundige concepten low-impact en vol verbonden leven bereikbaar, of zelfs mainstream maken?” Dit is naar ons idee dé vraag van onze tijd. Met Woonpioniers werken we aan kleine en grotere eco-huizen, aan zelfvoorzienende tiny villages, deel-erven en collectieve gebouwen. Dat doen we met name voor particulieren of groepen particulieren die het echt anders willen doen.
Vanuit deze visie ontwierp Woonpioniers in opdracht van Lia Harmsen een energie neutrale atelierwoning, gebaseerd op Indigo, één van onze modulaire bouwconcepten. Dit project vormt een stap naar hoe wij binnen de woningbouw antwoord willen geven op de heftige ecologische problematiek van nu: door, met oog voor de menselijke maat, binnen vastgestelde, biobased bouwconcepten maximale vrijheid te creëren voor individuele expressie en contextualiteit.
Deze ontwerpfilosofie vertalen we nu nadrukkelijk naar een stedelijke context. En dat is waar ons werk aan relevantie wint. Zo hebben we een duurzaam stedelijk optopconcept ontwikkeld en hebben we de belofte van kalkhennep als bouwmateriaal vertaald naar een modulair ontwerpconcept toegespitst op de behoefte van CPO groepen. Tevens leiden we aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst een “(E)co-living” ontwerpstudio met een stedelijke focus.
Dus waar onze ecologisch ontwerpprincipes met name in het buitengebied zijn ontkiemd brengen we die nu naar de stad.
Huis & Tuin
Voor de uitbreiding van een statige eengezinswoning in Meerkerk hebben we eerst de bestaande ruimtes van het huis geëvalueerd. Op het dijkniveau zitten de belangrijkste woonruimtes aan een lommerrijke zuidwestelijke tuin. Het concept voor de nieuwe tuinkamer komt voort uit het idee om een serie van geschakelde ruimtes te arrangeren. Deze reeks ruimtes breidt zich uit van de begane grond op het dijkniveau tot de tuin een verdieping lager.
De hoofdruimten van het huis zijn klassiek georganiseerd; deze bestaan uit een entreehal, keuken en een ruime woonkamer. De uitbreiding is zowel binnenruimte als buitenruimte met een aangrenzende terrasruimte voor een optimaal verlengd gebruik van de seizoenen.
De constructie bestaat uit een tafelconstructie die de tuinkamer, het terras en het eigen gewicht dragen. De krachten worden via een boogconstructie naar de fundering geleidt. De boogconstructie zorgt voor zowel een duidelijke verbinding tussen de tuin en de ruimte onder de uitbouw als wel een goede toegang tot de kelderverdieping.
Buiten is een duidelijk contrast zichtbaar in de materialisatie van de tafelconstructie en het volume van de uitbreiding. De 3,5 m1 stalen schuifdeur zorgt voor een maximale opening tussen de tuinkamer en het terras.
Huis aan het Meer
In het Huis aan het Meer, ontworpen voor een gepensioneerd echtpaar met kinderen en kleinkinderen, kunnen meerdere gezinnen tegelijkertijd verblijven. Het huis is zo gepositioneerd dat er vanuit de verschillende vertrekken steeds andere relaties met de omgeving zijn. Door het huis in tweeën te delen en de twee volumes iets van elkaar te draaien ontstaan er verschillende relaties tussen de vertrekken onderling en met de omgeving. Rond het huis zijn verschillende luwten gecreëerd waardoor men altijd een plek met schaduw en beschutting tegen wind en regen zal vinden.
De traditionele bouwvorm, waarbij de kap in aanzicht groter is dan de gevel, bouwt voort op de lokale Friese boerenschuur typologie. Het huis is gebouwd rond een monumentale iep en bestaat uit een kruislaags gelamineerde houten constructie.
Het gastenverblijf kent een eigen oriëntatie ten opzichte van het landschap zodat men er ‘apart, maar toch samen’ kan verblijven. Een lange keuken met aan de beiden uiteinden een (kook)vuur verbindt de twee volumes en vormt het hart van het huis.
De gevels zijn bekleed met zwart hout en de daken met zink. De houten constructie is binnen in zicht gehouden en vormt samen met de gepolijste betonnen vloer de basis van het interieur.
De snelle bouwtijd van het kruislaags houten casco zorgde voor een beperking van de impact van de bouw op de natuur. Het huis is uiteraard gasloos en voldoet middels een geothermische warmtepomp en elders op het terrein gepositioneerde zonnecellen in zijn eigen energiebehoefte. Door zoveel mogelijk gebruik te maken van duurzame materialen, zoals de houten constructie, de houtvezelisolatie en het zinken dak is het huis feitelijk een CO2 opslag. De grote overstekken maken het huis bovendien geschikt als broedplaats voor de bedreigde huiszwaluw.
Welke stappen neem je als jonge architect?
Nanne de Ru (Powerhouse Company), jurylid Next Step Program 2019 geeft 2 tips
Waar begin je? Wat zijn je ambities? Als jonge architect ligt de toekomst aan je voeten, maar welke stappen ga je zetten? Wil je als jonge architect een vliegende start maken, dan zijn er wat betreft Nanne de Ru twee essentiële dingen waar je op focust.
“Enerzijds moet je bij elk project heel goed afvragen wat voor soort gebouw je wilt maken. Wat interesseert je? Wat zijn je ambities in de architectuur? Wat wil jouw opdrachtgever precies? Dan kom je gelijk bij een ander essentieel punt. Wees je bewust van wie jouw opdrachtgever is. Je moet je goed in hem of haar kunnen verplaatsen. Dat doe je ten eerste door goed te luisteren en te begrijpen wat jouw opdrachtgever echt bedoeld.”
Luisteren
Goed luisteren, brengt niet alleen veel informatie en kennis naar boven, maar je leert volgens Nanne ook herkennen waar precies dat puntje zit waar jij je kwaliteit als ontwerper toe kunt voegen. Zeker als jouw ideeën en die van de opdrachtgever elkaar tegenspreken, is het van essentieel belang dat je dit goed kunt.
Nanne: “Ik merk dat jonge architecten hier weinig over leren tijdens hun opleiding, maar een goed gebouw ontstaat dankzij de wisselwerking tussen ontwerper en opdrachtgever. Als je kijkt naar de geschiedenis dan is een goed gebouw altijd gemaakt met een goede opdrachtgever.
Aan de ene kant ben je in alles wat je doet en bouwt, afhankelijk van je opdrachtgever. Maar succesvolle opdrachtgevers worden ook succesvol door jou als ontwerper. Dat doe je door naast praktische en financiële zaken op te lossen, ook een mooi ontwerp te maken. Alles wat zorgt voor succes, daar zorg jij voor.”
Opdrachtgeverschap
Hoe weet je als jonge architect wanneer iets goed opdrachtgeverschap is? Nanne: “Een opdrachtgever moet de architect vinden die bij de specifieke opgave past. Voor het ontwerpen van een goedkoop klein gebouw heb je veel ervaring nodig. Een groot gebouw kun je juist goed overlaten aan een jonge architect, hier kan minder snel iets fout gaan. Het gaat dus niet om de grootte van een project maar om de juiste verhouding tussen ambitie en ervaring.”
Dakrenovatie ecowoning
De wijk EVA-Lanxmeer in Culemborg is de grootste ecologische wijk van Nederland waar een bijzondere architectenwoning staat, dat destijds vooruitstrevend was maar verschillende gebreken vertoonde. Onlangs zijn de eerste renovatieplannen van EcoEngineers voor dit pand uitgevoerd door het dak op een circulaire manier te renoveren en verduurzamen. Veel vrijgekomen materialen van het dak zijn hoogwaardig hergebruikt in andere (bouw)projecten en de overgebleven reststromen worden gerecycled tot nieuwe materialen.
In de oude situatie waren aan de buitenkant van de dakconstructie de zonnecollectoren bevestigd op een aluminium dakbedekking. HBM Dakbedekkingen uit Barendrecht werd bij het project betrokken om mee te denken met het plan en de uitvoering van de dakrenovatie te doen. De dakopbouw is uiteindelijk tot op de houten onderconstructie verwijderd waar vervolgens een nieuwe waterdichte laag is aangebracht van gerecyclede bitumen (IKO Carrara) met een witte reflecterende laag mineralen die fijnstof uit de omgeving opneemt. De zonnepanelen zijn met behulp van de nieuwe innovatieve dakankers van Protect in de dakbeplating geschroefd en daarna waterdicht ingewerkt.
Een deel van het dak is nog vrijgelaten voor zonnecollectoren in combinatie met een zonneboiler. Met deze renovatie en de plaatsing van de zonnepanelen zijn de eerste stappen gemaakt naar uiteindelijk een energieproducerende woning. De 30 zonnepanelen die nu door Zonbewust zijn geplaatst zullen op jaarbasis naar verwachting ruim 8.000 kWh energie produceren. Deze voorzien de huidige hybride luchtwarmtepomp van energie en zullen in de toekomst een volledige luchtwarmtepomp van energie voorzien. Hierdoor zal de gasaansluiting op korte termijn verdwijnen en wordt er ruim voorzien in de energiebehoefte van de woning. Kortom een woning die meer energie produceert dan er wordt verbruikt.
Met trots kan ik melden dat dit project is genomineerd voor het Dak van het Jaar 2018 door het vakblad Roofs. De andere genomineerde projecten zijn te vinden op de website van het dak van het jaar. De prijsuitreiking van het Dak van het Jaar zal op 22 maart 2019 plaatsvinden. Daarnaast is een uitgebreid artikel van dit project beschreven in het decembernummer van Roofs.
B&B Honeysuckle Lane
Aan de Kamperfoelielaan (Honeysuckle Lane) in Wageningen is een Bed & Bike gerealiseerd op de plek waar een oude garage stond. Hierbij zijn materialen van de oude garage hergebruikt waaronder de dakpannen. Het ontwerp is gemaakt door Arie van Ziel en Amar Sjauw En Wa – Windhorst waarbij het gebruik van zoveel mogelijk daglicht en een zo efficiënt mogelijke indeling centraal staat. Het gebouw telt een vloeroppervlakte van 65 vierkante meter maar voelt veel ruimer aan door slim gebruik te maken van de hoogte, glaspartijen en dakramen. Ook het gebruik van duurzame en gezonde materialen om de impact op het milieu te minimaliseren en te zorgen voor een gezond binnenklimaat is hierbij belangrijk.
Om de B&B zoveel mogelijk in de overgang van een bebouwde naar een groene omgeving in te laten passen is het materiaalgebruik hierop afgestemd. De gevel is voor een deel voorzien van stucwerk om aan te sluiten bij het bestaande woonhuis. Bij de bomen en groenstrook achter het perceel is de gevel met een houten betimmering afgewerkt. De kozijnen zijn gemaakt van Finti hout met driedubbel glas. Een deel van het dak (op het noorden) is voorzien van speciale dakpannen met bakken waarin sedumplanten kunnen groeien. Dit alles zorgt ervoor dat het gebouw op den duur volledig in zijn omgeving zal opgaan.
RoboHouse
In het voormalig biotechnologie gebouw van de TU Delft heeft Studio ArchitectuurMAKEN het ontwerp gerealiseerd voor RoboHouse. Het ontwerp bestaat naast een renovatie van zowel het historische pand als de uitbreiding uit de jaren ‘80 uit het hergebruik van bestaande faciliteiten in het pand. Zo zijn de oude stellingen omgebouwd tot karakteristieke meubels. Het ontwerp brengt de kwaliteiten van het historische gebouw en de snel veranderende wereld van robotica samen.
RoboHouse is onderdeel van RoboValley, het robotica centrum op de TU Delft campus. In RoboHouse kunnen innovatieve en productiebedrijven de mogelijkheden van cognitieve robotica ontdekken in een industriële omgeving. RoboHouse is ontstaat uit een partnership tussen verschillende bedrijven in het veld en onderwijsinstellingen. Het is ontworpen als een expositie-, innovatie- en leercentrum, waar je als bezoeker de verschillende robotica ontwikkelingen kan ontdekken.
Bij binnenkomst in het gebouw word je verrast door een photo-booth met kunstmatig intelligentie. Het laat zien hoe data wordt vergeleken, een techniek die in robotica veel wordt gebruikt. The combinatie van de futuristische projectie en de historische lambrisering laat de dubbele identiteit van het project zien.
Het gebouw is laatste tientallen jaren steeds verder opgedeeld in hokjes. De grote opruiming heeft ervoor gezorgd dat de bijna 1.000 vierkante meter weer ruimtelijk voelt. De oude labs worden nu gebruikt door student- en bedrijfsteams die werken aan nieuwe technologieën. Deze ruimtes zijn uitgerust met elektrisch en pneumatisch gereedschap, nieuwe vloeren en wandbekleding. In de hal is de terrazzovloer zichtbaar en de bescherming van de mooie stalen kolom is verwijderd.
De gebouwdelen uit verschillende tijdperken zijn samengebracht met 1 duidelijke identiteit gebaseerd op een kleurenschema van lichte grijstinten en signaalrood. Het RoboHouse-logo en bewegwijzering voegen een extra laag aan het ontwerp toe. Het is een effectieve methode om een frisse representatieve ruimte te maken met het minimaal budget dat beschikbaar was voor de verbouwing.
Al het meubilair in RoboHouse is hergebruikt/circulair. De stellingen die werden gebruikt voor testopstellingen in het biotechnologielab zijn rood geschilderd en dienen als constructie voor een bankje, de pantry en informatieschermen. Met de helderrode kleur zijn ze onderdeel van de huisstijl van RoboHouse. Ook de stoelen, tafels en bank zijn tweedehands. De open plattegrond en verplaatsbare meubels versterken het flexibele gebruik van het gebouw. Doelstelling is om komende jaren meer vleugels van het gebouw in gebruik te gaan nemen, zodat een waar centrum van de robotica ontstaat.
Speech uitgesproken door Do Janne Vermeulen tijdens de uitreiking van de 2e Next Step Award
Tijdens de uitreiking van de Next Step Award editie II hield Do Janne Vermeulen een speech over haar ervaringen als juryvoorzitter. Belangrijkste conclusie: het Next step Program wordt door de jongere generatie architecten serieus genomen als ontwikkelprogramma.
Men neme een stoere en veelzijdige longlist van jonge architecten, geografisch inefficiënt door het hele land gepositioneerd. Voeg daarbij een lelijke bus met een-nu-al-legendarische-en-extreem-belangrijke-rondzit achterin, veel croissants, broodjes en drinken. En ziehier het resultaat: een epische dag. Warm, veelzijdig en leerzaam.
Ik wil graag de mensen bedanken met wie ik deze epische dag beleefde, mensen die vrijwel allemaal pas heel recent niet meer in aanmerking komen voor de Next Step Award: een zieke Hedwig Heinsman met een zwakke maag maar ook met een stevige mening; Nanne de Ru die tijdens het jureren de bewaking van de glasplaten voor zijn huis regelde; Tobias Verhoeven van Synchroon die ons in zijn niet al te grote tijdelijke leenauto de laatste etappe rondreed; Joost Baks die na afloop terugging naar kantoor om nog even zijn deadline af te maken en zelfs met een veel te lege maag nog de vrolijke noot wist in te brengen; Anne van der Zwaag die ons op afstand bleef volgen en inspireren; Fred Schoorl, onze BNA-nestor, die ons hielp steeds weer in de breedte te reflecteren; en last but not least: Mathias Lehner en Caroline van BNA, die weliswaar alles voorbereidden maar de laatste etappe toch nog afhaakten.
Waar we hadden kunnen kiezen voor het bezoeken van architectuurpareltjes als het Bezoekerscentrum Park Vijversburg in Leeuwarden, het Ontvangstpaviljoen Piushaven in Tilburg en de prachtige pizzeria Old Scuola, kwamen we in plaats daarvan op onverwachte plekken: studio’s en ruimtes die met heel beperkte middelen een vergaand denkproces faciliteren. Geen UNStudio of MVRDV maar ‘slechts’:
Een pop-up restaurant;
Een anti kraak in de Rotterdamse Robecotoren;
Een prachtige zolder boven een orthodontist in Utrecht;
Een kleine werkplaats bijna helemaal ingenomen door een gigantische freesbank.
Toch gaat het op zo’n dag vooral over de toekomst. En over wat een next step echt betekent. Het betekent eigenlijk dat je klaar moet zijn om op de springplank te gaan staan en een grote sprong in het diepe te wagen, met voldoende bagage en training om er mooie baantjes van te maken. Waar wij als jury naar keken: kiezen de genomineerden – de zogeheten Next Step Ahead Group – voor een sterke focus of juist verbreding van hun werkveld? Willen ze snel opschalen of kiezen ze voor een niche-aanpak? En maken ze in het verlengde daarvan de juiste keuzes in – pak ‘m beet – programmering, vormgeving, proces, professionalisering, innovatie en duurzaamheid?
De beste bureaus doen dit ieder met hun eigen focus en blijven zichzelf en hun omstandigheden bevragen. Zij staan open om een volgende stap te zetten en maken duidelijk waar zij voor staan. Deze bureaus lieten dit zien door een extreem goede voorbereiding waarbij hun visie ook over de bühne kwam. Zo blijkt maar weer: een inspirerende plek maak je zelf, en juist een tour langs alle bureaus maakte dat we konden zien hoe de architecten zich presenteerden, voorbereidden en hun visie formuleerden.
Kenmerkend was dat bijna iedereen zichzelf introduceerde als bureau dat in de crisistijd is opgezet. Zij zijn gestart toen ze hard moesten zoeken naar werk, zich creatief opstellen als eigen opdrachtgever of initiatiefnemer. Velen beaamden dat ze nu in veel betere economische omstandigheden waren terechtgekomen. En dat voelt voor alle bureaus als een luxe. Het biedt de mogelijkheid wensen en eisen ten aanzien van werk op te stellen en richting te geven. Toch staken juist de bureaus die dit niet zagen als een gemakkelijkere voortzetting van hetzelfde proces boven de rest uit. Het gevaar tijdens de huidige bouwwoede, en dat geldt voor ons allemaal, is dat we gemakzuchtig worden. Juist nu er veel en snel gebouwd wordt, moeten we onszelf de juiste vragen blijven stellen en dieper durven graven. Anders zetten we haastig gebouwen neer waar we later spijt van krijgen. Deze Next Steppers doen dat met verve. Zij blijven kritisch ondernemend en ondervragend. Of dat genoeg zal zijn, kunnen ze met deze next step bewijzen.
In de auto van Tobias met aan de telefoon Nanne op de speaker kozen we een groep van 4 finalisten: Werkstatt, studio Prototype, Civic architects en IWT. Het is dat er maar 1 winnaar kan zijn…
Dertiger, talentvol en uber-ambitieus? Meld je dan aan voor Next Step Program editie III. De derde editie van het Next Step Program biedt jonge architecten nóg meer ruimte voor ontwikkeling.
Succesvolle aftrap editie III!
IT’S OFFICIAL! | Met de lancering van onze gloednieuwe website is vandaag editie III van Next Step Program officieel van start gegaan.
Fred Schoorl (directeur BNA Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus): “Ook wij zijn dagelijks bezig uit te vinden wat onze next step is. Het programma is er omdat wij jonge architecten nog succesvoller willen maken. Bij Next Step Program gaat het daarom niet alleen om de prijs, maar om de stappen die je zet. Wij willen die ontwikkeling losmaken. Zo leer je over jezelf nadenken.”
Aanmelden voor deelname kan tot en met 28 februari 2019.
Voorafgaand aan de aftrap gingen experts met jonge en ervaren architecten in gesprek om verhalen, ervaringen en kennis uit te wisselen. Want hoe maak je nu de next step, ongeacht waar je staat? Bekijk hier de foto’s van de inspirerende gesprekken!
De aanwezige experts waren Rick ten Doeschate, partner bij CIVIC architects en winnaar Next Step Award 2018, Renske van der Stoep, eigenaar ROFFAA, hoofd architectuur Academie v. Bouwkunst R’dam en Mark Halbmeijer, ontwikkelaar en eigenaar APTO architecten en Mark Eerenberg, ontwikkelaar en regiomanager bij Synchroon.
Renske van der Stoep (ROFFAA): “Er is geen formule tot succes, meer eerder een persoonlijk verhaal. Je moet gebruik maken van momentum en dingen die op zijn plek vallen.”
Mark Halbmeijer (APTO Architects): “Ik hoorde vaak de vraag: moet ik focussen of een visie hebben? Maar ik denk, ga gewoon doen! Ga praten en delen. Ga niet denken dat iets fout is, langzaam vormen de dingen zich. Het komt met de tijd. Begin klein en bij jezelf.”
Dus jonge architecten, grijp deze kans, zend jouw beste project in. Het project waar je trots op bent. Wij kijken uit naar jouw bijdrage!
Laat je inspireren: Francine Houben, ontvangt 42e BNA Kubus
Op 1 november wordt de BNA Kubus – oeuvreprijs sinds 1965 – uitgereikt aan Francine Houben. BNA sprak haar aan de vooravond van de opening van het door Mecanoo ontworpen National Kaohsiung Center for the Arts in Taiwan. Over mensdenken, purpose, werken over de grens en Houbens bucketlist. Laat je inspireren door deze ‘grande dame’ van de Nederlandse architectuur.
“Stedenbouw is altijd onderdeel geweest van mijn werkhouding, al sinds mijn tijd als student-assistent bij Rein Geurtsen. Ik heb het altijd interessant gevonden om met schaalniveaus te schakelen, en binnen welke schaal dan ook de ideale verbinding te vinden tussen het sociale, het technische, het speelse en het menselijke.”
De uitreiking van de 42e BNA Kubus vindt plaats op 1 november in The New Farm in Den Haag tijdens de BNA Architectendag.
De jury: ‘Francine Houben wil met haar ontwerpen een verhaal vertellen dat elke keer specifiek is toegesneden op de functie en de plek waar een gebouw of woonwijk wordt gerealiseerd. Het verhaal moet aanspreken, en daartoe creëert zij als een waar arrangeur een architectonische taal met een intrigerende geladenheid. Haar architectuur is niet abstract of dogmatisch, maar eerder speels en vaak kleurrijk, waarbij het kenmerkende Mecanoo-blauw als handelsmerk kan worden gezien. Het urban design verraadt een fascinatie voor karakteristieke landschappelijke motieven en een grote kennis van stedelijke details.’
Netwerken, kennisdelen én rechtstreeks in gesprek met vier ervaren professionals. Speciaal voor jonge architecten(bureaus) wordt voorafgaand aan de BNA Architectendag een interactieve netwerkbijeenkomst georganiseerd. Aan het eind van de ochtend wordt de 3e editie van het Next Step Program gelanceerd.
Dit is dé kans om je netwerk te vergroten en in alle vrijheid vragen op tafel te leggen die je tijdens je werk vaak niet kunt stellen. Deze ruimte voor ontwikkeling vindt plaats in een informele setting en wordt afgesloten met een gezamenlijke netwerklunch.
Samen met vier professionals uit de architectuur en de projectontwikkeling ga je in gesprek over kansen, ontwikkelingen en strategie. Onderwerpen als toegevoegde waarde in de markt, klantkennis en natuurlijk wat jouw ‘next step’ kan zijn kun je vrij met ze bespreken.
Met deze professionals kun je in gesprek:
– Mark Eerenberg, ontwikkelaar en regiomanager bij Synchroon
– Rick ten Doeschate, partner bij CIVIC architects (winnaar 2e Next Step Award 2017)
– Renske van der Stoep, eigenaar ROFFAA, hoofd architectuur Academie v. Bouwkunst R’dam (voorheen KCAP, MVRDV, EHA)
– Mark Halbmeijer, ontwikkelaar en eigenaar APTO architecten
De ochtend wordt afgesloten met een netwerklunch, waarna je van harte uitgenodigd bent om deel te nemen aan het hoofdprogramma.
Na een succesvolle tweede editie organiseren de BNA en SYNCHROON ook in 2018/2019 weer het Next Step Program, een programma voor opkomend ontwerptalent. Het programma is in het leven geroepen om jonge architecten die al een project hebben gerealiseerd te steunen bij de volgende stap in hun carrière.
Jonge architecten kunnen vanaf 1 november 2018 weer een project inzenden. Deadline is 28 februari 2019.
Alle inzenders krijgen de kans zich te presenteren bij de TU Delft. De Next Step Ahead Group (de 3 finalisten die meedingen naar de Next Step Award) ontmoet opdrachtgevers en internationaal topspelers en krijgt een exclusieve masterclass aangeboden. Alle finalisten worden door SYNCHROON voorgesteld aan investeerders op de vastgoedbeurs Provada – voordat één van hen tenslotte de Next Step Award ontvangt tijdens een feestelijke uitreiking op 1 november 2019: een geldprijs van €10.000 en een bouwopdracht door SYNCHROON op een grootstedelijke hotspot.
Dus jonge architecten laat je zien! Pak je kansen en doe mee!
Aftrap 3e editie tijdens de BNA Architectendag
Netwerken, kennisdelen én rechtstreeks in gesprek met vier ervaren professionals. Speciaal voor jonge architecten(bureaus) wordt in de ochtend, voorafgaand aan de BNA Architectendag op 1 november a.s. een interactieve netwerkbijeenkomst georganiseerd.
Ambacht is hot, kwaliteit doet er weer toe. Dus willen ze bij Old Scuola in Rotterdam pizza’s maken waar ze in Italië een puntje aan kunnen zuigen. Op terrazzo werkbladen waar net zoveel aandacht, vakliefde en vakmanschap in is gestopt als in het pizzadeeg.
Stilstand is vooruitgang
Een jaar of vijf al bakt Old Scuola pizza’s in een mobiele keuken. Het hele land reisden de Rotterdamse pizzaiolo’s af om onder meer bezoekers van Lowlands, Pinkpop en Valtifest met hun baksels te verwennen. Maar in zo’n rijdende pizzeria is het moeilijk om constante topkwaliteit te leveren, zeker als je je deeg voor de pizza 72 uur wilt laten gisten en rijzen in plaats van de 2 uur waar veel pizzeria’s voor kiezen. Op een vaste plek kan dat beter, zijn zaken als temperatuur en
luchtvochtigheid op een meer constant niveau te houden. Reden voor ondernemers Marco Zander en Daniël van der Stel om het anker uit te gooien. Sinds juni 2017 hebben ze een vaste plek in Rotterdam, in het Industriegebouw Goudsesingel. Het pand is een rijksmonument, een icoon van de Rotterdamse wederopbouw, gebouwd in het begin van de jaren 50 door architecten Maaskant & Van Tijen. Omdat er een schreeuwend tekort aan bedrijfsruimte was, ontwierpen ze een bedrijfsverzamelgebouw met ruimtes van verschillende afmetingen, voor ondernemingen van klein tot groter. In de loop der jaren is de functie van het pand anders ingevuld, raakte het in verval, dreigde er sloop, verkreeg het een monumentenstatus en kwam er een reddingsplan. Anno 2017 vervult het weer de oude rol van bedrijfsverzamelgebouw. Op de verdiepingen een gevarieerd aanbod aan bedrijfsunits en in de plint horeca. Old Scuola schakelde de architecten van IWT in om in dat gedeelte een restaurant in te maken.
Hart en ziel
Een boeiende opdracht, vond Chantal Schoenmakers van het Rotterdamse architectenbureau de inrichting van de nieuwe pizzeria. “Vooral omdat ze er erg ‘open minded’ in gingen en niet, zoals veel typische horeca-ondernemers, al helemaal van tevoren wisten hoe het moest worden ingedeeld en ingericht.” Het enige vaste gegeven was dat er in Napels twee grote houtgestookte pizza-ovens met een diameter van 180 cm waren besteld. Verder wilden de pizzabakkers ‘doen wat we op festivals ook doen, maar dan op een vaste plek waar we veel meer kunnen experimenteren’. Met de geest van festivals en laboratoria in gedachten en de ovens als hart van het restaurant zijn architect en opdrachtgever samen gaan kijken naar het meest ideale en efficiënte werksysteem. “Rondom de ovens moest voldoende ruimte zijn om met de enorm lange pizzascheppen te kunnen manoeuvreren”, schetst Chantal Schoenmakers het vertrekpunt. “Dan kijk je vervolgens naar looproutes, de keuken, de bar. Bij veel restaurants is die bar een barrière tussen klant en keuken. Dat wilden we hier niet. Passie voor pizza’s maken is de kracht van dit bedrijf, die energie moet je niet wegstoppen maar met mensen delen.” IWT heeft dat gedaan door in plaats van één lange strip neer te zette, de bar op te delen in drie verschillende eilanden die los van elkaar in de ruimte zijn gezet. De bladen zijn iets lager dan gebruikelijk bij een bar en iets hoger dan een keukenblad zodat je er aan kunt werken én er aan kunt zitten en eten. Zo vervaagt de grens tussen restaurant en keuken.
Verfijnd beton
De drie barelementen zijn uitgevoerd in terrazzo; en niet alleen vanwege de logische link met Italië, legt architect Chantal Schoenmakers uit. “Het industriegebouw is een heel industrieel pand, met een mooi betonnen skelet. Dat hebben we weer teruggebracht, alle verf- en stuclagen zijn weggestraald zodat je het in situ gestorte beton weer ziet. Voor de vloer hebben we nieuw beton gestort en dat gepolijst waardoor het een terrazzo-achtige uitstraling heeft gekregen. Verder hebben we een heleboel staal toegepast. Veel koude materialen dus, omdat dat past binnen de industriële werkplek, het laboratoriumidee. Maar een koude ruimte kan erg onprettig aanvoelen. Daarom moet je ook voor verfijndheid zorgen, om er harmonie en balans in te brengen. Daar zorgen onder meer de barelementen voor. Terrazzo is weliswaar beton, maar je voelt en ziet dat het ambachtelijk is, met de hand gemaakt. Dat geeft die grote industriële ruimte een soort menselijkheid.”
Om dat met een koud materiaal als terrazzo te bereiken, kon niet worden volstaan met een doorsnee samenstelling en constructie. “Gewone bladen van terrazzo kennen we allemaal maar we wilden meer”, legt de architect uit. “Het moet de ogen triggeren, laten zien dat er over is nagedacht en met liefde aan gewerkt. Want oog voor detail zorgt voor een bepaald soort sensitiviteit, warmte, gemak.” De barelementen die IWT ontwierp, bestaan elk uit drie componenten: een voetenplaat, een uitgifteblok en een barblok. Elke onderdeel moest een andere korrelgrootte krijgen, respectievelijk 1, 2 en 3 cm. En elk component moest naadloos worden gemaakt. Alleen waar ze tegen elkaar aan werden geplaatst, mochten naden te zien zijn. Samen met de verschillende korrelgroottes benadrukken die de overgang naar een andere functie.”
Kubus in kubus
Het bleek een uitermate uitdagende onderneming voor Corradi en Zoon om de barelementen zo te maken als IWT had bedacht. “Op de tekeningen zag het er allemaal relatief simpel uit maar in de praktijk bleek het toch allemaal een stuk lastiger”, zegt Aldo Corradi. “Want hoe maak je bijvoorbeeld een kubus met één open zijde, zonder naden?” Het Amsterdamse terrazzobedrijf kreeg hulp van The Set Company. De interieur- en decorbouwers bedachten en maakten een
slimme bekisting om de onmogelijke elementen te kunnen maken. “Het waren in feite twee kubussen, de ene net wat kleiner dan de andere.”, legt zoon Giuliano Corradi uit. “In de grootste kubus hebben we eerst een laag terrazzo van 4 cm gestort. Daarna hebben we met een takel de kleinere kubus er in laten zakken. Die hebben we zo gecentreerd dat er aan alle kanten 4 cm overbleef die we weer met terrazzo konden opvullen.” Aan de binnenste bekisting is de wapening
vastgemaakt. In eerste instantie leek dat niet te kunnen omdat ook de binnenste bekisting zou worden verwijderd maar omdat wapening anders een probleem zou worden, is dat plan aangepast. “Uiteindelijk ook voor Old Scuola wel zo handig want nu konden ze dat hout gebruiken om opbergruimte te maken.”
Onvoorziene hindernissen
Ook mét de doordachte bekisting staken er onverwachte problemen de kop op, zeker bij het verwerken van de grote korrels. “Om alles goed te verspreiden moesten ook die grote stukken door de mazen van de wapening heen, maar met stenen van 3 cm wil er wel eens een verstopping ontstaan.” legt Aldo Corradi uit. Om dat te voorkomen trilden de terrazzier het materiaal wel, maar bij één onderdeel bleek niet voldoende te zijn geweest, daar was het granulaat niet goed
gelijkmatig verdeeld. “In plaats van het hele element opnieuw te maken hebben we dat gedeelte bijgevuld en op kleur gemaakt. Je ziet er niets meer van.”
Een ander onvoorzien aandachtspunt waren de voetensteunen die tegen de voetenplaat zijn bevestigd. Die zijn in gaatjes in het terrazzo geschoven. Vooraf busjes aanbrengen die dan heel precies gecentreerd moesten worden, was te ingewikkeld; boren was een veel eenvoudiger optie. “Alleen moet er natuurlijk niet net wapening zitten waar een gat moet komen”, zegt Aldo Corradi. “Gelukkig was van te voren uitgetekend waar de gaten voor de voetensteunen moesten komen.
The Set Company heeft daar een mal van gemaakt en die hebben we gebruikt om de wapeningsnetten zo te plaatsen dat we altijd in de mazen zouden boren en niet in het metaal.”
Esthetiek en meer
Terugkijkend vindt Aldo Corradi het een prachtige klus maar wel eentje die hem de nodige hoofdbrekens heeft opgeleverd. “Met al je ervaring denk je dat het een peulenschil wordt en dan loop je toch tegen verrassingen aan, dingen waar we nog niet eerder mee te maken hadden gehad en waar je dus ook niet op bent voorbereid.” Chantal Schoenmakers realiseert zich terdege dat IWT het de Amsterdamse terrazzieri niet gemakkelijk heeft gemaakt. “Maar we hebben het niet alleen maar zo ontworpen omdat we naadloos terrazzo mooi vinden. Het is ook omdat we de kennis en kunde van het ambacht een plek hebben willen geven. Het gaat over kwaliteit. Je voelt de aandacht en de toewijding waarmee de terrazzo barblokken zijn gemaakt. Dat sluit naadloos aan bij de passie die Old Scuola voor het maken van pizza heeft.”
Akoestiek
Voor een prettig gevoel in een restaurant is een goede akoestiek keiharde noodzaak. IWT heeft daarom ook aan dat onderdeel veel aandacht besteed. In samenwerking met een akoestisch adviseur hebben de Rotterdamse architecten zelf oplossingen ontworpen en op de juiste plekken aangebracht. Boven de plekken waar machines staan en waar het geluid recht omhoog gaat, hangen baffels van geperforeerd staal; rechthoekige platen met akoestisch materiaal ertussen. Hetzelfde systeem, maar dan horizontaal en met verlichting erin verwerkt, hangt boven de bar. Het kan in hoogte worden verplaatst, om een intieme sfeer of juist meer ruimte te creëren. Boven de tafels is tegen het beton hetzelfde akoestische materiaal aangebracht. Daaronder hangen dejo-roosters. Die onttrekken het foam aan het zicht en zorgen voor een aangenaam verstrooiing van het het schijnsel van de lampen die ook boven de roosters zijn geplaatst. Allemaal oplossingen die perfect passen bij het industriële karakter van het Industriegebouw. En allemaal zelf bedacht”, zegt Chantal Schoenmakers. “Akoestische oplossingen zoals baffels zijn vaak erg duur. Dit is super goedkoop. Het gaat allemaal om energie en geld stoppen in de juiste dingen. Dus als je looproosters aan het plafond hangt dan houd je ruimte over om te investeren in andere onderdelen, zoals bijzonder terrazzo.”
De Robbenzaal, Artis
Renovatie Robbenzaal
De Robbenzaal in Artis is een magische plek waar bezoekers van Artis de zeeleeuwen kunnen zien zwemmen. De ruimte bevindt zich tussen de vlindertuin en het zeeleeuwen verblijf achter in het park. De Robbenzaal bestaat uit een lange betonnen tunnel. De renovatie betreft de Robbenzaal met de aanliggende toiletgroep en de keuken.
De huidige Robbenzaal wordt getransformeerd naar een ruimte, waar naast bezichtiging van de zeeleeuwen ook evenementen mogelijk zijn. Daarnaast wordt er ruimte gemaakt voor een duidelijk educatief verhaal. Dit verhaal wordt gepresenteerd in panelen langs de wand van het zeeleeuwen bassin. Inhoudelijke wordt via digitale schermen uitleg gegeven over de leefomgeving en ecosysteem van de zeeleeuwen in het Californische kelpwoud. De evenementen zullen vooral bestaan uit presentaties, diners, feesten en recepties. Deze evenementen zullen gebruik maken van tijdelijk meubilair, aansluitingen voor elektra en data zijn voorzien in de renovatie. Ook is de aanpassing van het klimaatsysteem een belangrijk onderdeel voor het slagen van de renovatie en het gebruik van deze ruimte voor evenementen.
Bij de renovatie is de bestaande constructie (cq raampartij) uitgangspunt geweest voor het herontwerp. De nieuwe Robbenzaal is ontworpen als een galerij, volgens een grid met een constante ritmiek. Deze ritmiek volgt de maatvoering van de bestaande raam partijen waardoor de zeeleeuwen te zien zijn. De ramen zijn uitgangspunt voor de maatvoering van het grid geweest. Het grid is parallel in het rechte stuk van de ruimte en divergeert in de kromming bij de ramen van de zeeleeuwen.
Langs de zijde van het zeeleeuwen bassin (de korte wand) is de bestaande betonnen wand duidelijk herkenbaar. Hierop worden de educatieve panelen aangebracht. Langs de zijde van de vlindertuin (de lange wand) en op het plafond komen grijze, houten lamellen. De lange wand wordt uitgevoerd met nissen waarin bankjes zitten, deze nissen versterken het grid. Het plafond is voorzien van led verlichting geplaatst ook geplaatst binnen het grid. Deze led verlichting is uitgevoerd als een pixel mapping systeem, waarbij ieder lampje afzonderlijk is aan te sturen. Hierdoor wordt het mogelijk om overdag te kiezen voor een onderwater effect en tijdens events voor een specifieke sfeer. De verlichting in het plafond bepaald de kleur van de ruimte, de ruimte zelf wordt in neutrale grijs tonen uitgevoerd.
De toiletgroep wordt compleet gerenoveerd. De entree wordt verplaatst zodat er een functionelere indeling ontstaat. Er is een gemeenschappelijk plek voor gebruik van wastafels en een afzonderlijk toiletgroep voor dames en heren. Er komt een mindervaliden toilet, die tevens gebruikt wordt als familietoilet. De gemeenschappelijke wasruimte is uitgevoerd met een privacy wand. Deze wand bestaat aan 1 zijde uit een kelp fineer, bedoeld ter ondersteuning van het educatieve verhaal.
De keuken zal gebruikt worden om kleine recepties uit te bedienen. De keuken is reeds voorzien van alle benodigde aansluitingen. De wand met toegangsdeur wordt verplaats zodat er meer ruimte ontstaat in de Robbenzaal.
Met de renovatie van de Robbenzaal krijgt de bezoeker van Artis overdag een complete beleving van de zeeleeuwen en haar habitat. ’s Avonds zijn de zeeleeuwen het decor voor spectaculaire evenementen.
Ode aan de baksteen
Lange lijnen in de Bommelerwaard, door Personal Architecture.
“Het liefst willen we een moderne witte villa met een plat dak, maar we hebben zo’n vermoeden dat de Gemeente daar niet in mee zal gaan”, was het eerste commentaar van John en Peter toen wij hen vroegen naar hun wensen voor hun nieuwe huis.
De in de Welstandsnota voorgeschreven traditionele typologie met schuine kap en gebruik van baksteen, bezorgde onze opdrachtgevers de nodige kopzorgen: hoe zijn deze eisen verenigbaar met de wens van een ‘strakke en eigentijdse’ woning?
Het antwoord schuilt in de eigenzinnige wijze waarop Personal Architecture de traditionele typologie vertaalde in een kloek gebouw met grote glaspartijen en ambachtelijk metselwerk. Door de overeenkomst in materiaalgebruik en kapvorm gaat het huis moeiteloos op in zijn omgeving, maar als je langer kijkt valt op dat de grote, open leefruimtes – die alzijdig in verbinding staan met het omringende landschap – een scherp contrast vormen met de introverte boerderijen in de directe omgeving.
De zichtassen van de woning zijn ontleend aan de lange lijnen van de fruitboomgaard die oorspronkelijk op het perceel stond. De opvallende betonnen schijf die van voor tot achter en van boven tot onder door de woning loopt, structureert niet alleen de plattegrond, maar ook de omliggende terrassen en de vijver. Ook het talud waarop de woning ligt is een verwijzing naar de terpen die de boerderijen van de Bommelerwaard in vroeger tijden beschermden tegen overstromingen.
De woning is op een bijzondere manier tot stand gekomen. Het was de expliciete wens van de opdrachtgevers hun droomhuis ook daadwerkelijk zelf te realiseren; John de woning en Peter de tuin. Om deze wens mogelijk te maken heeft Personal Architecture de opdrachtgevers tot het laatste detail ingevoerd in de technische en constructieve uitdagingen van het ontwerp, teneinde John in het zadel te helpen om als hoofdaannemer zijn eigen huis te realiseren.
Transformatie Schoolgebouw
Binnen de bebouwde omgeving zijn veel gebouwen te vinden die niet meer aan de hedendaagse eisen voldoen en niet meer bruikbaar zijn voor de functie waarvoor ze ooit zijn bedoeld. Toch bieden deze gebouwen mogelijkheden voor nieuwe functie en het creëren van nieuwe ruimte. De bestaande gebouwen hebben vaak afwijkende maten en proporties. Enerzijds overmaat en anderzijds ruimtelijke beperkingen bieden echter wel mogelijkheden om woningen met een eigen identiteit te realiseren en daarmee het bestaande woningaanbod te verrijken.
Voor een CPO-groep in Rotterdam West heeft eklund_terbeek een 100 jaar oud schoolgebouw gerestaureerd en getransformeerd naar zes woningen. Dit is het eerste project waar de gemeente Rotterdam leegstaand maatschappelijk vastgoed direct aan een groep particulieren heeft verkocht om zelf te renoveren en te ontwikkelen tot woongebouw. Elke appartement bestaat uit een tot drie voormalige klaslokalen en de aangrenzende gangzone. Uitgangspunt voor het ontwerp was behoud en versterking van kwaliteiten als de monumentale ruimtelijkheid, grote raampartijen en oorspronkelijke details. Samen met hedendaagse toevoegingen is een sfeervol geheel en een positieve impuls voor de buurt gerealiseerd. Naast de transformatie van het gehele gebouw heeft eklund_terbeek een woning tot in detail ontworpen.
De woning bestaat uit twee voormalige klaslokalen en de aangrenzende gangzone. De muur tussen de twee klaslokalen is verwijderd om een grote woonruimte te creëren. De plafondhoogte van vijf meter maakte het mogelijk om nieuwe tussenvloeren en daarmee intieme ruimtes te creëren. Naast de karakteristieke paddenstoelvormige openingen tussen klas en gang vergroten een paar nieuwe strategisch geplaatste openingen het gevoel van ruimtelijkheid en licht. In de aangrenzende gangzone bevinden zich de slaapkamers en badkamer. De originele gele geglazuurde metselwerk is bewaard gebleven en de vijf originele schooltoiletten hebben nieuwe functies gekregen en zijn geïntegreerd in een badkamer. Muren en draagbalken zijn wit gemaakt en het ruwe betonnen plafond is kaal gehouden om contrast en textuur toe te voegen en de ruimtelijkheid te vergroten. Een familie van interieurelementen in donker notenhout zoals de grote boekenkast, de eettafel en de keuken zorgen voor warmte en continuïteit in de ruimte.
Singer Laren
ONGEVRAAGD
Halverwege 2011 pakken wij zelf de telefoon om Singer Laren te bellen. Het complex dat bestaat uit een theater, museum, monumentale villa en beeldentuin is van plan om te gaan verbouwen. Het theater uit de jaren 50 was door z’n technische levensduur heen. Met een gezonde dosis brutaliteit vragen wij de directeur of ze nog een architect zoeken… Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn, maar dan volgt met een lichte zucht dat hij er even over moet nadenken want er zijn al een aantal architecten geselecteerd voor een pitch. Gelukkig is een week later de opening van onze eerste project: verbouwing van De Kleine Komedie. De opdrachtgever komt een kijkje nemen. Vanaf dat moment gaat het snel. Wij worden toegevoegd aan de lijst van architecten en tot onze eigen verbazing wordt ons plan gekozen. Vijf jaar later opent het vernieuwde Singer Laren zijn deuren.
LAREN = SINGER = LAREN
60 jaar geleden besloot Anna Singer na de dood van haar man William Singer om hun voormalige villa de Wilde Zwanen en atelier uit te breiden met een museumvleugel voor hun kunstcollectie en een concertzaal voor muziekoptredens. Het kleine kunstenaarsdorp Laren had naast de Brink een tweede hart gekregen: Singer Laren. Generaties kinderen voerden daar hun schoolvoorstellingen op, Mies Bouwman heeft er programma’s gepresenteerd en het museum werd bekend vanwege zijn bijzondere ‘klassieke moderne’ collectie uit de periode 1880-1950. Naast een plek voor de kunsten is het door de jaren heen steeds meer de huiskamer van Laren geworden. Als er iets gebeurt dan is het bij het Singer. Dat blijkt uit de talloze vrijwilligers en het feit dat 80% van de inwoners van Laren vriend van Singer is.
CROWDFUNDING
Nadat wij geselecteerd waren om een plan te maken voor het vernieuwde Singer Laren begonnen wij direct met een schetsontwerp. Met dit schetsontwerp in de hand is stad en land afgereisd om de financiering rond te krijgen, want pas dan hadden wij een project. Singer Laren is geen groot en rijk instituut en er zou in geen geval geld geleend worden om niet in de toekomst in de problemen te komen. Dus moesten de vrienden, de fondsen en iedereen die Singer Laren een warm hart toedraagt een duit in het zakje doen. Maar liefst 70% van de financiering is opgebracht door particuliere funding. Er was een project! Een enorme betrokkenheid uit het dorp tot gevolg, iedere stap in het proces werd op de voet gevolgd. Bovendien is het project ook aanleiding geworden om de directe omgeving van het instituut in samenwerking met de Gemeente aan te pakken. Hierdoor is er een nieuw dorpsplein ontstaan voor het gebouw. De nieuwe entreefoyer die aan het pleintje ligt is daarmee de overdekte huiskamer van het dorp geworden en de door Piet Oudolf ontworpen nieuwe beeldentuin is voor het eerst in de geschiedenis van Singer Laren publiek toegankelijk geworden.
HET ONTWERP
Het ontwerp legt de nadruk niet op de nieuwe zaal, maar op de ruimte tussen de zaal en de oude villa: een nieuwe centrale entree voor het gehele complex. Door de strategische ligging bedient de foyer het theater en museum, maar laat het de toegang tot de beeldentuin, de villa, het café en de winkel vrij toegankelijk. De toegang van het museum gaat door de villa, waarmee meteen de oorsprong van de collectie wordt onderstreept. De foyerruimte rondom de zaal is als ‘buitenruimte’ vormgegeven, met ruige materialen en voldoende maat. De glazen gevel biedt aan de tuinzijde panoramisch zicht op de tuin, maar is aan de straatzijde aanvullend voorzien van een voile van zwarthouten geprofileerde latten, zodat de foyer transparant blijft, maar de uitstraling van het gebouw juist massief en aansluitend bij het dorp. Op de hoek van de Naarderstraat richt de foyer zich even op om met een ‘oog’ zicht te geven op het leven in de foyer en het binnenkomend verkeer in Laren verwelkomt. De theaterzaal zelf is als los volume ontworpen, compact en klassiek van opzet en heeft een halfronde, brede opstelling om de afstand tussen publiek en toneel zo klein mogelijk te houden. Het is aan de binnenzijde met kersenhout afgewerkt om ook een goede akoestiek voor niet versterkte muziek te bieden. De buitenzijde van de zaal heeft een geperforeerde messing afwerking, die zo ook de akoestiek in de foyer in balans houdt. De gevel is afgewerkt met een zelfontwikkelde taludsteen, die refereert aan de rijke baksteenarchitectuur van de omliggende villas van begin 20e eeuw. Het project is voorzien van duurzame installaties, met geothermische warmteuitwisseling tussen het museum en het theater en duurzame beheerssystemen. De foyer is voorzien van een daktuin, welke samen met de beeldentuin door Piet Oudolf is ontworpen. Deze dwaaltuin sluit in ontwerp aan bij het omliggende Gooise landschap.
Storefront HEMA + 8 appartementen
Voor de Hema in Gorredijk maakten we een ontwerp voor de vervanging van de voorste 13 meter van het bestaande pand. De herindeling van het warenhuis met de bouw van acht appartementen was een mooie kans om een gebouw met uitstraling te ontwikkelen dat in de schaal van het aanliggende plein past. De locatie vroeg om een eenvoudige en duidelijke opzet in een wat rommelige omgeving.
De plint, het middendeel en de bescheiden beëindiging van de dakrand zorgen voor helderheid in opbouw. Het eenvoudige materiaalgebruik en de ronde hoeken zorgen voor subtiele overgangen in de gevel. De overgang naar de omgeving en de naastgelegen steeg verbetert door de rondingen ook sterk. Het gebruik van grijs, zwart en wit geven een stijlvolle uitstraling aan het gebouw. Door het gebruik van contrasterende texturen en materialen blijft de gevel echter wel spannend: deze heeft zowel eenvoud als diepte.
De rondingen in de hoeken zorgen ervoor dat voor- en de zijgevel in elkaar overvloeien. Dit geeft nog meer eenheid aan het ontwerp. De uitvoering van de overgangen van materialen en de rondingen hebben veel aandacht gekregen, tekenend voor ons werk.
Ook de appartementen hebben veel aandacht gekregen. Ze lopen geheel van voor naar achter, zodat de bewoners én licht van de achterzijde binnenkrijgen én uitzicht hebben op het plein aan de voorzijde. De gevel is ook hier sober, maar doeltreffend. De zwarte beplating en de galerijen en trappen van gegalvaniseerd staal zijn stijlvol en dragen bij aan de hoge kwaliteit van dit pand.
Huis Eén, een oefening in samenwonen.
Samen, en toch apart. Dát was de wens van het koppel dat ons, architectenbureau Lilith Ronner van Hooijdonk, opdracht gaf tot een kangoeroewoning: een huis dat ruimte biedt voor een gezin met drie kleine kinderen én grootouders. Op een zelfbouwkavel aan de Kop Weespertrekvaart in Amsterdam realiseerden we voor hen een ruim familiehuis, waar alle bewoners profiteren van elkaars nabijheid, zonder op privacy in te leveren.
Huis Eén bestaat uit twee delen: een compact appartement voor de senioren op de begane grond en een gezinswoning op de drie boven verdiepingen. De twee families wonen dicht bij elkaar, maar door het slimme ontwerp is er genoeg afstand gecreëerd. Intern zijn de woningen niet geschakeld. De twee voordeuren zijn op de uiterste hoeken geplaatst, zodat de familieleden ongezien in en uit kunnen lopen. Contact is een keuze. Informele ontmoeting vindt plaats in de gemeenschappelijke tuin.
Ook de manier waarop het interieur een relatie aangaat met de buitenruimten en de materialiteit, maakt Huis Eén bijzonder. De gevelopeningen en schuin geplaatste wanden geven beweging en richting aan het zicht naar buiten. Om duurzaamheidsredenen en voor een aangenaam binnenklimaat, is de woning opgetrokken uit zichtbare massieve houtbouw. Op de woonverdieping van het gezin geeft de houten balkenlaag ritme aan de open woonruimte. De wenteltrap van massieve houten blokken rijgt de verdiepingen van het bovenhuis aan elkaar.
De slaapkamers op de eerste verdieping kragen uit. Dat geeft beslotenheid aan de privétuin van het appartement. De plaatsing van de woonlaag van het gezin op de tweede verdieping, voorkomt geluidsoverlast naar het seniorenappartement. Om ook het geluid van voorbijrijdende treinen en metro’s buiten te houden, kozen we ervoor een robuuste baksteenmuur op te trekken. Deze vormt een ingetogen beeld naar de buitenwereld. De tuinzijde van de woning is vanwege weerkaating van licht, gewicht en als contrast uitgevoerd in wit pleisterwerk.
Het resultaat van al deze doordachte keuzes is een prettige woning die toont hoe diverse stadsbewoners kunnen samenwonen.
Vellesan College
In 2017 is de nieuwbouw van het Vellesan College aan de Platanenstraat in IJmuiden opgeleverd. In het nieuwe gebouw is de onder- en bovenbouw van het VMBO Beroepsgericht samengevoegd. De leerlingen krijgen praktijkgericht onderwijs in verschillende profielen; economie en ondernemen, zorg en welzijn en veiligheid en sport.
De nieuwbouw bestaat uit twee volumes, gekoppeld door een glazen aula. Door de verschillende hoogten en de ligging van de volumes ten opzichte van de omliggende straten is het bestaande stedenbouwkundig weefsel versterkt. In het verlengde van de Briniostraat kijk je uit op een open, groene voortuin met in het verlengde de transparante aula. Achter de aula ligt het schoolplein; dit plein is afsluitbaar en ligt op het zuiden.
De aula staat in open verbinding met alle lagen van beide bouwdelen. Op de koppen van de volumes liggen grote, open leerpleinen. Het ontwerp van de constructie en de brandcompartimentering zijn afgestemd op deze ambities. Achterin het lage bouwdeel zijn de sportzaal en kleedkamers.
De gevels van de twee volumes zijn verdeeld in contrastrijke horizontale banden. De compositie en de verschillende schaal van de volumes op de kavel wordt hierdoor versterkt. In de plint zitten verdiepingshoge puien om het beroepsonderwijs te etaleren. Aan de voorzijde van de school, in het verlengde van de belangrijkste zicht as wordt de lichte horizontale band onderbroken door een dubbelhoge plint met even hoge puien. Hier kijk je naar binnen in het restaurant en de keuken van de sector zorg en onderwijs. Vanuit het restaurant is er toegang tot de tuin met plek voor een terras.
Een duurzame gevel is altijd belangrijk maar op deze plek is er extra aandacht nodig vanwege de nabijheid van de zee en de hoogovens. De gevel bestaat uit een plint van baksteen met daarboven een goudglanzend aluminium zetwerk met een beschermende coating. Er is veel aandacht besteed aan een duurzame detaillering.
De twee rechte bouwblokken hebben zachte afgeronde hoeken en worden met elkaar verbonden door een transparante aula met gekromde glazen gevels. De twee pleinen, met een spannende taps toelopende vorm, zijn zo visueel verbonden. De goudglanzende gevelbanden worden binnen voortgezet in de ronde eiken borstweringen.
Work Home Play Home
Woning voor kinderen en volwassenen
Work Home Play Home is ons eigen woon-werkhuis: een kleurrijk en speels interieur dat is ontworpen voor het dagelijks leven van volwassenen en kinderen. Voorop in het ontwerpproces stond dat het huis alle mogelijke vormen van gebruik aan moet kunnen, tegelijkertijd. Zonder in alle multifunctionaliteit aan karakter in te boeten. Daarnaast wilden we een vrolijk huis maken met een eigen gezicht. Het feit dat er kleine opgroeiende kinderen in wonen hebben we omarmd in het ontwerp. Dus geen minimalistische trappen zonder balustrades, maar een spannend blauw trappenhuis dat met diverse driehoekige ramen verrassende ruimtelijke doorkijkjes en lichteffecten in het interieur biedt.
Woning voor spelen, wonen en werken
De woning van 3 lagen heeft per verdieping een andere functie. Wonen op de begane grond aan de tuin, slapen op de meer gesloten eerste verdieping en werken en logeren op de als open loft ingedeelde tweede verdieping. Een aantal strategisch geplaatste schuifdeuren zorgt voor ruimtelijkheid en privacy wanneer nodig. Zo is de route naar de werkkamer door een schuifdeur op de overloop op de eerste verdieping af te zonderen van de rest van het huis, waardoor wonen en werken naast elkaar kunnen plaatsvinden zonder overlast van elkaar te hebben.
Woning in full colour
Door gebruik te maken van karakteristieke materialen en uitgesproken kleuren en texturen ontstaat er een frisse, stimulerende omgeving met een eigen karakter, per verdieping verschillend. Blank essenhout, gecarameliseerde bamboe, gekleurd Valchromat, blauw met oranje terrazzo, wit graniet en diverse gekleurde tegels zorgen voor contrastrijke ontmoetingen en definiëren ruimtes in het grotere geheel. Onafgewerkt beton, eikenhout en de non-kleur grijs hebben we uit ons palet verbannen, zwart is alleen toegepast in de deurgrepen.
LAGADO architects
Wij zijn een serieus buro voor speelse architectuur. We maken leefomgevingen die sociale interactie bevorderen en uitnodigen tot divers gebruik. LAGADO architects maakt projecten die bijdragen aan de stedelijke leefomgeving, zoals winkels, restaurants, woningen en interieurs. Ook hebben we straatmeubilair, publieke toiletten, een schoolplein en skatebare objecten en parken gerealiseerd. In al die projecten staat het gebruik door diverse doelgroepen centraal, waar wij ontwerpaanleidingen in zoeken. Die worden vertaald in objecten met een heldere geometrie en uitgesproken karakter. Zo ook ons eigen huis in hartje Rotterdam.
Regiokantoor Natuurmonumenten
Aan de boorden van de Oosterschelde is de afgelopen jaren een natuuronwikkelingsgebied gerealiseerd: een nieuwe habitat voor vele soorten vogels en bijzondere planten als zeekraal, zilte rus en zeeaster. Ten zuiden van Zierikzee, in het uiterste puntje van dit gebied aan de zuidrand van Schouwen Duivenland, is recent het regiokantoor van Natuurmonumenten opgeleverd. Het nieuwe gebouw beoogt een natuurlijk object te worden in zijn omgeving: een ziltwatermoeras van slikken en schorren.
De architectonische vorm van het regiokantoor stimuleert in zijn eenvoud begroeing en korstmossen aangezien het geen schuin dak, nok of goot heeft. De architectonische elementen, zoals trappen en ramen, hebben een uitzonderlijke maat en sluiten zo aan op het omliggende landschap.
Het object is in zijn geheel uitgevoerd in beton, een type beton dat in Nederland nog niet eerder is toegepast: glasschuimbeton. Met dit beton kan een massieve schil gerealiseerd worden die alle functies vervult: thermisch, constructief en bouwkundig.
Om de eigenschappen van dit beton ten volle te benutten en de vorm van het object te versterken zijn de wanden en het dak op een zelfde wijze vervaardigd: horizontaal. Hiertoe zijn de vier wanden in hun geheel liggend in het landschap gestort. De glasschuimkorrels komen daardoor met een cementhuid boven drijven en geven de gevels (en het dak) een grofkorrelig oppervlak. Voor het dak zijn de droge glasschuimkorrels ook los als bekisting gebruikt waardoor er een geluidabsorberend plafond is gemaakt zonder toegevoegde technieken of materialen.
In contrast met de massieve betonnen schil zijn alle binnenwanden uitgevoerd in glas. Hierdoor is vanuit alle ruimten in het pand een indrukwekkend uitzicht op het landschap mogelijk, zelfs vanuit het toilet.
Utrecht Community (UCo)
Op 22 september 2017 heeft burgemeester Jan van Zanen Utrecht Community (UCo) geopend. UCo is een duurzame werkgemeenschap van en voor pioniers die elkaar inspireren. UCo bestaat uit 1.800m2 werk-, workshop- en overlegruimte en is gevestigd in een industriële, monumentale treinloods. Het pand is geheel duurzaam gerenoveerd en energieneutraal voorbereid.
UCO
UCo is geboren vanuit een initiatief van Except Integrated Sustainability. Doel was het creëren van een community bestaande uit verschillende duurzame bedrijven in een verduurzaamd pand. Na het vinden van een geschikte locatie, een oude monumentale treinloods in Utrecht heeft MEER. er voor gezorgd dat dit pand is getransformeerd tot een inspirerende, duurzame werk- en workshopruimte. Op het moment bestaat UCo uit vijftien ondernemingen die samen hun kwaliteiten en kennis kunnen bundelen om als één organisatie uiteenlopende vraagstukken op het gebied van duurzaamheid op te pakken. Ieder bedrijf heeft haar eigen expertise en samen gaan ze de uitdaging aan, diversiteit op gebied van duurzaamheid is de kracht van UCo. Dit is het eerste grootschalige duurzaamheidscollectief dat op deze schaal vraagstukken kan oplossen.
DUURZAME TRANSFORMATIE VAN INDUSTRIEEL ERFGOED
De oude monumentale treinloods is getransformeerd in een open, karakteristiek en bovenal licht gebouw, doordat de originele sheddaken en ramen zijn hersteld. Het pand is gasvrij, een warmtepomp zorgt via vloerverwarming voor de verwarming van de gehele hal en de luchtbehandelingskast voor de luchtverversing en circulatie. Het pand is voorzien van een geheel nieuwe elektra infrastructuur, zodat de hal flexibel indeelbaar is. Alle verlichting is LED. Samen met lokale meubelmakers is er een circulair, demontabel en gifvrij interieur gerealiseerd met zoveel mogelijk groen. Alle elementen die zijn toegevoegd zoals een tribune, entresol, folly en dividers kunnen in de toekomst eenvoudig verwijderd of aangepast worden. MEER. heeft onder anderen de transformatie van het casco pand begeleid en gerealiseerd, de community opgezet en voor de community members een interieur ontworpen dat functioneel, flexibel en volledig duurzaam is.
MEER.
MEER onderscheid zich door zich te richten op uitsluitend duurzame transformaties; van gebieden en gebouwen om zo meerwaarde te realiseren voor bewoners en gebruikers nu en in de toekomst. Daarbij hanteert zij het systeem denken, om tot een set van oplossingen te komen waarmee een maximaal rendement behaald kan worden., waarbij de uitwerking ligt in het architectonische vlak. De methodiek leidt tot de integratie van ecologisch, maatschappelijk en economisch rendement. In transitieprojecten betrekken wij de opdrachtgever en eindgebruiker als co-creatie partner in het proces. Door het proces samen met deze partijen te doorloper zorgen we voor eigenaarschap en langdurige betrokkenheid. Wij geven vergeten plekken stad opnieuw een identiteit en meerwaarde voor de bewoners, de wijk en de stad.
House as a Rock
House as a rock is een moderne droomvilla, ontwikkeld in particulier opdrachtgeverschap in de duinen van Westlandse Zoom nabij het strand van Monster. De wens van de bewoners was veel ruimte, licht en een minimalistisch, modern ontwerp. De stedenbouwkundige eis was een huis met een kap en een goothoogte van maximaal 6 meter.
In plaats van een traditionele kapconstructie hebben we hier huis en kap verbonden waardoor een sculpturale vorm ontstaat die als een rots omhoog rijst uit de duinen. Elke zijde van House as a Rock in de duinen van Monster heeft zijn eigen karakter gekregen: aan de oostzijde is de kap doorgetrokken tot 1 meter boven maaiveld, terwijl op het zuidwesten de kap met uitsnede tot 6 meter reikt. De uitsnede zorgt hier voor een aangename buitenruimte en een bijzonder aangezicht. De zuidgevel is de meest open kant.
Karakter
Net zoals de gevel aan elke zijde een eigen karakter heeft, is binnen in House as a Rock geen ruimte hetzelfde. Dit is van buitenaf te zien door de verschillende formaten ramen, die zowel in het interieur als voor de gevel een belangrijk spelelement zijn. Licht, ruimte, uitzicht en uniek wonen staan centraal in dit bijzondere ontwerp dat tegelijkertijd een blikvanger is in de duinen maar er ook in opgaat.
Materialisatie
Gekozen is voor een robuuste steen in een licht grijze zandkleur die past bij het duinlandschap. De voeg van House as a Rock is opgevuld en in dezelfde kleur uitgevoerd, waardoor de woning nog meer oogt als een beeldhouwwerk dat uit de rots gehouwen is. Naast zandsteen is binnen en buiten gekozen voor stoere materialen zoals beton, hout, staal, steen en glas: materialen die aansluiten bij de minimalistische woonwens van de opdrachtgevers. Door de neutrale kleuren van het interieur komen ook de zelfgemaakte kunstwerken van de opdrachtgever prachtig tot zijn recht.
Wooncomfort en duurzaam bouwen waren speerpunten bij de realisatie van deze woning. De woning kenmerkt zich door de volgende duurzame kenmerken:
Duurzaam bouwen;
Warmtepomp met twee grond lussen tot 135 meter diep die ervoor zorgen dat het huis CO2 neutraal wordt;
Lage temperatuurverwarming en koeling via de vloer;
Zonneboiler;
Hoge isolatiewaarde;
CO2 gestuurde natuurlijke ventilatie;
Overstek op het zuiden.
Huis in het Bos
Het Huis in het Bos doet strak en industrieel aan, terwijl de vorm van het gebouw traditioneel is. De door Studio Nauta gebouwde villa bestaat uit een woon- en een slaaphuis, met elkaar verbonden door een open corridor. Het bestaande schuurtje en kippenhok, die op de wei stonden, zijn gerenoveerd en met de nieuwbouw verbonden: het kippenhok herbergt een sauna, in de schuur is een aparte slaapkamer ondergebracht.
De lage en gefragmenteerde opbouw van het huis heeft als doel het vervlechten van architectuur en natuur. Het bos kan tussen en over de volumes heen groeien en van binnenuit wordt op verschillende manieren de duinachtige omgeving naar binnen gebracht.
De buitengang die de twee gebouwen verbindt vormt tevens de binnenplaats; een beschutte collectieve buitenruimte met als ijkpunt een boom in de betonnen vloer. De grote ramen, welke doorlopen tot de vloer, zorgen voor een naadloze relatie tussen binnen en buitenruimte. Dit wordt verder versterkt door het opengewerkte metselverband dat op een aantal punten wind en licht door laat. Het dak is voorzien van een mat reflecterende coating waardoor de steeds wisselende kleurstelling van de omgeving onderdeel wordt van de uitstraling van het huis.
De wens van de opdrachtgevers, drie broers, was om een huis te ontwerpen waarin zij zowel met een enkel gezin als met drie gezinnen plus aanhang comfortabel in kunnen verblijven. Het nieuwe landhuis moest een goede mate van privacy hebben ten opzichte van het buurhuis en de weg. Daarnaast was duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt voor het ruimtelijk ontwerp en de materiaalkeuzes.
Verspreid over 10 slaapkamers telt het huis 24 slaapplaatsen. Alle slaapkamers, op de kinderzolder na, hebben een uniek zicht op het aangrenzende bos. Om te voorkomen dat men zou verdwalen in eindeloze gangen is gekozen voor een heldere structuur waarin een enkele brede gang met twee open splitlevel trappen de acht slaapkamers verbindt.
We zijn erin geslaagd om het project binnen een bescheiden budget (1200 euro per m2) te realiseren, onder andere door bewust onnodige afwerkingsmaterialen weg te laten waarmee het onderhoud geminimaliseerd wordt. Maar ook door het gebruik van atypische materialen zoals een golfplaten dak, gegalvaniseerd staal, gevlinderde beton en interieurmetselwerk als zichtwerk. Elementen die niet alleen kosten efficiënt zijn, maar het huis haar unieke karakter geven. Een serie duinen, gebouwd met zand dat vrijkwam bij het graven van de kelders, biedt een ring van privacy rondom het huis.
Door een ambtelijke fout was een zeer klein bouwvak toegewezen aan een zeer groot bouwvolume. Om te voorkomen dat we op de prachtige natuurlijke plek een hoog en overheersend gebouw moesten inpassen hebben we de opdrachtgever voorgesteld om eerst het bestemmingsplan te wijzigen. Door het vergoten van het bouwvak konden we een lage en gefragmenteerde architectuur voorstellen en toch het benodigde programma onderbrengen.
Circular Experience
Disruptive innovation brings us sustainability – the Circular Experience is an expressive and circular interior, designed and realized by Studio RAP for the ABN AMRO Circular Pavilion.
The design comprises a balustrade and wall and was built completely by an industrial robot from thousands of unique wooden battens. The interior is entirely made from waste wood, derived from the manufacturing of the pavilion’s laminated load-bearing structure. To make sure that repurposing or recycling is possible, the classic dowel connection is used in combination with post-tensioned steel cables. After use, the whole construction can be taken apart by removing just a couple of bolts. In that way, the concept and execution of the expressive design aligned perfectly with ABN AMRO’s ambition for circular building processes.
Variation in multiple design variables generates a complex ornament that can only originate from the merging of parametric design and robotic manufacturing. The shape and rhythm of the balustrade are related to the position of the handrail. The pattern is closed and flush close-by but opens up and differentiates itself when it gets further from it. Using this simple logic, 10.000 unique wooden elements connected by 50.000 unique dowel positions were transformed automatically into expressive and sustainable interior elements.
Profitable innovation is the most important factor for sustainable development in architecture and the construction industry. Studio RAP are researching and applying the potential of digital design and digital fabrication on every project they undertake. As architects, they believe in their power to deliver a substantial contribution to society by transforming the fragmented, one-dimensional building process into a digitally-integrated building process. A process where smarter, tailor-made buildings are produced efficiently.
But this means the role of the contemporary architect must be reconsidered towards that of a digital master builder; one who utilizes the untapped potential of digitization, automation and digital fabrication for more expressive and efficient building design. Studio RAP believes in digital fabrication, especially robotics, as the enabler to close the gap between the possibilities of the digital and the material world. This reunification results in a more straightforward building process where experts can work together, simultaneously, on solutions for a building’s total lifecycle; resulting in a circular construction industry. It ultimately revolutionizes the entire building process.
The design and robotic fabrication of the Circular Experience explains this ideology.
Logement De Hinde
Binnen het beschermd stadsgezicht van Hindeloopen is restaurant De Hinde een begrip. De ligging aan de oude haven en het geweldige uitzicht over het IJsselmeer maken De Hinde tot een geliefde rustplek van recreanten, toeristen en inwoners van Hindeloopen. Boven het restaurant zijn twee luxe appartementen gerealiseerd: een waardevolle toevoeging.
Het bestaande gebouw is aan de buitenzijde zoveel mogelijk intact gelaten. De opgang naar de appartementen is aan de achterzijde gerealiseerd. Bij binnenkomst krijgt het uitzicht daardoor direct alle aandacht.
De keuze om de appartementen een riante hoogte te geven, levert veel kwaliteit op. Natuurlijk licht komt door de schuine kap vanuit verschillende richtingen met verschillende sterkte. Dit resulteert in een levendige ruimte, die door de dag steeds van kleur verandert.
De badkamers bevinden zich aan de entreezijde, bijna in het midden van de ruimte. Deze indeling is niet alleen efficiënt, maar geeft de beide appartementen in combinatie met de ruime hoogte een bijzonder eigen karakter. De wand die de badkamer afsluit loopt door tot aan de kap. Aan weerszijden bevinden zich de even hoge, open doorgangen naar de badkamer en de entree. Hiermee wordt lucht en licht in het geheel gebracht, en de luxe uitstraling versterkt.
In beide appartementen is de constructie van de kap boven de bedden in het zicht gelaten, waardoor op die plek een meer intieme ruimte ontstaat. Ook de badkamers zelf profiteren van de hoogte en de behouden kapconstructie. De hoogte levert ruimtelijkheid op, de kapconstructie meer intimiteit. De eenvoud van de afwerking in materiaal en kleur benadrukt de ruimtelijke ervaring. De houten vloer geeft warmte aan de overwegend witte ruimtes.
Met ingetogen details als de vitrine-wand in de badkamer en het bijna zwevende bed met een eigentijds Hindelooper hoofdeinde wordt het ontwerp nog extra aangezet: licht, lucht en ruimte in een bijzondere omgeving.
Matryoshka House
Matryoshka House realiseert twee high end appartementen in een vooroorlogs pand in de Rotterdamse binnenstad door het radicaal te openen. De vorige eigenaar verhuurde het gehele pand als een illegaal werkhotel en liet het in een erbarmelijke staat achter. Geïrriteerd door de overlast en het verval van de woning besloot een buurtbewoner het pand te kopen en gaf Makina i.s.m. Shift architecture urbanism de opdracht voor een ‘extreme makeover’.
Het huis is van binnen volledig gestript en de achtergevel is in zijn totaliteit vervangen. Delen van de vloeren zijn verwijderd om dubbelhoge woonruimtes te creëren. De private vertrekken zijn als het ware opgehangen in de grote woonruimtes, waardoor het matryoshka effect van ‘een huis in een huis’ wordt bereikt.
Het benedenappartement heeft zowel aan de voor- als de achterzijde een dubbelhoge woonruimte. De slaapvertrekken zweven als een los volume in het midden van de woning. De twee vides aan de gevels voorzien de woonruimte in het souterrain van daglicht over de volledige diepte van 14 meter.
Het bovenappartement is de inverse van de benedenwoning. Hier bevinden zich de slaapkamers, in plaats van de vides, aan de gevels, waardoor een spectaculaire dubbelhoge ruimte ontstaat in het centrum van de woning. Door een lichtstraat in de nok van het dak wordt de gehele ruimte van onverwacht veel daglicht voorzien.
De historische gevel aan de straatzijde is in zijn oude glorie hersteld. De achtergevel is volledig vervangen door een glazen gevel die is ingeklemd in een gegalvaniseerd stalen portaalconstructie, die de stabiliteit van het gehele pand verzorgd. Een grote schuipui en drie verdiepingshoge openslaande deuren maken het mogelijk de woonruimte compleet te openen richting het binnenhof.
Centraal in elk appartement bevind zich een met gegalvaniseerd metaal bekleed volume waarin trappen, toiletten, opslag en keukenapparatuur is opgenomen. Een zwevend keukeneiland, volledig bekleed met witte tegels vormt het hart van elke woning.
Het interieur van de woningen vormt een dialoog tussen oud en nieuw, hedendaags en traditioneel, gepolijst en ruw, afgewerkt en onafgewerkt. Waar mogelijk zijn originele details van de woning bewaard of teruggebracht. De bakstenen wanden en de houten dakconstructie zijn in het zicht gelaten, glas in lood ramen zijn hersteld en teruggeplaatst in het interieur van de woning. Warme materialen en kleuren compenseren meer industriële materialen als het reflectieve metaal, ruwe beton en zwarte staal.
VisiteKAART
Het project VisitieKAART van NOV’82 Architecten laat zien dat architecten meer kunnen dan gebouwen ontwerpen. Dit plan voor een tijdelijke inrichting van het Stationsplein in Leiden geeft het plein een opvallende, speelse en functionele inrichting. Bovendien vervult het andere functies: het is een onderdeel van de city marketing van de stad Leiden, het geeft informatie over de historie en bezienswaardigheden van de stad én het helpt bij de navigatie door het Leidse stadscentrum. Hierbij speelt de aan het plan gekoppelde bezoekerswebsite nov82.nl/vk een grote rol. Ook de website werd door het architectenbureau ontwikkeld en in samenwerking met de gemeente Leiden inhoudelijk ingevuld.
Begin 2017 won NOV’82 Architecten de prijsvraag die de gemeente Leiden uitschreef voor een nieuwe inrichting van het Stationsplein. In het najaar van 2017 werd het project gerealiseerd en sindsdien is het Stationsplein een grote plattegrond van de binnenstad rijker. Het plan is in oktober 2017 geopend door wethouder Paul Laudy.
De tijdelijke invulling VisiteKAART laat een grote plattegrond van de binnenstad van Leiden zien, gecombineerd met een bezoekerswebsite. De nieuwe inrichting van het plein geeft de plek een aantrekkelijk voorkomen; het plein wordt geactiveerd. De plattegrond staat symbool voor het vinden van je weg. De website geeft mensen de kans hun route in de stad uit te stippelen. Daarnaast kunnen mensen hun bezoek aan Leiden via de website voorbereiden.
De plattegrond van de oude Binnenstad van Leiden is zeer aantrekkelijk. De plattegrond vertelt het verhaal van de rijke historie van de stad, de vormen van de oude vesting zijn meeslepend. Lopen over een miniatuur stad is leerzaam en herkenbaar; letterlijk een stad van ontdekkingen, passend bij de identiteit van de stad.
De basis van de visiteKAART bestaat uit de bouwblokken en het water dat zich in de historische binnenstad van Leiden bevindt. Deze bouwblokken en waterstructuren zijn op de bestaande bestrating geverfd met wegenverf in diverse kleuren en grijstinten. Het water heeft om meer onderscheid te creëren een structuur gekregen.
Verspreid over de kaart zijn bijzondere gebouwen vormgegeven als driedimensionale objecten, die gebruikt worden om op te zitten, te spelen en als informatievoorziening. Dit zijn o.a. de Pieterskerk, de Hooglandse kerk en de Waag. Het vele groen dat de binnenstad rijk is komt in de plattegrond terug als echt groen: de singelparken zijn ontworpen als plantenbakken. De vormgeving van deze plantenbakken volgt uit de vorm van de parken die zich in de historische plattegrond van Leiden bevinden. Aan de rand van de plattegrond staat een grote windroos. Deze geeft niet alleen de windrichtingen weer, maar dient ook als uitzichtpunt. Men kan hiervan op hoogte de plattegrond bekijken om zo een overzicht te hebben over de stad.
De aan het plan gekoppelde website, www.nov82.nl/vk, bevat informatie over de stad Leiden en haar bezienswaardigheden. De hotspots in de stad, zoals de Burcht, diverse hofjes en het Stadhuis, hebben in de plattegrond een QR code gekregen die gescand kan worden. Ter plekke kan men zo meer informatie over de hotspot krijgen. In totaal zijn er een kleine vijftig QR codes die gescand kunnen worden.
De plattegrond op het Stationsplein geeft de bezoeker al bij aankomst een beeld van de stad. Wanneer hij klaar is met zijn bezoek heeft hij nog een laatste keer de kans om de stad te overzien en na te gaan waar hij is geweest.
Uitbreiding verbindt binnen en buiten
Voor de uitbreiding van deze woning in de bollenstreek van Nederland maakte derksen|windt architecten een ontwerp gebaseerd is op het beleven van de overgang tussen binnen en buiten. Het oude huis, het binnen, en de tuin met de er achter liggende bollenvelden, het buiten, worden verbonden door een markante en scherp gedetailleerde uitbreiding.
In de bollenstreek liggen meerdere monumentale woningen die ooit de basis waren voor de bollenschuren die daar achter stonden en de velden die hier weer achter lagen. Door de moderne bloementeelt zijn de oude schuren niet langer nodig en ‘resteren’ er mooie woningen met een grote tuin. De opdrachtgevers vroegen derksen|windt architecten een uitbreiding te ontwerpen aan de achterzijde van het huis met uitzicht op de buitenruimte. De architecten hebben deze wens als basis genomen en dit tot in het positief uiterste doorgevoerd.
Alles in het ontwerp draait om de beleving van de opdrachtgevers en hun connectie met buiten. Vanaf het binnengaan van de woning in het bestaande woonhuis ontstaan er bij iedere stap die men verder gaat naar en door de uitbreiding steeds verschillende zichten op de tuin. De verdeling tussen openingen en wanden is een zorgvuldig compositie, waarbij alles volgens verhoudingen tot elkaar is ontworpen. Zo zijn er bijvoorbeeld wanden ietwat dikker uitgevoerd dan constructief nodig om de gewenste harmonie en doorkijken te bereiken. Deels volgens het gedachtegoed van de inspirerende architect en theoreticus Dom Hans van der Laan.
De aansluitingen en de details zijn met zorg ontworpen en uitgewerkt, wat zeer belangrijk is voor de verfijning in het ontwerp. Zo is het dak geconstrueerd en uitgevoerd met geprefabriceerd gelamineerd hout (KLH) met daarop de isolatie en een groen dak. Door het gebruik van deze opbouw is de dakrand minimaal in hoogte en daarmee elegant in aanzicht. Tevens is het zo mogelijk om de fraaie, blank gelakte, eikenhouten kozijnen bijna direct aan te sluiten op het plafond.
Ook de overige aansluitingen van de kozijnen zijn voorbeelden van de uitwerking. In twee hoeken staat enkel een houten stijl en gaat het glas bijna moeiteloos de hoek om, terwijl in andere hoeken precies een stuk wand is geplaatst. Zo worden de gewenste oriëntatie en verhoudingen bereikt.
Woonhuis MNRS
Deze woning is gelegen in Waterrijk, onderdeel van de wijk Meerhoven in Eindhoven. In de woning is maximale lichtinval gecombineerd met optimale privacy. De muur in de voorgevel reikt tot boven ooghoogte maar laat wel ruimte voor een raamstrook, waardoor in de zitkamer rondom daglicht binnentreedt. Door de toepassing van langformaat bakstenen van Petersen Tegl, worden de lange lijnen benadrukt. Dezelfde stenen bekleden ook de 6 meter hoge wand waarlangs de trap nar de bovenverdieping leidt. Op de bovenverdieping biedt een groot raam dat omknikt in een daklicht een zee van licht. De 4 meter hoge zitkamer biedt uitzicht op het omliggende groen en een inkijkje in de fitnessruimte op de bovenverdieping.
Zwemstal
Bij een biologische zorgboerderij grenzend aan Nationaal Park de Loonse en Drunense Duinen is een multifunctioneel gebouw ontworpen dat meerdere functies herbergt. Op de eeuwenoude boerderij wordt dagbesteding aangeboden voor dementerende ouderen, die worden gehuisvest in een bestaand voormalig agrarisch gebouw op het erf. Het nieuwe gebouw moest zowel uitdrukking geven aan de biologische aard van de boerderij, als ook een natuurlijke buffer tussen de woonboerderij en dagopvang vormen. Door de plaatsing midden op het erf wordt een duidelijk gebied gedefinieerd voor de gasten. Het gebouw bestaat echter uit twee bouwdelen die door een groot dak aan elkaar worden verbonden. De doorgang tussen deze twee bouwdelen ligt op de visuele lijn van de ‘achterom’ van de boerderij en de entree van de dagopvang. Bovendien staat midden op deze lijn de kenmerkende notenboom.
De tweedeling van het gebouw verraadt de twee belangrijkste functies: enerzijds het faciliteren van het agrarische bedrijf, anderzijds bevindt zich in het deel dat aan de weilanden gekeerd is een kleinschalig zwembad. Dit wordt door de eigenaars gebruikt en kan eventueel ook door de gasten worden gebruikt. Dit zwembad is met een laag panoramaraam verbonden met het aanliggende natuurgebied en biedt een prachtig uitzicht.
De opbouw van het gebouw is gebaseerd op de archetype vorm van een stal; een langwerpig gebouw met een lage goothoogte en een flauw hellende kap. Deze kap verbindt de twee bouwdelen en is op de twee koppen van het gebouw voorzien van grote lichthappers. Hierdoor wordt het zwembad en opslagruimte voorzien van prachtig strijklicht zonder te veel grote openingen in de gevel te maken. Daarnaast wordt de karakteristieke stalvorm geherinterpreteerd en ontstaat een sculpturaal gebaar. De gevels worden op gezette momenten naar binnen gedrukt, waardoor forse overstekken ontstaan. Hieronder ontstaan fijne verblijfsruimten voor de gasten, waardoor ook een bescheiden expositie van historische landbouwwerktuigen kan worden getoond. In de belevingswereld van de oudere gasten werkt dat zeer geruststellend.
Het hele gebouw is in rode houten latten betimmerd, met af en toe een oranje kleurige lat. De openingen zijn als abstracte perforaties achter de latten weggewerkt, waardoor de sculptuur meer tot zijn recht komt. De lengte van de stal wordt geleed in een ritme, dat door omtimmerde kolommen, of een betimmering in een kleinere schaal in het gevelvlak wordt geaccentueerd.
Twentse Schuren
De opgave: ontwerp een uitbreiding aan de bestaande tuin en herbouw de bestaande schuren op het terrein.
Het terrein maakt onderdeel uit van wat de Groene Long van Borne heet: een verzameling tuinen binnen een bouwblok in de oude dorpskern van Borne wat ooit het stroomgebied was van de Bornse Beek. Een sloot in de tuin herinnert nog aan die beek. De diepe achtertuinen in dit deel van Borne en het overwegend groene karakter werden in de bestaande situatie aangevuld met twee grote vervallen schuren. Het bouwvlak van deze schuren was ondanks de wezensvreemdheid in dit gebied, vastgelegd in het bestemmingsplan.
Een eerder project voor dezelfde opdrachtgever was een tuinpaviljoen; een open houten structuur met een sculpturale vorm. Onderdeel van dat plan was een aanpassing van de tuininrichting rondom het paviljoen. Nu werden we gevraagd om de uitbreiding van de tuin vorm te geven en de bestaande bouwvallige schuren te vervangen. Bovendien zou de tuin een achteringang krijgen waarbij een goede balans tussen privacy, overzicht en toegankelijkheid aandacht vroegen.
Het paviljoen vormde een schakel en verbinding tussen de zijtuin en de achtertuin en profiteerde bovendien optimaal van de middagzon. De late avondzon in de zomer bereikte het paviljoen echter onvoldoende.
Het programma voor het nieuwe deel van de tuin was als volgt: een nieuw zonneterras, een veranda, ruimte voor twee oldtimers en een aanhanger plus tuinspullen.
De bouwvlakken in het bestemmingsplan voor twee schuren (6*9m en 7*7m; nokhoogte max. 5m) mochten volledig worden bebouwd, maar moesten passen in de bebouwing van beschermde dorpsgezicht.
De nieuwe toegang aan de achterzijde van de tuin wordt gedeeld met de buren. Door eerst een poort aan de straat te maken en dan een versmalling met een nieuwe poort, stellen we de eigenlijke toegang tot de tuin uit. Hierdoor blijft het private karakter van het achterste deel van de tuin intact. Dit gebied is niet bestraat, maar wel toegankelijk voor voertuigen door de toepassing van open rubberen waar gras tussendoor en overheen groeit. Het achtererf oogt daardoor als een grasveld, als tuin. De enige toegevoegde verharding is onder de carport en op het verhoogde terras. Als een element in de tuin maakt dit de scheiding tussen tuin en achtererf voelbaar. Het terras is het scharnierpunt in de nieuwe tuin die voor en achter met elkaar verbindt. Alleen vanaf het terras kijk je naar de achteringang en naar het huis. Vanaf het huis is de achteringang niet te zien en omgekeerd evenmin.
De tuin die al bestond uit verschillende plekken die als een aaneenschakeling van tuinkamers functioneerden, is als enfillade uitgebreid en heeft meer diepte en variatie gekregen. De tuin zoals die was (en die al als erg prettig werd ervaren door de bewoners) is tegelijkertijd intact gebleven en uitgebreid. Het nieuwe perspectief vanaf het terras geeft een nieuwe waardering voor het huis en de plek.
De houtconstructie van de schuur is zodanig gedimensioneerd dat kolommen, liggers en spantbenen allemaal dezelfde maat hebben. De structuur als geheel is ambachtelijk in elkaar gezet met pen-en-gatverbindingen, aangevuld waar nodig met verborgen stalen schoenen en draadeinden. Om een kolomloze rand van de veranda mogelijk te maken is midden boven de veranda een knoop ontworpen waar acht houtelementen bij elkaar komen. De schuur heeft een ingetogen karakter vanuit de tuin bezien, met zwarte houten stammetjes als gevel en oud-hollandse pannen op het dak. Het materiaal van de wanden van de veranda verraadt de houtconstructie, maar pas bij het betreden van de schuur of de veranda wordt de constructie zelf zichtbaar.
X Meeting Point
20.000 m2 herontwikkeling van Exporama naar “X Meeting Point Norway”. Geopend in Januari 2018. Een nieuwe sociale hotspot. 10.000 m2 Event hallen (2 stuks), 500 m2 Gard Restaurant, een Moxy Hotel van 270 kamers (4.000 m2), Foyer van 500 m2, 500 pp Auditiorium en 5.000 m2 meeting center (met 50 zalen). Interieur en exterieur ontworpen van concept tot uitvoering door APTO Architects. Ambitie om binnen (20.000 m2) en buiten terrein (50.000 m2) aan elkaar te verbinden. Geïnspireerd op het Noorse landschap. Van Noorse Fjorden en rivierlandschappen tot aan Scandinavische hospitality, loopt alles in elkaar over. Door de “natuurlijke” verbindingen wordt de wayfinding en experience van de gast geoptimaliseerd. Daarnaast worden de ruimten operationeel flexibel en multifunctioneel bruikbaar.
Figurentheater DE MAAN
Voor het Mechelse figurentheater De Maan ontwierp import.export architecture (IEA) een nieuw theatercomplex in het hart van de Stad; tegen en omringd door monumenten, naast een academie, aan een plein, bovenop een garagedak en in de schaduw van de toren van de Sint-Romboutskathedraal. Aanvankelijk had IEA in deze opdracht enkel een bemiddelingsrol tussen 5 verschillende partijen in een vastgelopen ontwerpproces, maar na het formuleren van een nieuw architecturaal en belevingsconcept werd de volledige opdracht door het Mechelse Schepencollege aan IEA toevertrouwd.
In plaats van een klassieke top-down benadering, waarbij het ontwerpproces verloopt als een zoom-in van de grote stedelijke schaal tot de kleinste schaal van interieur en meubel, formuleerde IEA in dit ontwerp een proces van synchrone benadering van meerdere schalen en disciplines.
De resultaten van deze meervoudige benadering waarbij zowel stedenbouw, architectuur, monumentenzorg, stabiliteit, technieken, interieur en landschap samen onderzocht en ontworpen werden werd vastgelegd in volgende concepten en richtlijnen
creëren van een duidelijke stedelijke circulatie en ruimtelijke oriëntatie (toegang via plein)
creëren van een elegante relatie tussen monument en nieuwbouw
creëren van een aantal duidelijke gebruikers- en belevingsvolumes
creëren van ruimtelijke efficiëntie en energetische optimalisatie
Het programma is ondergebracht in diverse volumes die nauwkeurig rond het monument zijn geplaatst, zodat het monument volledig rondom ervaren kan worden. In de ruimte tussen het monument en de theaterzalen bevindt zich de foyer. Vanuit de foyer kan menvia een aantal zorgvuldig gekozen doorzichten de monumenten in de directe omgeving zien. Een glazen dak zorgt voor daglichttoetreding en vestigt de aandacht op de imposante toren van de St.-Romboutskathedraal, alvorens men de donkere theaterzaal betreedt.
Door de scheiding van de circulatie voor publiek en artiesten ontstaat op diverse plaatsen de mogelijkheid voor informeel theaterspel; een directe wens van de opdrachtgever. Zo is het hoogteverschil tussen de twee theaterzalen opgevangen door een mini-amphitheater, kan de evacuatie passerelle als buitenpodium dienen en kan de loopbrug voor artiesten gebruikt worden om een schimmenspel te creëren.
Doordat het programma deels op het dak van een oude parkeergarage gebouwd moest worden, diende een deel van de volumes met een lichtgewicht constructie uitgevoerd te worden. Om ervoor te zorgen dat het geluidsvolume van het klokkenspel van de nabijgelegen kathedraaltoren voldoende gedempt wordt om theatervoorstellingen niet te verstoren, zijn de gevel en het dak van de theaterzaal volgens een trommelprincipe met licht vibrerende elementen uitgevoerd.
Bedrijfspand Venhuizen
Aan de Westerbuurt in Venhuizen ( een lintdorp tussen Hoorn en Enkhuizen) is een nieuw bedrijfspand ontworpen. Het dorpslint heeft een afwisselend karakter van doorzichten, woonhuizen, stolpboerderijen en erven met kleine schuren en bijgebouwen.
Opgave bestond uit het realiseren van een nieuw bedrijfspand van ongeveer 5500m2 bvo aan dit lint, bestaande uit een 3 laags gebouw met kantoor- en bedrijfsruimte. De ambitie in dit project was om een gebouw te ontwerpen wat aan de ene kant op een subtiele manier aansluiting zoekt met zijn omgeving, aan de andere kant een efficiënt en duurzaam gebouw wat ruimte biedt voor de bedrijfsprocessen.
Het gebouw is geplaatst in de 2e lijn van het lint, wat ervoor zorgt dat voor het gebouw ruimte ontstaat voor begroeiing en enkele solitaire bomen, waardoor het gebouw op een gepaste afstand van het lint komt. Dit was reeds in het bouwvlak voorzien, echter doordat we het bouwvlak konden verschuiven komt het pand beter tot zijn recht. Nog aan te planten windsingels op de perceelgrenzen voorkomen zicht vanuit de omgeving op het bedrijfsterrein. Het bestemmingsplan is eveneens aangepast ten aanzien van de verplichte kapvorm tot een recht dak; hierdoor ontstond de mogelijkheid voor kantoorruimte en dakterras, welke een bijzonder uitzicht op het omringende landschap biedt.
Aan de voorzijde is het gebouw geleed in een tweetal rechthoekige volumes, waartussen de hoofdentree zich bevindt. Bij het horizontale volume heeft de bovenste laag een setback met grijze gevelkleur, waardoor deze zich lichter aftekent tegen de lucht en het gebouw minder hoog overkomt.
De gevels bestaan uit binnendozen met een staalplaatgevel, waarbij de puntprofielplaten in een willekeurig patroon zijn toegepast opdat op de gevel een subtiel lijnenpatroon ontstaat, wat voor schaduwwerkingen en reflectie zorgt, waardoor de gevel meer gaat leven. De beige kleur sluit aan op de landelijke tinten van de omgeving.
De vertikale ramen aan de voorzijde zijn voorzien van vertikale Iroko stijlen, en geven de voorgevel een warmer karakter. Op bovenste laag voorkomt een luifel hinderlijke zoninval op monitoren en kadert deze het landschap in. De luchtwarmte pomp, LED verlichting, aanvullende isolatie en het toepassen van enkel FSC hout, dragen bij aan het duurzame karakter van dit project.
Woonboerderij Oude Bildtzijl
In Oudebildtzijl is een boerderij uit 1831 grondig door ons gerenoveerd en verbouwd. Het interieur van de bestaande woning en een riant deel van de schuur is volledig gestript en opnieuw opgebouwd. Veel waardevolle elementen hebben een prominente plek gekregen in het nieuwe ontwerp. Zo zijn de eeuwenoude balken in het zicht gebleven en zorgen de dakramen voor een prachtige lichtval in de keuken en de entree. De doorzichten naar het hoge dak en het contrast van stucwerk, staal en glas met de bestaande elementen, geven een geweldige ruimtelijkheid en karakter aan de woning.
In de woonkeuken is een grote pui in de gevel geplaatst die de weilanden naar binnen haalt. De vides, de stalen deuren met glas en de mooie open trap verbinden de verschillende woonruimten speels met elkaar en zorgen voor mooie doorkijkjes. Het materiaalgebruik is eenvoudig en volledig afgestemd op het oorspronkelijke karakter van de boerderij. Toch is door verrassende combinaties, eigentijdse materiaaltoepassingen en spannende vloer-, dak- en gevelopeningen een prachtige ingetogen en karakteristieke woning ontstaan.
Villa Heerenveen
Op een locatie in Heerenveen met ruime regelgeving is deze heldere villa, voorzien van veel glas en een aantal bijzondere elementen, gerealiseerd.
Door het optillen van de woning is een zwarte plint ontstaan die de bovenliggende volumes laat zweven boven het terrein. De entree wordt gemarkeerd door een brede, stoere trap en fraaie houten luifel.
In de gevels is een abstracte verdeling gemaakt, waar open en gesloten vlakken elkaar afwisselen. Boven de entree is een in kleur en materiaal afwijkend vlak aangebracht. De grote gevouwen plaat van metaal geeft een sterk karakter en een dieptewerking aan de gevel. De ronde gaten in deze plaat zorgen op de eerste verdieping voor prachtige lichteffecten en
bieden bovendien privacy aan de straatkant. Aan de afwerking van de woning is zichtbaar veel aandacht besteed.
Op de kopse kanten van het gebouw zijn de begane grond en de verdieping van vloer tot vloer van glas voorzien. Vanuit de slaapkamer kunnen de bewoners hier de zon elke ochtend zien opkomen. De bovenste verdieping steekt een stukje over, waardoor in de zomer voldoende schaduw op de begane grond ontstaat en de woning natuurlijk gekoeld wordt. Ook aan de zuidkant is met een luifel voorzien in schaduw. De grote pui biedt hier vanuit de open woonkeuken en de slaapkamers zicht op het nog groeiende landschap. Kleinere ramen omlijsten bijzondere elementen in de omgeving.
Het interieur van de woning is minstens zo eenduidig als de buitenkant. De verschillende ruimtes zijn volledig met elkaar verbonden door de binnenwanden los van de gevels te plaatsen. Grote vides tussen de slaapkamers op de verdieping geven een bijzondere ruimtelijkheid en een enorme helderheid aan de woning. Vanuit de zitruimte en de werkruimte is nu contact met de bovenverdieping en wordt je naar het hart van de woning geleid: de riante leefkeuken.
De lichtval in de woning voegt een extra dimensie toe, en de gaten in de gevouwen metalen gevel brengt lichtvoetigheid in de heldere opzet van deze moderne villa.
Parkvilla Brederode
Parkvilla Brederode is een uniek woongebouw op een hele bijzondere plek. Aan de rand van het monumentale Zocherpark van het voormalige Provinciale Ziekenhuis in Bloemendaal, zijn acht maatwerk appartementen ontworpen. Een monumentaal beschermde beuk op het kavel maakte eerdere reguliere ontwikkelingen onhaalbaar. Door het gebouw niet voor maar mét de toekomstige bewoners te ontwerpen, op basis van niet meer dan een paar schetsen die de ambitie toonden, hebben we acht individuele woningen kunnen ontwerpen die zich heel persoonlijk met de plek gingen verbinden. Die ambitie omvatte onder andere verdiepingen van 3m netto hoog, buitenruimten tot 70m2 groot en aan het parkzijde de mogelijkheid om ononderbroken glazen puien van ruim 10m breed te kunnen maken. Een casco van kolommen die een paar ver in het park uitkragende vloeren ondersteunen, maakte het mogelijk om met elkaar en individueel tot ver in het proces plattegronden, gevels, en zelfs de verkaveling van het gebouw aan te passen. Binnen een aantal esthetische spelregels is het gebouw op zijn unieke plek naar zij uiteindelijke vorm toe gegroeid.
DDW Expositie Stadhuis Eindhoven
Voor de Dutch Design Week 2016 is in het Stadhuis van Eindhoven een circulaire expositie gerealiseerd. Kijkend naar de volledige keten hebben wij, met hulp van sterk meewerkende partners, een tijdelijke publieke interventie circulair vormgegeven. Ieder betrokken bedrijf heeft kunnen ontdekken wat er nodig is om volledig afvalvrij en met zo min mogelijk nieuwe producten te werken.
2.000 afgedankte houten legborden van industriële stellingskasten zijn gevonden bij Colin Recycling in Venlo. Deze zijn zorgvuldig verspringend gestapeld, wat door de vele parallelle latjes tot een bijzonder moiré-effect leidde. Het geheel is aan de uiteinden met spanbanden verbonden voor de benodigde stabiliteit. Door te spelen met hoogte, diepte, openingen en plattegrond is met de gestapelde elementen een zorgvuldig georkestreerde route door het Stadhuis ontworpen. Daardoor kon de bezoeker in een serene omgeving kennismaken met projecten van de gemeente waarin door middel van design-thinking bewoners worden betrokken. Ook de resultaten van de prijsvraag rond vluchtelingenhuisvesting ‘A home away from home’ maakten onderdeel uit van de expositie. Geleidelijk werd voor de bezoeker duidelijk dat de expositie zelf ook een vergaand voorbeeld was van de visie van de gemeente Eindhoven.
Na 10 dagen is de expositie geheel ontmanteld. In Herso is de ideale afnemer van de legborden gevonden. Dit bedrijf maakt meubels van resthout, maar verwerkt ook het zaagsel tot kattenbakkorrels. Vervolgens zijn ook voor de minimale extra materialen als spanbanden en bedrukte panelen afnemers gevonden.
In ieder vakgebied is zichtbaar hoe de circulaire economie vorm krijgt. Juist voor ontwerpers betekent dit een omslag in het denken. Ontwerpen begint steeds minder bij de vorm maar ontstaat juist vaker uit de mogelijkheden die beschikbare elementen bieden. Door ook de uitvoering van dit project in eigen hand te houden is een volledig beeld ontstaan van de verantwoordelijkheden en gevolgen van deze ontwerphouding.
Dit tijdelijke project is door een vakjury gewaardeerd als “Best of DDW 16”. Voor ons staat dit project inmiddels symbool voor wat ons architectenbureau nastreeft in zijn ontwerpen: 100% circulariteit.
W Hotel Amsterdam
De opgave van het voormalige Rijkskantoorgebouw voor Geld- en Telefoonbedrijf en de Kas Bank was een unieke kans om te onderzoeken welke rol een architect kan spelen bij de transformatie van monumentale gebouwen in een historisch centrum. Alhoewel de beide monumenten slechts twintig jaar na elkaar werden gebouwd, representeren ze elk verschillen de architectonische kwaliteiten en stijlen die belangrijke veranderingen in de Europese en Nederlandse architectuur markeren. Daarom is bij de benadering van zowel de architectuur als de transformatie uitgegaan van twee individuele gebouwen met specifieke eigenschappen. De architectonische uitdaging bij beide projecten was om het formele karakter van het oorspronkelijke ontwerp te respecteren én om de transformatie naar publieke gebouwen zo vorm te geven dat de architectonische zeggingskracht in stand zou blijven.
Het voormalige Rijkskantoorgebouw voor Geld- en Telefoonbedrijf uit 1927 (gemeentelijk monument) werd ontworpen door Joseph Crouwel. Het gebouw wordt gekenmerkt door een robuuste betonnen constructie en een monumentale bakstenen façade en is duidelijk beïnvloed door de modernistische architectuur uit het begin van de twintigste eeuw. In het bijzonder door het Larkin gebouw van Frank Lloyd Wright. Na jaren van wisselend en tijdelijk gebruik is het gebouw, dat naast het Paleis op de Dam ligt, getransformeerd tot een vijfsterren hotel met 172 kamers en een publieke dakverdieping. De gevel is teruggebracht in oorspronkelijke staat. De noodzakelijke uitbreiding van het gebouw is gerealiseerd door een verdichting van beide binnenhoven. De nieuwe gevel van de binnenhoven van glas en goudkleurig aluminium mondt uit in de nieuwe dakopbouw en samen vormen zij een contrasterende en duidelijk afleesbare uitbreiding van het bestaande gebouw. De publieke functies zoals de receptie, de lobby, de bar, het restaurant en de terrassen zijn in de nieuwe opbouw samen gebracht; zij vormen de ‘kroon’ van het gebouw. De nieuwe opbouw biedt een spectaculair panoramisch uitzicht ov er de historische binnenstad en de naastgelegen gebouwen zoals het paleis. Gasten en bezoekers worden, na binnenkomst aan de zijde van de Spuistraat, direct naar deze nieuwe verdieping gebracht. Het hotel heeft daarmee een op vallende, omgekeerde organisatiestructuur.
Het gebouw van de voormalige Kas Bank (rijksmonument) aan de overkant van de Spuistraat heeft een heel ander voorkomen. F.W.M. Poggenbeek bekleedde in 1908 in zijn ontwerp voor dit bankgebouw de monumentale gevel met zandsteen en plaatste deze op een plint van robuuste blokken natuursteen. In 1932 werd het gebouw nog eens uitgebreid. Het ontwerp volgde de typologische opzet van bankgebouwen uit deze periode; met kluizen in de kelders en op de begane grond een monumentale ontvangsthal onder een glas-in-lood kap op de eerste verdieping en kantoren op de bovenste verdiepingen. Het originele ontwerp werd als uitgangspunt genomen in het nieuwe ontwerp. De monumentale onderdelen van het pand, zoals de natuursteen gevel, de hoofdentree, de ontvangsthal, de trappenhuizen en het lichthof zijn gerestaureerd en voor het eerst sinds jaren weer blootgelegd. De voornaamste toevoegingen aan het gebouw zijn gericht op het optimaliseren van de ontsluiting in en rond het gebouw. In het lichthof is een glazen brug ingevoegd. De ontsluiting van deze verdieping is hiermee verbeterd en het geeft de gasten een uniek zicht op de kap met glas-in-lood ramen. De toegevoegde onderdelen onderscheiden zich door een eigentijds materiaalgebruik en terughoudende detaillering waardoor zij afleesbaar zijn, maar ook harmoniëren met het bestaande gebouw. Op de bovenste verdiepingen van het gebouw zijn 66 suites voor het W Hotel verwezenlijkt. In de plint zijn een publiek toegankelijke spa, een bar en restaurants gerealiseerd. Langs de Spuistraat werd de XBANK gevestigd; een ‘creative incubator’ waar Nederlands talent op het gebied van mode, kunst en design zich presenteert.
Ondanks het feit dat bij beide gebouwen sprake is van dezelfde opdrachtgever, is er gedurende het project niet actief gestuurd op het koppelen van de kwaliteiten van beide gebouwen. Uitgaande van de specifieke eigenschappen van elk van de gebouwen zijn ze daarom ook los van elkaar gepresenteerd. Deze benadering van de restauratie en transformatie van de gebouwen heeft nadrukkelijk bijgedragen aan het huidige succes van het nieuwe programma waarbij hotelfuncties zijn gecombineerd met een publiek- en creatief programma. De interactie tussen historisch gebouw, nieuw ontwerp en een nieuw breed publiek programma is cruciaal. Het biedt beide gebouwen de kans op een vitaal tweede leven.
MFA Warande Lelystad
In september 2013 won Korfker Architecten de Europese aanbesteding voor de nieuwbouw van MFA Warande in Lelystad. Deze nieuwbouw moet voor het belangrijkste deel een nieuw onderkomen bieden aan integraal kindcentrum Warande (IKC Warande).
Doel van het ontwerp was een gebouw te realiseren dat IKC Warande optimaal faciliteert, dienstbaar is aan de opkomende wijk en zich op logische wijze voegt in de natuurrijke omgeving. Daarnaast moest het een gebouw worden dat zich duidelijk toont naar het plein dat een centrumfunctie in de wijk vervult.
IKC Warande zet in haar onderwijsfilosofie de ontwikkeling van het kind op een vernieuwende wijze centraal. Van jongs af aan werken de kinderen met een eigen lesprogramma en krijgen les op maat. Dat maakt dat er met meerdere groepen wordt gewerkt in een lesruimte en niet met de klassieke lokalenopzet. Door de vernieuwende lesmethode heeft de school een enorme aantrekkingskracht en groeit onstuimig. Onderdeel van de opgave was dan ook een gebouw te ontwerpen dat in de toekomst met een eenvoudige uitbreiding probleemloos het dubbele aantal leerlingen kan huisvesten. Verder was de wens van de opdrachtgever dat het gebouw multifunctioneel gebruikt kan worden voor de opkomende buurt.
De structuur van het gebouw is zo ontworpen dat de centrale hal in het hart van het gebouw ook bij groei haar verbindende functie behoudt. De twee vleugels aan de pleinzijde zijn voorbereid op het plaatsen van een extra verdieping waardoor de lesruimte relatief eenvoudig verdubbeld kan worden. Een aantal algemene ruimtes is overgedimensioneerd om in te kunnen spelen op de toekomstige groei. Deze extra ruimte versterkt de multifunctionele functie van het gebouw en biedt ruimte aan opstartende functies als een huisartsenpost en welzijnswerk.
Vanwege de vernieuwende onderwijsfilosofie is afgestapt van het lokalenprincipe en zijn er grote lesruimtes gecreëerd waarin 3 tot 6 groepen worden ondergebracht. In het hart van deze ruimtes ligt een afgesloten concentratiezone waar kinderen zelfstandig kunnen werken. Daar omheen zijn hoeken georganiseerd waar plenair onderwijs gegeven wordt in kleine groepjes. Sleutelwoorden zijn openheid en goede zichtlijnen.
Het gebouwontwerp is geïnspireerd op de levenscyclus van een vlinder. Er is gebruik gemaakt van natuurlijk materialen en levendige accentkleuren die op subtiele wijze in het ontwerp zijn geïntegreerd. Door de werking van zonlicht komen deze kleuren tot leven. Het tweelaagse volume is geheel uit metselwerk opgetrokken en oogt robuust. Hierin zijn de gymzaal en de ondersteunende ruimtes ondergebracht. De centrale hal verbindt dit volume met de twee vleugels waarin de lesruimtes en de ruimte voor de kinderopvang zijn ondergebracht. Deze vleugels keren zich naar het plein en zijn licht en open vormgegeven. De luifel geeft het gebouw een eigen dynamiek die afhankelijk van het zonlicht varieert van ingetogen tot uitbundig.
De Lange Akker
Nadat De Lange Akker dienst heeft gedaan als woonhuis, opleidingsinstituut voor het rood/gele Kruis en later als kantoorverzamelgebouw, was de visie om het landgoed en het rijksmonument weer een toekomstbestendige functie te geven. Een aantal actuele maatschappelijke thema’s speelden bij deze visie een belangrijke rol; sanering van vierkante meters kantoorruimte, herbestemming van een rijksmonument, vraag naar ouderenhuisvesting, benutten van bestaande landschappelijke waardes en duurzaamheid voor de toekomst. Deze visie vertaalde zich naar de opgave voor het ontwerp van 57 nieuw te bouwen senioren appartementen voor de verhuur; passend in het bestaande landschap en bij het rijksmonument; duurzaam in energievraag en -gebruik; onderhoudsvrij en toekomstbestendig.
Villa De Lange Akker staat na bijna één eeuw weer op haar oorspronkelijke prominente positie op het landgoed aan de Bosscheweg. Naast de villa zijn twee nieuwe vleugels met respectievelijk 27 en 30 seniorenappartementen gerealiseerd. Door hun bouwhoogte en verdiepte ligging in een soort “sunken garden” vervullen deze nieuwe oost- en westvleugel, een onderschikte rol naast het Rijksmonument. De twee vleugels omringen een nieuwe binnentuin met centraal hierin de originele rode beuken. De vleugels hebben beide een eigen identiteit en oriëntatie.
De Westvleugel is gekoppeld aan het Rijksmonument door middel van een pergola constructie. Een verwijzing naar de oorspronkelijke verdwenen pergola en theehuis aan deze zijde van de villa. De Westvleugel sluit aan de voorzijde met drie bouwlagen aan op de originele hoogte van de villa. De achterzijde telt respectievelijk vier bouwlagen. De appartementen zijn deels zuidgeoriënteerd en deels georiënteerd op de binnentuin.
De oostvleugel staat solitair op het landgoed waarbij alle 30 appartementen op zuid- en de binnentuin zijn georiënteerd. Door deze zuidoriëntatie zijn de balkons uitkragend ontworpen zodat er een natuurlijke zonwering ontstaat in de appartementen. De voorzijde bestaat uit drie bouwlagen, gelijk aan het monument, en de achterzijde uit De entree van beide nieuwbouwvleugels is centraal in het bouwvolume geplaatst. Hier bevinden zich de trappen en de lift. De entreepartijen zijn door de “sunken garden” waarin de twee vleugels staan letterlijk gekoppeld. Zo kan er een wandeling door de binnentuin gemaakt worden van de oost naar de westvleugel met uitzicht op het monument. Deze hoogteverschillen in het nieuwe landschapsontwerp, ontworpen door Quadrat, ondersteunen het oorspronkelijke landschapsplan.
In de materialisering van de nieuwbouw is gezocht naar robuuste en eigentijdse bouwmaterialen welke recht doen aan de toentertijd vooruitstrevende bouwmaterialen van de Rijks-monumentale villa. Daarnaast is gezocht naar contrasten in de kleurstelling. Hetgeen ook door Warners werd toegepast in zijn ontwerpen. Zo is er een handvorm baksteen
toegepast in tegel-/strekkenverband. Robuust maar toch verfijnd in detail en uitvoering. De maatvoering van deze baksteen bepaald de gehele maatvoering van het gebouw. De terugliggende gevels van de appartementen zijn voorzien van een donkere aluminium beplating welke is uitgelijnd op het ritme van de bakstenen. De kozijnen welke in het zelfde vlak zijn gedetailleerd volgen tevens dit ritme.
De nieuwbouw is ontworpen met een zeer hoge luchtdichtheidseis en isolatiewaarde. Deze konden makkelijk gerealiseerd worden door de toepassing van een buitenschil in houtskelet bouwmethode. Daarnaast zijn er houtaluminium kozijnen toegepast met triple glas, welke specifiek voor passief huizen worden geproduceerd. De PV-panelen op het dak voorzien de algemene ruimten van energie.
Villa Khanewade
Op een opgespoten schiereiland aan de Noorderplassen West in Almere kreeg Boeijenjong Architecten de kans om een bijzondere villa te ontwerpen. Een grote familiewoning voor een Afghaans gezin, waarin verschillende Arabische invloeden verweven zijn met de traditionele Nederlandse bouwmethode. Uniek aan dit ontwerpproces was het verwezenlijken van de specifieke, continu veranderende wensen en idealen van de opdrachtgever en het inpassen van de Afghaanse identiteit waardoor de familie het gevoel heeft echt thuis te komen.
Het kubistische volume varieert in diepte en vorm en volgt zo de contouren van het kavel. De woning bevat een statige verticale glaspartij aan de straatzijde en een horizontale geleding aan de waterzijde, met verschillende terrassen gericht op het prachtige natuurgebied. De witte horizontale details, betonbanden en blank gelakte overhoekse kozijnen doorbreken het massieve woestijnzandkleurige metselwerk.
Het interieur van de villa vouwt zich rondom de eetkamer, de centrale plek in het huis. De vide met wulpse trap in de woonkamer vormt het verbindende element tussen de verschillende verdiepingen.
Woonhuis Rietveld
Waarde toevoegen aan de binnenstad
Een eigen woonhuis bouwen is doorgaans een unieke kans, zeker wanneer het gaat om nieuwbouw aan een historische gracht in Delft. Met een berg aan ideeën en wensen zijn we gestart met een bijzondere ontwikkeling die, achteraf gezien, het meeste weg heeft van een DBFMO project. Het samenbrengen van alle verantwoordelijkheden, rollen en taken binnen het project heeft voor ons geleid tot een woonhuis dat ruim binnen budget en in een korte periode is gerealiseerd met hoge kwaliteit in ruimte en materiaalgebruik.
En wat komt daar allemaal bij kijken: het realiseren van een nieuwe woning in een oude stad gebeurt doorgaans volgens strikte regels. Door de regels te volgen en hiervoor creatieve oplossingen te bedenken heeft onze ontwikkeling van een rotte kies in de binnenstad een nieuwe parel gemaakt. Met ruimtelijke impact voor ons, maar zeker ook voor alle omwonenden.
Integraliteit door het zelf te doen
Door alle aspecten van het ontwerp en bouwproces in eigen hand te nemen ontstond voor ons de grootst mogelijke controle op het eindresultaat en daarbij ook tevens de mogelijkheid om bij te sturen. Het vinden van allerlei oplossingen voor eenvoudige en complexe opgaven binnen het plan heeft geleid tot een bijzonder eindresultaat. Zo bleek een grote betonnen bak als kelder de ideale manier om de woning te funderen. Als een drijvend huis op het droge betaalden we voor een basement en kregen we daarvoor een slaapverdieping cadeau.
Door de constructie van de woning in hout uit te voeren was een grote overspanning in het woongedeelte op een eenvoudige wijze mogelijk. De massief houten wand- en dakpanelen hebben een stolp-achtige opzet waarbij het hout direct de afwerking is. Deuren en ramen zijn letterlijk uit hetzelfde hout gesneden en vormen zo samen een geheel. De niveauverschillen in de vloer op de kelderbak zorgen voor natuurlijke scheidingen van functies in de open leefruimte; koken, werken, relaxen, biljarten en drummen gebeurt zo onder een dak, maar wel in afzonderlijke zones. Vanuit de leefruimte biedt de enorme schuifpui een uniek venster op de binnenstad van Delft en de eigen tuin. De ruimte is door zijn royale opzet flexibel en veranderd in gebruik als wij of de kinderen dat wensen.
Hedendaags wonen aan het straatje van Vermeer
De integrale ontwerpoplossingen hebben het mogelijk gemaakt om meer kwaliteit te realiseren voor het budget dat we beschikbaar hadden. Het verdelen van het bouwproject in verschillende percelen maakte het mogelijk om steeds de beste verhouding tussen kwaliteit en prijs te bereiken. Hierdoor kon tijdens het werk tijdig worden gestuurd op meevallers en tegenvallers. Voorbeeld van een geslaagde inkoop is de keuze van de houten gevelbekleding. Aan de buitenzijde is onbehandeld Padoek toegepast. Door de houten delen afwisselend vlak en naar voren te laten steken ontstaat een ritme in de gevel met een fraaie, veranderende schaduwwerking. De verkleuring van het hout laat onze woning op een haast vanzelfsprekende wijze in de bestaande omgeving voegen en doet vanaf de gracht geloven dat hij er al sinds de tijd van Johannes Vermeer staat.
Le Roof
In Purmerend is er veel te doen om de oude PostNL locatie. Een toren die niet zou misstaan in Dubai staat in de visie voor deze plek, pal naast het centrum. Ik heb het initiatief genomen vanuit mijn visie iets te ontwerpen dat de binnenstad niet afbakent, maar juist uitbreidt: Le Roof.
Ontvangstpaviljoen Piushaven
Het ontvangstpaviljoen Piushaven is een nieuw publiek gebouw aan de kop van de oude binnenhaven in Tilburg. Het gebouw vormt een hybride van een restaurant en een publiek uitkijk-platform; een unieke nieuwe openbare ruimte in de stad. Het paviljoen heeft een karakteristieke uitstraling, gekenmerkt door de imposante stalen constructie met houten plafond.
Het gebouw ligt op een belangrijke plek in de stad. De Hopliedenkade werd gebruikt voor de graanoverslag en was in recentere tijden dé plek waar publieke evenementen georganiseerd werden. Nu is het de plaats waar het restaurant RAK de pier deelt met een publiek verhoogd platform en een overdekte openbare ruimte. Het paviljoen maakt op verschillende manieren gebruik van de ligging van de pier: Het restaurant staat strak aan het water en biedt bezoekers een mooi uitzicht en houdt tegelijkertijd ruimte vrij, zodat de pier voor iedereen toegankelijk blijft. Het dak vormt een schuilplek voor de regen. Tegelijkertijd kunnen er nog steeds op allerlei manieren evenementen georganiseerd worden.
De vormgeving van het paviljoen is geënt op de lokale eigenschappen van de historische haven. De zwarte museumschepen en de robuuste bruggen vormen iconische attributen aan het havenpark. De duidelijke hoofdvorm en constructie, de mat-zwarte gevelvlakken en de combinatie van staal en hout verwijzen naar de omgeving. Het constructieprincipe is glashelder: alle bouwkundige elementen – van platform en zwarte borstwering tot vloerafscheidingen en zonwering – zijn een integraal onderdeel van de constructie.
Om de historische houten fundering niet aan te tasten zijn de kolommen 2 meter naar binnen gebracht. Het stalen randkader maakt de grote overstekken mogelijk. De momentvaste constructieknopen en afwezigheid van stabiliteitswanden zorgen voor een volledig vrij indeelbare plattegrond. De overgedimensioneerde constructie maakt intensief publiek gebruik op het dek mogelijk. Constructie en architectuur zijn één. Zo wordt het paviljoen een vanzelfsprekend iconisch onderdeel van het openbare ruimte in de Piushaven: built to last.
Winkelcentrum Obergon
Het vertrek van een winkelier bood een uitgelezen kans om de bestaande, uit haar voegen barstende supermarkt uit 1994 flink te vergroten. Ons bureau kreeg opdracht om de uitbreidingsmogelijkheden te onderzoeken en tegelijkertijd een kwaliteitsslag te realiseren aan de buurtzijde, die oogde als een verrommelde ‘achterzijde’ van het winkelcentrum. Door ontwerpsessies met de gebruikers te organiseren konden knelpunten bij de herindeling van de winkelruimtes efficiënt worden opgelost.
In het oorspronkelijke ontwerp van het centrum is in vorm en schaal aansluiting gezocht bij de bebouwingstypologie van het tegenoverliggende beschermde dorpsgezicht. Het winkelcentrum is opgedeeld in twee opzichzelfstaande bouwvolumes, de gevels zijn op enkele plaatsen geknikt en de bovengelegen woningen zijn voorzien van haaks op elkaar staande dakkappen. Om het autonome karakter van de twee bestaande bouwblokken in stand te houden, is ervoor gekozen om de uitbreiding hiermee te laten contrasteren. De architectuur aan de noordzijde speelt in op het bestaande park: het stenige parkeerterrein is opgewaardeerd, de blinde gevels van het magazijn hebben we omzoomd met een bomenscherm en door een detaillering in zwart hout en royale glasvlakken komt de nieuwbouw aan deze zijde visueel los te staan, als een paviljoen in het park. Een nieuwe passage vormt een heldere, ruime entree voor supermarkt en winkels en verbindt de parkeerplaats met het marktplein aan de zuidzijde, dat eveneens opnieuw ingericht is.
Hostel Dutchies
Hostel Dutchies is gevestigd op de begane grond in het voormalige Elseviergebouw aan de A10. Het maakt onderdeel uit van de herbestemming van het Elseviergebouw, waar op de bovengelegen verdiepingen studentenwoningen voor DuWo zijn gevestigd.
In de ex-kantoorruimte zijn 18 kamers gerealiseerd die allen een geheel eigen thema hebben. Naast de dubbel hoge centrale ontvangstruimte bevinden zich aan beide zijden twee doorlopende ”binnenstraten”, die de kernen van het hostel zijn. Deze straten liggen in een carrévorm subtiel geweven rondom de bestaande gebouwstructuur, alle ‘natte ruimtes’ en de overige functies van het hostel, waar alle slaapruimtes weer op aansluiten.
Direct naast de centrale ontvangstruimte zijn de gezamenlijke woonkamer en een volledige keuken bevestigd. De transparante doorkijk naar de entreehal en stijgkernen van de studentenwoningen zorgt voor een optische vergroting van het hostel en een interactie met het ‘Amsterdamse leven’ voor de bezoeker.
Om te voorkomen dat de binnenstraten overkomen als smalle donkere gangen, verspringen deze regelmatig, zodat hier een nis ontstaat om even rustig een boek te lezen, drankje te pakken, of gewoon als ontmoetingsplek. De kamers zijn ruim opgezet binnen het raster van de bestaande gebouwstructuur en is hierdoor in alle kamers nog een eigen zitplek gecreëerd. In combinatie met een verscheidenheid aan kamers is, de anders zo gedateerde kantoorruimte getransformeerd tot, een lichte, plezierige en eigentijdse verblijfsruimte die openstaat voor dialoog met de (kort) verblijvende gebruikers.
Bezoekerscentrum Park Vijversburg
Park Vijversburg, gelegen bij Leeuwarden, is een 18e-eeuws landgoed dat sinds 1892 is opengesteld voor het publiek. Het park organiseert het gehele jaar door evenementen, zoals internationale kunsttentoonstellingen, muziekuitvoeringen, kerkdiensten en excursies.
In 2011 werd de prijsvraag voor het nieuw bezoekerscentrum gewonnen. Om tegemoet te komen aan het toenemende aantal bezoekers, vroeg de opdrachtgever om een nieuw bezoekerscentrum te ontwerpen als uitbreiding van de bestaande historische villa. Zowel de oude villa en het omliggende park zijn rijksmonumenten en moesten daarbij dus met de grootste zorg worden behandeld.
We wilden een uiterst subtiele interventie maken. Hoewel het paviljoen een architecturaal project is, werd het ontworpen en ingebeeld als onderdeel van het landschap. Het ontwerp bestaat uit drie lijnen, dunne glazen gevels die zich uitstrekken in het park en de bestaande natuurlijke elementen volgen: een vijver, een boomgrens en de villatuin. Deze drie glazen lijnen weerspiegelen de natuurlijke omgeving en zorgen ervoor dat het paviljoen en het landschap zowel visueel als fysiek in elkaar overgaan.
De centrale ruimte ligt gedeeltelijk verzonken in het landschap; zacht glooiende hellingen leiden bezoekers van de grootschalige buitenruimte van het park naar het hart van het gebouw, één meter onder het maaiveld. De verdieping vermindert de impact van het volume van het gebouw op haar omgeving, geeft het interieur een zekere intimiteit en biedt bezoekers een ander perspectief op het landschap.
Om volledig onbelemmerd zicht op de omgeving te creëren, werd het gebruik van extra bouwelementen, zoals kolommen en muren, vermeden. In plaats daarvan dragen de geïsoleerde, extra heldere glazen wanden zelf het dak. De driehoekige vorm helpt bij het voorkomen van het gebruik van transversale wanden met behoud van een vrije overspanning van vijftien meter. Dit innovatieve structurele beglazingsontwerp werd ontwikkeld in samenwerking met ABT en Jun Sato structurele ingenieurs.
Park Vijversburg is in mei 2017 heropend. Naast het bovengenoemde bezoekerscentrum, heeft STUDIO MAKS de monumentale villa gerenoveerd en het omringende landschap ontworpen en samen met Ishigami een parkgebouw en een openluchtpodium ontworpen. Het park werd verder uitgebreid met nog eens vijftien hectare nieuwe landschapontworpen door LOLA Landscape, Deltavormgroep, Piet Oudolf en Tobias Rehberger.
NXT Tankstation Boekelermeer
Het ontwerp is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: toekomstgericht, onderscheidend en duurzaam. Om dit zichtbaar te maken is sterk ingezet op het contrast tussen de (futuristische) architectuur en de natuur. Het project is gelegen op het Energy Innovation Park Boekelermeer in Alkmaar en is het eerste gerealiseerde NXT tankstation in Nederland. NXT richt zich op het aanbieden van duurzamere brandstoffen.
Luifels
De ronde luifels zijn opgebouwd uit staal en tentdoek en voorzien van zonnepanelen. De LED verlichting en alle pompinstallaties werken op deze zonne-energie. Opgevangen regenwater wordt door de kolom afgevoerd en teruggebracht in het grondwater via een op het terrein gerealiseerde wadi. Het semitransparante tentdoek zorgt zowel overdag als ’s avonds voor een fraaie uitstraling waardoor het er aangenaam verblijven is.
Modulair
Het ontwerp van de luifels is modulair opgebouwd. De luifels zijn los of gekoppeld en in verschillende samenstellingen te gebruiken. Daarnaast is het aantal luifels eenvoudig uit te breiden mochten toekomstige ontwikkelingen daarom vragen. Op deze locatie is nog ruimte voor een extra pompeiland en (dubbele) luifel.
Terrein
Bij de terreininrichting is gebruik gemaakt van natuurlijke elementen om de duurzame uitstraling te versterken. Dit is onder andere te zien in de aanrijdbeveiliging die is uitgevoerd als zwerfkeien, de groene beplanting, grassen en struiken en een iconische dennenboom als duurzaam alternatief voor de traditionele reclamezuil.
Toekomstgericht
De locatie in de Boekelermeer richt zich met name op zwaar transport en is daarom voorzien van een LNG en GTL installatie. LNG is momenteel een van de weinige duurzamere alternatieve brandstoffen voor zwaar transport. In de toekomst kan de locatie verder uitgebreid worden met CNG, H2 (waterstof) en CO2.
Merkbeleving
Bijzonder aan het NXT-mobility concept is dat merkbeleving en architectuur vanaf het eerste moment integraal ontworpen zijn. Dit heeft o.a. geresulteerd in een luifel die zo herkenbaar en onderscheidend is dat er geen extra logo’s op nodig zijn.
De Drukkerij
De Nederlandse Provincie der Jezuïeten heeft sinds jaar en dag een woon-, zorg- en verpleeghuis in Nijmegen. Omdat de populatie slinkt werd het gebouw te groot en werd er op zoek gegaan naar vervanging. 700 meter verderop, in de Kloostertuin, werd er een nieuw woongebouw opgericht. In datzelfde park stond een voormalige drukkerij uit de jaren 30 met intact gebleven industriële uitstraling. Deze werd aangekocht en hier zijn alle functies ondergebracht die het woongebouw moeten ondersteunen: refter (restaurant), kantoren en archief. Bovendien werd er een restaurant voor “externen” gerealiseerd. Het totale plan is ontworpen in een ontwerpteam, waarbij Diederendirrix het woongebouw voor zijn rekening nam, Kees Tolk het ontwerp voor de tuin en EVA de drukkerij en uitbreiding daarvan. De gang die gebouwen en tuin verbindt werd in samenspraak ontworpen.
Het totale plan heeft een impuls aan de buurt gegeven: het voorheen in potentie mooie, maar slecht onderhouden en ontoegankelijke park is een levend gebied geworden waar veel gebruik van wordt gemaakt. De opdrachtgever: “De kinderen van de basisschool tegenover de kloostertuin en uit de wijk spelen op de binnenplaats. Er is een waterpartij waar op warme dagen in gespeeld wordt. Dat is een interactie die in het stijve voormalige woonhuis van de paters onmogelijk was geweest. De drukkerij heeft aan het hele project historische wortels gegeven. Het eerstelijns zorgcentrum is een voorziening voor de wijk en daarbuiten. Het park wordt intensief gebruikt door buurtbewoners en binnenkort opent het restaurant zijn deuren. We hebben hier een groot bouwplan gerealiseerd, dat tijdens het proces alleen maar ‘socialer’ en ‘opener’ is geworden: de buurt en de wijkraad vergaderen nu in ‘ons’ gebouw; het is het vanzelfsprekende centrale gebouw van de wijk geworden.”
De drukkerij werd gewaardeerd op historische waarde, waarbij bleek dat de latere uitbreidingen weinig tot geen toegevoegde architectonische, ruimtelijke of functionele waarde hadden. Deze zijn er dan ook vanaf “gepeld” tot de eerste bouwfase plus éen latere uitbreiding over bleven. Hier werd vervolgens een nieuw deel aangebouwd waarbij duidelijk af te lezen is wat oud en nieuw is. De begane grond kreeg een zo transparant mogelijk karakter om daglichttoetreding en zicht op het park te maximaliseren. De verdieping is als een alzijdig element geplaatst dat ook binnen afleesbaar is en zowel binnen als buiten laat zien waar oud en nieuw in elkaar over gaan. Hier bevinden zich de kantoren en zo zijn alle functies herkenbaar in hun vormgeving en materialisatie. Door met ritmiek en open/dicht te spelen ontstaat er een alzijdige dynamiek. De geanodiseerde bronskleur komt terug in de kozijnen van het woongebouw en deze kleur is weer afgestemd op het metselwerk van genoemde gebouwen.
De Jezuïeten hebben duurzaamheid als een van haar kernpunten in hun beleid. Omdat de populatie aan paters slinkt hebben ze ervoor gekozen hun gebouw geschikt te maken voor transformatie: de indeling is flexibel en door de verschillende ingangen is het makkelijk te splitsen en voor diverse doeleinden te gebruiken.
Er is gekozen voor een groen dak op de drukkerij, het dak van het woongebouw ligt vol met zonnepanelen. De warmte- koudeopslag vind plaats door middel van een innovatief systeem, namelijk een ijsbuffer: een enorm buffervat onder de grond wordt gevuld met water en al naar gelang er ijs smelt of zich vormt wordt er energie opgeslagen of afgegeven. De ramen van de voormalige drukkerij zijn voorzien van dubbel glas in het oude profiel, en het dak werd volledig geïsoleerd. Alle verlichting is LED, en de ventilatie is CO2 gestuurd. De warmte van de afgezogen lucht van de keuken wordt hergebruikt.
Op de dichte kopwand op de verdieping is een kunstwerk gerealiseerd van Marc Ruygrok. Een tekst uit “Handorakel en kunst van de voorzichtigheid” door Balthasar Gracian (een Jezuïet uit de renaissance) werd geabstraheerd en aangebracht op de gevel. Door de bronzen kleur lijkt dit op een drukplaat en wordt op subtiele manier verwezen naar het verleden van het gebouw. Doordat de tekst een metafoor gebruikt over eten en geschreven is door een Jezuïet wordt ook verwezen naar de nieuwe functie en gebruiker.
De binnenstad van Amsterdam is een geliefde plek om te wonen, maar de meeste appartementen hebben niet meer dan twee, hooguit drie slaapkamers. Dat betekent dat in gezinnen met meer dan twee kinderen vaak niet iedereen een eigen slaapkamer heeft. Bij deze woning hebben we het dak benut om een extra slaapkamer te creëren, waardoor het voor het gezin mogelijk wordt op deze plek te blijven wonen.
Centraal in de woning ligt een achthoekige hal. In de huidige opzet zijn alle kamers vanuit deze hal te bereiken. De nieuwe opbouw is, net als de onderliggende verdieping, gecentreerd rond dit hart en waaiert van daaruit uit naar drie zijden. De opbouw biedt plaats aan een slaapkamer, badkamer en trappenhuis. Tussen de drie vleugels ontstaan drie dakterrassen, elk met een eigen sfeer en oriëntatie.
Op het pand is aan de voorzijde in de huidige situatie een kleine opbouw aanwezig. Deze opbouw wordt onderdeel van de nieuwe dakopbouw en biedt plaats aan de nieuwe badkamer. De Y-vormige uitbreiding maakt maximaal gebruik van de hoekverdraaiing die deze locatie als hoekpand in een beschermd stadsgezicht markeert.
Het nieuwe volume is teruggelegd ten opzichte van de rooilijn en is daarmee vanaf de straat niet zichtbaar.
Balustraden zijn zo slank mogelijk ontworpen en worden ook door de verhoogde bestaande borstwering aan de straatzijde aan het zicht onttrokken. Als erfafscheiding richting de buren wordt, in lijn met de al aanwezige schoorstenen, een plantenbak gemaakt. Door deze te vullen met hoge of lage beplanting kunnen de bewoners de mate van privacy versus uitzicht op de omgeving in de toekomst zelf bepalen.
De nieuwe opbouw is opgebouwd uit houtskeletbouw geveldelen. Het geheel is gecoat met een hoogwaardige PU-coating waardoor een naadloos geheel ontstaat. De kozijnen zijn zo in de gevel opgenomen dat de gevelafwerking van binnen naar buiten toe lijkt door te lopen. In het midden is een nieuwe ventilerende daglichtkoepel voorzien waardoor daglicht door een nieuw aangebrachte glazen vloer de onderliggende verdieping bereikt. De bestaande woning en